Knapen: Busan belangrijke eerste stap

In de Zuid-Koreaanse stad Busan is vandaag een belangrijke eerste stap gezet naar een nieuw globaal partnerschap voor ontwikkeling. Dat zei staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken donderdag na afloop van het vierde High Level Forum over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking.

Voor het eerst spraken daar partijen uit het bedrijfsleven,maatschappelijke organisaties en landen als China, India en Zuid-Afrika serieus mee over de manier waarop ontwikkelingssamenwerking effectiever kan.

Nederland pleit er al voor langer voor om relatief nieuwe spelers als China en het bedrijfsleven bij het proces te betrekken, omdat zij een grote rol spelen in bijvoorbeeld Afrika. De tijd dat ontwikkelingssamenwerking eenvoudig ging over rijke landen die arme landen helpen is voorbij, stelde Knapen ook in Busan. Maar het was niet gemakkelijk.

Knapen: 'Het spande erom of China en India binnenboord zouden blijven, maar het is gelukt om een gezamenlijke visie te formuleren. De verklaring van Busan is -net als eerder- niet bindend, maar er gaat wel een belangrijk signaal van uit. Opkomende landen, inclusief China, hebben zich voor het eerst aangesloten. De symbolische en strategische betekenis hiervan kan niet genoeg worden benadrukt', aldus Knapen.

In Busan is bovendien een nieuwe strategie gepresenteerd voor fragiele staten en landen die uit een conflict komen. Nederland speelde een sleutelrol bij de ontwikkeling van die strategie waar zich inmiddels meer dan 40 landen en organisaties achter hebben geschaard.

In Busan werd zeer uitgebreid gediscussieerd over de manier waarop bedrijven en overheden het beste kunnen samenwerken om de economie in ontwikkelingslanden te versterken en zo te werken aan zelfredzaamheid en armoedestrijding. Voor het eerst werd gesproken over de innovatiekracht van bedrijven voor oplossingen op het gebied van bijvoorbeeld water.

Knapen opende in Busan tevens de discussie over een nieuwe hulparchitectuur. Op een zogenoemd side event, waar ook China, Rusland, Brazilie, Liberia en de Gates Foundation aan deelnamen, besprak hij de noodzaak voor een nieuwe architectuur voor ontwikkelingssamenwerking. In de toekomst moet ontwikkelingssamenwerking meer de rol van makelaar spelen om meer privaat kapitaal los te maken.

Knapen: 'Toen officiele ontwikkelingshulp -ODA - in 1969 van start ging, bedroeg het ODA-aandeel van alle middelen die naar ontwikkelingslanden gingen 70 procent. Nu is dat slechts 13 procent.

De rest bestaat uit investeringen en particuliere transfers. De tijd dat ontwikkelingssamenwerking een zaak was van louter overheden is een ver gepasseerd station, we moeten echt verder om samen niet alleen lokale zelfredzaamheid te stimuleren, maar ook de grensoverschrijdende problemen als veiligheid en voedselzekerheid aan te pakken. We zijn er nog lang niet met Busan, maar we zitten nu tenminste met de juiste spelers aan tafel.'