Toespraak Rutte bij staatsbezoek president Gül

Korte toespraak van minister-president Rutte tijdens de regeringslunch ter gelegenheid van het staatsbezoek van de Turkse president Gül aan Nederland, Den Haag 18 april 2012.

Majesteit, Koninklijke Hoogheden, president en mevrouw Gül, excellenties, dames en heren,

Nederland telt op dit moment 18.000 ondernemers van Turkse afkomst, van wie velen zaken doen met Turkije. Dat is 18.000 keer een bevestiging van de bijzondere economische banden tussen onze beide landen. Die zijn zelfs nog wat ouder dan de 400 jaar diplomatieke relaties die we dit jaar met elkaar vieren.

Maar wat de Turks-Nederlandse relaties extra speciaal maakt, is dat er van meet af aan ook sprake is geweest van politieke en culturele uitwisseling. Zo was Turkije een van de steunpilaren van de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden in de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Spaanse koning. En natuurlijk is er het overbekende verhaal van de tulp, ons nationale symbool dat we importeerden uit Turkije. Tot op de dag van vandaag zijn de tulp en Nederland synoniem.

Er is dus dit jaar veel te vieren en te herdenken. En dat gebeurt ook uitbundig. Er vinden over en weer economische activiteiten plaats. Hollandse meesters uit de collectie van het Rijksmuseum worden tentoongesteld in Istanbul. Turkse topstukken komen naar het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Er zijn onderwijsprojecten, speciale activiteiten voor de jeugd en nog veel meer. De conclusie kan daarom niet anders zijn dan dat Turkije en Nederland elkaar na vier eeuwen blijkbaar nog steeds veel te bieden hebben.

Uw bezoek aan Nederland, mijnheer de president, is voor ons een van de hoogtepunten in dit jubileumjaar. De Nederlandse regering stelt het zeer op prijs dat u en mevrouw Gül samen met een grote handelsdelegatie naar Nederland bent gekomen. Het toont aan dat de Turkse overheid en het Turkse bedrijfsleven ook na 400 jaar nog met veel belangstelling naar Nederland kijken. U kunt ervan verzekerd zijn dat andersom precies hetzelfde geldt. Dat hoop ik later dit jaar persoonlijk nog eens te onderstrepen, als ik met een aantal vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven een bezoek breng aan uw land.

Vanuit Nederland kijken wij met veel interesse en bewondering naar de snelle economische opmars die Turkije met name in het laatste decennium doormaakt. Nu nog is uw land de 17e en ons land de 16e economie ter wereld. Maar als de voortekenen ons niet bedriegen, gaan onze landen over niet al te lange tijd stuivertje wisselen op deze ranglijst. Ik kijk daar overigens positief naar, want groei en voorspoed van zo'n belangrijke handelspartner zijn ook goed voor Nederland en het Nederlandse bedrijfsleven. Daarom, mijnheer de president, feliciteer ik u en het Turkse volk graag bij voorbaat met die mooie 16e plaats.

Waar wij in Nederland ook het grootste respect voor hebben, is de internationale rol van Turkije op het terrein van vrede en veiligheid. Ik memoreer graag dat we in 2012 ook precies 60 jaar bondgenoten zijn in de NAVO. 60 jaar waarin Nederlandse en Turkse militairen zich samen hebben ingezet voor vrede en veiligheid. En juist nu er in de Arabische wereld zoveel in beweging is, bewijst Turkije ook buiten NAVO-verband dat het zijn verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat. Nederland heeft grote waardering voor de zeer actieve rol die Turkije in dit verband speelt. Dat geldt in het bijzonder voor uw inzet om een halt toe te roepen aan het verschrikkelijke geweld van het Syrische regime tegen onschuldige burgers.

Zo bewijst Turkije in onze tijd eens te meer dat het een belangrijke brugfunctie heeft - en ook wil hebben - in de dialoog tussen het Westen en de islamitische wereld. Laat ons dit jubileumjaar aangrijpen om die dialoog te versterken en samen vooruit te kijken. Om stappen te zetten waar dat kan - ook in de gesprekken tussen Turkije en de Europese Unie over een toekomstig lidmaatschap.

Tot slot, mijnheer de president, wil ik u graag een bijzonder cadeau aanbieden. Ter ere van 400 jaar diplomatieke relaties tussen Turkije en Nederland heeft de kunstenares Deniz Seyda Tunca in opdracht van het ministerie van Financiën namelijk een herdenkingsmunt van 5 euro ontworpen: 'het tulpenvijfje'. Aan de ene kant staat een afbeelding van de Turkse vlag met een gesloten tulp, om aan te geven dat uw land het geboorteland is van deze mooie bloem. Aan de andere kant staat een portret van onze Koningin met daarnaast een open tulp. Zo staat deze munt symbool voor een relatie die al vier eeuwen lang bloeit.

Ik bied u het Tulpenvijfje graag aan met een toost: op uw gezondheid en die van mevrouw Gül, op de vriendschap tussen onze landen en op een mooie gezamenlijke toekomst.

Proost!