Flairs 2012

Toespraak van minister De Jager van Financiën bij Flairs 2012, evenement van en voor jonge bankiers. 

Dames en heren,
Het doet me genoegen om hier met jullie in gesprek te gaan. Ik zag al wat bekende gezichten. Waarschijnlijk heb ik een aantal van jullie eerder ontmoet tijdens een van mijn werkbezoeken in de financiële wereld. Ik ga graag met jonge bankiers in discussie, omdat jullie geïnteresseerd zijn in verandering en vernieuwing. Dat merk je bij jonge mensen en dat blijkt ook uit de opzet van deze dag. Eerder deze middag hebben jullie al gedebatteerd aan de hand van stellingen. Ik vond de eerste stelling het meest prikkelend: ,,Het verenigen van het klantbelang en het bankbelang is een utopie’’. Ik hoop van harte dat die stelling weinig instemming heeft gekregen. Want ik zeg maar gewoon waar het op staat: het is onzin dat het klantbelang en het bankbelang niet samen zouden gaan. Sterker nog: het is precies andersom. Het is juist een utopie dat je als bankier het klantbelang uit het oog kan verliezen. 

Ik hoorde ook dat mensen hier vonden dat banken geen charitatieve instellingen zijn. Dat begrijp ik ook. Maar bankiers moeten vooral niet vergeten dat ze een onderneming drijven. Geen gewone onderneming. Dat niet. Want bankiers hebben een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat is dus een extra reden om het vertrouwen van de samenleving niet op de proef te stellen. Ik ben zelf ondernemer geweest. Een ondernemer heeft als doel: omzet draaien en winst maken. En daar is niks mis mee. En dat geldt ook voor een bank. Maar hoe doe je dat? Door je klanten goed te bedienen. Want als je klanten weglopen, dan red je het niet. Dat is bij elke onderneming zo. Dat geldt voor de bakker en de slager, het geldt voor ict-bedrijven en het geldt ook zeker voor banken. We hebben de afgelopen jaren gezien wat er gebeurt in de wereld als  financiële instellingen hun eigen belang voorop stelden, en een loopje namen met de belangen van hun klanten.  Beschaming van vertrouwen is het allergrootste risico dat een bank kan nemen. De kruik gaat zo lang te water tot ze breekt is een mooi oud-Hollands spreekwoord. Als het vertrouwen verdwijnt, dan gaat het fout. En als het fout gaat in de bankenwereld, dan gaat het ook goed fout.

Het is alweer vier jaar geleden dat in de Verenigde Staten de financiële wereld onderuitging. De crisis die daarop volgde, wil maar niet wijken. Er waait nog altijd een hele gure financiële en economische tegenwind, zei ik op PrinsjesdagDe kredietcrisis die in 2008 uitbrak na de val van Lehman Brothers is dan ook bepalend geweest voor mijn beleid van de  drie jaar.
Ik heb drie speerpunten:
- Zoals elke minister van Financiën, natuurlijk gezonde overheidsfinanciën,
- een financieel gezond Europa, ook zeer noodzakelijk gezien de huidige schuldencrisis,
- en: aanpak van de financiële sector. Hier heb ik heel veel tijd in gestoken. Overheden en toezichthouders hebben ook veel te leren van de crisis.
De kredietcrisis heeft duidelijk gemaakt dat we niet door kunnen op de oude weg. Deze historische gebeurtenissen vragen ook om historische hervormingen. Er moet echt wat gebeuren. De financiële sector is op sommige punten kwetsbaar en is niet tegen elke storm opgewassen. Dat is wel gebleken. Terwijl krachtige en solide banken juist  ontzettend belangrijk zijnvoor de economie.

Waar heb ik me bij de hervorming van de financiële sector de afgelopen jaren op gericht?

- Om te beginnen moet de klant centraal staan en moet de klant goede bescherming krijgen. Het wettelijke provisieverbod is een goed voorbeeld daarvan. Door een einde te maken aan de perverse prikkel, kan de klant er zeker van zijn dat een financieel adviseur uitgaat van  het klantbelang en niet een product aanprijst waar hij het meest aan verdient. Het is opvallend dat ik de sector ook heb meegekregen. Ik heb ook gezorgd voor een level playing field met de directe aanbieders.
- Vervolgens kunnen we bij banken in problemen tijdig ingrijpen dankzij de Interventiewet. De overheid, ook de toezichthouder, kunnen eerder ingrijpen. We kunnen gezonde delen redden als er problemen ontstaan.
- We versterken het toezicht, onder meer op hedgefunds en beursspeculanten. Deze wetgeving is deze week nog door de Kamer gegaan.
- We verminderen juist de beloningsprikkels. Ik heb in ieder geval een stokje gestoken voor bonussen bij financiële instellingen met staatssteun. Want het kan natuurlijk niet zo zijn dat banken van belastinggeld bonussen gaan uitdelenIk ben niet tegen bonussen. Maar de bank moet wel voelen dat ze zijn gered. Ook voor het draagvlak in de samenleving.
- Verder heb ik de eisen aan eigen vermogen en buffers flink opgeschroefd om de risico’s te verminderen. Dat verhoogt de veerkracht van de financiële sector. De overheid is de afgelopen jaren een aantal keren bijgesprongen. Dat is noodzakelijk geweest. Maar de overheid kan geen permanent vangnet zijn. De financiële sector moet zelf tegenslagen kunnen opvangen.

Ik heb dus heel wat gedaan om de financiële sector te hervormen. Maar: wetten en regels alleen zijn niet voldoende. Sterker nog, er is vooral een cultuuromslag nodig. Dat is het allerbelangrijkste. Het morele gezag moet terug, zoals dat er altijd was. Een bankierseed, zoals ik heb voorgesteld, is een belangrijk symbool daarvan. Het is niet de oplossing, maar wel een hulpmiddel. Het kan een mooi ritueel worden. Als ik bij een bank zou werken, zou ik graag de eed afleggen. Want een eed staat voor beroepseer, voor een hoge moraliteit en voor vertrouwen. En laat duidelijk zijn dat het afleggen van de bankierseed slechts het begin is. Want het komt aan op de naleving ervan. Simpel gezegd: je moet doen wat je belooft. Ik heb daarvoor een heel eenvoudige leefregel. Die luidt: ,,Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’’. Dat zou wat mij betreft het uitgangspunt moeten zijn voor alle mensen die in de financiële sector werken. Als je bepaalde producten niet aan je vrienden of familie zou verkopen, zou je die ook niet aan klanten moeten leveren. Als financiële partijen weer het vertrouwen van de consument willen hebben, dan zullen ze dat moeten verdienen. Dus als je het klantbelang niet voorop zet, dan zet je ook je eigen belang niet voorop. Ik kan geen cultuuromslag afdwingen. Maar jullie kunnen dat wel. Van binnenuit. Jullie kunnen laten zien dat er in de financiële sector andere tijden zijn aangebroken. Als jonge bankiers hebben jullie geen last van ingesleten gewoontes, van vermoeidheid of van cynisme. Jullie staan klaar om de financiële sector te veroveren en naar eigen smaak in te richten. Deze tijd vraagt nu om veranderingen. Jullie hebben de kans daar een belangrijke rol in te spelen. Door wat jullie doen. Door wat jullie zeggen. En door hoe jullie je opstellen. De bal ligt bij jullie. Ik kan met allerlei wetten en regels komen, maar ik kan geen mentaliteitsverandering opleggen. Die moet echt vanuit jullie komen. Ik heb na de crisis van 2008 al veel aanstormende bankiers, traders en M&A-specialisten gesproken en ik heb er ook wel vertrouwen in dat het beter gaat. De toekomst is aan jullie. Ik hoop en verwacht dat jullie het ‘old boys network’ gaan opschudden. Als jullie daar het lef voor hebben, dan gaan jullie de geschiedenis in als de generatie bankiers die het vertrouwen terugbracht. Daar wens ik jullie heel veel succes bij.