Uitreiking Nederlandse Herinneringsmedailles

Toespraak door minister Opstelten tgv van de uitreiking Nederlandse Herinneringsmedailles aan functionarissen politie en KMar (samen met Minister Hillen (Defensie)). Den Haag, Nieuwe Kerk, 3 november 2011.

Dames en heren,

Welkom allemaal, op deze jaarlijkse plechtigheid ter gelegenheid van het uitreiken van de Nederlandse Herinneringsmedailles vredesmissies. Ik hecht er zeer aan om hier vandaag in uw midden te zijn en u toe te spreken: zij aan zij hebt u, functionarissen van de politie en de KMar, het afgelopen jaar heel belangrijk werk verricht, onder moeilijke en gevaarlijke omstandigheden. Werk waarmee u de landen en regio’s waar u hebt gediend op constructieve wijze verder hebt geholpen op hun lange en vaak lastige weg richting rechtsstaat. Dat vergt een lange adem en vooral in gebieden waar de situatie complex is, gaat die ontwikkeling stap voor stap. Uw bijdrage aan dit cruciale proces kan niet voldoende worden gewaardeerd! Ik ben blij dat u weer behouden in Nederland bent teruggekeerd, tot grote vreugde ook van uw partners en kinderen, die hier - zo zie ik - eveneens ruim vertegenwoordigd zijn. Ook die behouden terugkeer rechtvaardigt in mijn ogen dat wij hier vanmiddag in feestelijke sfeer bijeen zijn!

Mijn ambtgenoot van Defensie, de heer Hillen, zal zo meteen ongetwijfeld nog eens het grote belang van Vredesmissies benadrukken. Ik ben verheugd dat wij hier in gezamenlijkheid de herinneringsmedailles kunnen uitreiken. Als verantwoordelijke bewindspersoon voor de Nederlandse politie, wil ik hier wat nader ingaan op dat belangrijke werk waar u zo’n grote rol in speelt: investeren in stabiliteit en een weerbare samenleving.

Aan dit soort missies neemt de Nederlandse politie nu al ruim 15 jaar deel, waarvan de laatste tien jaar structureel. Rode draad in dit geheel is de overdracht van kennis: specialistische kennis die nodig is voor de opbouw van een goed functionerende politieorganisatie. U traint en coacht de lokale politie en fungeert als mentor voor individuele politiefunctionarissen. Ook draagt u bij aan de ontwikkeling van specifieke onderwijsprogramma’s, goed toegesneden op de lokale omstandigheden en behoeften.

En die lokale omstandigheden kunnen sterk uiteenlopen, zoals blijkt uit de vijf lopende, of recent afgeronde missies.

  • De missie waar de meeste aandacht naar uitgaat – en waar op dit moment ook de meeste politiefunctionarissen actief zijn – is natuurlijk de geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan: Kabul en Kunduz. Al in 2007 zijn we daar kleinschalig begonnen, met een groep van 6 Nederlandse politiemensen in de EUPOL-missie. Geleidelijk aan is deze bijdrage uitgebouwd en in het licht van de geïntegreerde politietrainingsmissie zal dit contingent eind dit jaar zijn uitgegroeid tot zo’n 40 politiefunctionarissen – mannen én vrouwen. Dat laatste is heel belangrijk, gezien het feit dat het opleiden en trainen van óók vrouwelijke politieagenten voor Afghanistan een speerpunt is voor het kabinet. Ik heb begrepen dat de vrouwelijke politiefunctionarissen een echt rolmodel voor de Afghaanse vrouwelijke politieagenten zijn. Over die geïntegreerde missie hoor ik goede berichten. Mede door de inzet van het Nederlandse contingent heeft EUPOL een aantal flinke stappen kunnen zetten. Er ligt nu een goede basis, van waaruit de EUPOL-missie goed verder kan bouwen!
  • Heel anders was de situatie in Soedan. Daar hebt u echt pionierswerk moeten verrichten – de opbouw van een goed functionerende politieorganisatie from the scratch. En dat onder vaak zware fysieke omstandigheden. Zo heb ik begrepen dat het eten daar niet veel afwisseling biedt. De ene dag tomaten en uien en de andere dag… uien met – jawel – tomaten. U was dan ook maar wat blij met de voedselpakketten die u met enige regelmaat kreeg toegestuurd door uw collega’s. Maar uw pionierswerk zit er nu op: ik ga zo meteen de laatste herinneringsmedailles uitreken voor de missie naar Soedan, die officieel is beëindigd. Wel gaat een missie van start in de nieuwe, onafhankelijke staat Zuid-Soedan. Ook daar gaat Nederland volgend jaar weer een bijdrage leveren.
  • Ook de laatste herinneringsmedailles vandaag voor de deelnemers aan de missie naar Cyprus. Ruim zeven jaar heeft Nederland daar een waardevolle bijdrage geleverd aan het bewaren van de rust aan de grens tussen Noord en Zuid. In februari van dit jaar zijn de laatste Nederlandse functionarissen teruggekeerd – en daarmee zat onze bijdrage aan deze missie er op.
  • Datzelfde geldt voor de missie in Bosnië, waar twee van onze politiespecialisten hebben meegewerkt aan het opzetten van diensten die zich richten op de aanpak van de georganiseerde criminaliteit.
  • Wel nog actief zijn we in Kosovo. Zo’n 15 politiefunctionarissen dragen daar bij aan de duurzame opbouw van het veiligheidsapparaat, over de gehele linie. Wat helaas nog niet “duurzaam” wil functioneren, is het electriciteitsnet. Ik heb begrepen dat u met enige regelmaat in het donker zat. Dat is jammer, want uw mooie en nuttige werk daar verdient het om volop in de spotlights te staan!

Bij de meeste van deze missies was er sprake van een goede samenwerking tussen politie en KMar, blauw en groen. In modekringen is men van oudsher niet zo dol op deze kleurencombinatie, omdat ze zou vloeken. “Blauw en groen is boerenfatsoen”, wordt dan ook wel gezegd. Wel, als ik zo naar uw gezamenlijk optrekken van de afgelopen jaren bekijk, denk ik dat dit toch iets genuanceerder ligt:

-         KMar en politie hebben in gemengde missies intensief met elkaar samengewerkt. Dat komt vooral goed tot uiting in de geïntegreerde missie in Kunduz.

-         Ook in het voorbereidende traject hier in Nederland trekt u inmiddels nauw met elkaar op

-         Én bij de “nazorg”: het thuisfrontcomité van de KMar staat bij alle gemengde missies ook klaar voor de collega’s van de politie

Ik denk dan ook dat het hoog tijd wordt om die Oudhollandse uitdrukking maar eens drastisch aan te passen: “Blauw en groen kunnen het prima samen doen!”

Dat vinden niet alleen minister Hillen en ik; dat vinden ook tal van internationale collega’s en functionarissen van internationale organisaties. Vanwege onze actieve inzet in geïntegreerde civiel-militaire missies – én om de resultaten die we daarmee boeken – krijgt Nederland regelmatig complimenten. Die wil ik bij dezen graag overbrengen aan u: de mannen en vrouwen die het ter plekke allemaal hebben moeten doen - onder vaak zware en gevaarlijke omstandigheden. U hebt een structurele bijdrage geleverd aan de opbouw en ontwikkeling van de rechtsstaat in de missiegebieden! Het is mij een eer en genoegen om u hier zo meteen te mogen decoreren!