Planbureau voor de Leefomgeving: kritiek maar ook kansen in EHS-akkoord

Het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) is kritisch over het akkoord over decentralisatie van het natuurbeleid dat Rijk en provincies in september sloten. Maar het PBL ziet ook kansen en concludeert dat het akkoord voor provincies mogelijkheden geeft voor maatwerk.

Dat staat in de toets die het PBL uitvoerde op het akkoord. Staatssecretaris Henk Bleker van Economische zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) stuurt de PBL-toets vandaag naar de Tweede Kamer.

Het Rijk sloot op 21 september een akkoord met een delegatie van de provincies over decentralisering van het natuurbeleid. Kern daarvan is dat de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) kleiner wordt dan gepland, drie jaar later gerealiseerd wordt en dat de provincies vanaf 2014 verantwoordelijk worden voor de EHS, inclusief de Natura 2000-gebieden. Het PBL is gevraagd het akkoord te beoordelen op de effecten op de natuur.

Natuurkwaliteit

Volgens het PBL wordt de achteruitgang van de natuurkwaliteit door het akkoord niet gestopt.Maar uit het rapport blijkt dat het akkoord ecologisch een verbetering is ten opzichte van de situatie in 2010 (figuur 4 in het PBL-advies, blz 17). De natuur gaat er met dit akkoord dus op vooruit, niet op achteruit. Het PBL suggereert in zijn advies dat er een generieke versobering van het beheer is afgesproken, dat is juist niet zo. Zo is er bij de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) juist een extra en cruciale impuls aan het beheer gegeven om gericht een achteruitgang van de natuurkwaliteit te voorkomen.

Internationale verplichtingen

Een andere conclusie van het PBL is dat internationale afspraken moeilijker haalbaar worden. Volgens staatssecretaris Bleker staat bij het realiseren van de herijkte EHS in 2021 juist voorop dat maximaal wordt ingezet op internationale verplichtingen zoals Natura 2000, Kaderrichtlijn Water (KRW) en soortenbescherming. Om die afspraken te kunnen nakomen wordt de EHS de komende 10 jaar nog uitgebreid met 17.000 hectare. Daarnaast wordt nog 40.000 hectare ingericht als natuurgebied. 'We gaan wat we al hebben verder uitbreiden en zorgen voor een betere inrichting, zodat de parels van onze natuur, de Natura 2000 gebieden, verder versterkt worden. Deze gebieden worden beter ingebed in robuustere natuur dan nu het geval is.' Aldus staatssecretaris Bleker.

Project van mensen in de streek

Daarnaast signaleert het PBL een aantal risico’s en onzekerheden in het onderhandelingsakkoord en vindt het de effectviteit en doelmatigheid van het akkoord onduidelijk. Rijk en provincies hebben in het akkoord afspraken gemaakt op hoofdlijnen. Na instemming door de provincies volgt de uitwerking, voornamelijk op het gebied van hydrologie en monitoring. Henk Bleker: “Het PBL lijkt in zijn advies vooruit te lopen op deze provinciale uitwerking. Wanneer de provincies instemmen met het akkoord, gaan ze een EHS realiseren die én de internationale doelen kan bereiken én die veel meer dan nu een project wordt van de mensen in de streek. Maar natuurlijk houdt het denken niet op met het ondertekenen van het akkoord. Terecht wijst het PBL op de evaluatie in 2016 die we hebben afgesproken.”

De staatssecretaris wijst er verder op dat de effectiviteit en doelmatigheid niet alleen gerealiseerd wordt door de extra bijdrage van het Rijk. Vanaf 2014 voegt het Rijk jaarlijks 100 miljoen euro toe aan het provinciefonds, dus bovenop de voor natuur en recreatie beschikbare middelen in het provinciefonds. Net als in het bestaande beleid zijn dus naast rijksmiddelen ook middelen van provincies en derden beschikbaar.

Europese vergroening

Staatssecretaris Bleker onderschrijft de stelling van het PBL dat niet alleen de herijkte EHS, maar ook aanvullend beleid de effectiviteit van het akkoord kan bevorderen en de biodiversiteit kan stimuleren. Hij gelooft dat het Europees Landbouwbeleid (GLB) daarbij kan helpen: “U kent mijn ambitie om het GLB te vergroenen. De openingszet van de Europese Commissie in de onderhandelingen biedt mogelijkheden voor boeren en andere betrokkenen om hun bijdrage te leveren aan natuur en landschap in de eigen streek.” De staatssecretaris is blij dat het PBL de goede mogelijkheden van het anti-verdrogingsbeleid en het generiek milieubeleid onderkent. De aanbeveling om rijks- en provinciaal beleid op dit thema af te stemmen neemt hij ter harte.