Persconferentie na ministerraad 28 maart 2013

Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op 28 maart 2013.

RUTTE:
We hebben vandaag in de ministerraad gesproken over het belangrijke thema van groei en het aanpakken van de vraagstukken van klimaat en milieu, de zogenaamde groene groei. Daarin staat een uitwerking van de in het regeerakkoord uitgesproken ambitie om de positie van Nederland in de top 5 van de meest concurrerende economieën in Europa en in de wereld te verankeren. Daarvoor moet Nederland duurzaam groeien en vernieuwen, dus zowel innoveren als ook concurreren. We behoren op dit moment tot de meeste innovatieve economieën van Europa.

Dat werd deze week nog eens bevestigd door de Europese Commissie. We zijn gestegen van de 7e naar de 5e plaats, pal achter landen als Duitsland, Finland en Zweden. De innovatiekracht van onze bedrijven zorgt voor nieuwe producten en diensten, levert ook inkomsten op, levert banen op. Je ziet dat in Nederland steeds beter, universiteiten, de overheid, maar vooral ook het bedrijfsleven elkaar weten te vinden en gezamenlijk tot initiatieven komen. Met andere woorden: Nederland heeft eigenlijk alles in huis om kansen te pakken die zich voordoen op het terrein van dit type vraagstukken. Een sterke kennisbasis, een bedrijfsleven met veel internationale koplopers en tegelijkertijd één van de beste logistieke netwerken van de wereld.

We hebben nu vastgesteld hoe we de groene groei samen met bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen verder gaan vormgeven. Bijvoorbeeld door allerlei belemmerende wet- en regelgeving aan te passen. En een en ander wordt nader uitgewerkt in de brief die thans naar de Kamer gaat.

Verder hebben we in de ministerraad gesproken over een aantal meer praktische zaken, ook daarvoor voorziet diverse persberichten. En dan past het mij om tot slot te zeggen dat het morgen goede vrijdag is, het is belangrijk dat u dat weet, maar ook vooral dat u weet dat ik dan in Naarden ben, en ik niet alleen, wij zullen de Matthäus Passion bijwonen, ook een aantal andere collega's in het kabinet. En weer andere collega's zullen traditiegetrouw dat in Leiden gaan doen. 

DE WINTHER (TELEGRAAF):
Meneer Rutte, de heer Samsom, de leider van de PvdA, zei deze week dat de heer Dijsselbloem sterker uit dit avontuur is gekomen de afgelopen week met betrekking tot Cyprus, vindt u dat ook?

RUTTE:
Zeker, ja

DE WINTHER:
Ja?

RUTTE:
Ik vind zijn optreden heel sterk, je ziet ook inmiddels in toenemende mate in Europa steun voor de lijn die is gekozen. We hebben een gereedschapskist, in die gereedschapskist zitten instrumenten om dit type crises aan te pakken. En daar is nu een belangrijk instrument bijgekomen, namelijk dat niet altijd alleen de overheid, niet alleen de belastingbetaler, maar ook anderen in bepaalde gevallen kunnen bijdragen. Tegelijkertijd is het belangrijk daarbij op te merken dat je nooit one size fits all, je kunt niet zeggen je gaat altijd deze aanpak kiezen, het zal per geval afhangen hoe je precies die gereedschapskist in gaat zetten en dat hangt dan weer af van de vraag wat de relatie is tussen het bancaire stelsel, het financiële stelsel in een land, de economie van een land, de omvang van die banken, dat type vraagstukken zul je per keer moeten wegen.

DE WINTHER:
De minister heeft net na de ministerraad aangegeven dat de ministerraad ook heel erg achter zijn communicatie stond de afgelopen week, waarom was het nodig om het daar nog eens over te hebben in de ministerraad?

RUTTE:
Omdat daar internationaal wat reflecties bij waren geplaatst in kranten en wij met elkaar hebben vastgesteld dat wij wel enthousiast zijn over die communicatie. Je ziet het ook in de Nederlandse media, uw krant vandaag nog, ook veel andere kranten, je ziet zowel bij de deskundigen uit de financiële wereld in toenemende mate steun voor deze lijn, maar ook bij de brede bevolking, die natuurlijk wil dat wij als politici mensen meenemen op de weg naar het oplossen van dit type problemen. En er is behoefte aan om te weten hoe het gaat. Waarbij je tegelijkertijd ook altijd eerlijk moet zeggen dat je niet kunt zeggen: het is altijd deze aanpak, het zal per keer bekeken moeten worden wat de situatie is waarin een land zich bevindt, en dan moet je per keer ook een selectie maken uit het instrumentarium.

DE WINTHER:
Ja, dan heeft u het echt over de inhoud, maar kunt u nog eens aangeven wat u nou aan de manier van communiceren van de heer Dijsselbloem zo goed vond de afgelopen week?

RUTTE:
Wat hij doet, en dat is denk ik in Europa van groot belang, en dat is echt een stijl die hij inzet, is dat hij niet alleen dingen doet, maar er ook over spreekt. Dat hij dus mensen vertelt langs welke visie in dit geval de eurogroep deze problemen aanpakt en dat zal moeten omdat er in Europa natuurlijk veel vraagtekens worden geplaatst bij het oplossen van de financiële problemen in landen. We hebben dat gezien met Portugal, met Ierland, met Griekenland. En wil je in staat zijn als Europese politieke bestuurders uit te leggen waarom het in het nationale belang is en in het Europese belang is dat je dat wel doet, dan moet je daar ook open en fair en eerlijk over communiceren. Dan moet je ook laten zien wat je doet. Dat je een mix zoekt waarin in dit geval overheden bijdragen, maar tegelijkertijd ook een forse bijdrage wordt gevraagd van de mensen zelf. En waarom je dat doet en in welke verhoudingen je dat doet. En als je daar niet open over spreekt, dat niet laat zien, dan neem je mensen niet mee in die gedachte, in je visie, en dan heeft het uiteindelijk ook gevolgen voor het draagvlak onder het oplossen van dit type problemen in Europa. En ik vind het van enorm groot belang dat waar we deze moeilijk maatregelen nemen, dat we ook uitleggen waarom we ze nemen en hoe we ze nemen.

DE WINTHER:
En hoeveel enthousiaste telefoontjes heeft u deze week uit Europese hoofdsteden gekregen met felicitaties voor de manier waarop Jeroen Dijsselbloem de afgelopen week heeft gecommuniceerd?

RUTTE:
Ik heb ook niet de andere telefoontjes gekregen, ik heb helemaal geen telefoontjes erover gekregen en ik heb deze week met diverse collega's contact gehad, maar het is hier niet over gegaan.

JANSEN (DE TELEGRAAF)
Mag ik nog een aanvullende vraag stellen, over hetzelfde thema, u zegt heel vaak, ook hier in de persconferenties, ik geef geen antwoord op als-dan-vragen, dat is de bekende politieke les die politici zich leren.

RUTTE:
Blij dat dat begint te…

JANSEN:
Nou ja, los of ik daar blij mee ben, maar waarom vindt u dat in dit geval bij Dijsselbloem dan wel goed, want hij heeft eigenlijk niet alleen gezegd wat de lijn is wat hij heeft gedaan als voorzitter van de eurogroep in Cyprus, maar ook wat bij komende keren de lijn zou kunnen zijn. Dat is eigenlijk ook antwoord geven op een als-dan-vraag, waarom vindt u dat in dit geval wel sterk van hem?

RUTTE:
Dat is echt een ander geval, in mijn overtuiging, in alle oprechtheid. Als hij gezegd zou hebben wat hem werd aangewreven na dat FT-interview, het Financial Times-interview, en dat hij zegt het is een template waarmee we alle volgende crises gaan aanpakken, dan heeft u gelijk, dan zou hij een als-dan-vraag hebben beantwoord. Wat hij gezegd heeft is dat we in het aanpakken van de crisis in Cyprus, waar we een bestaand instrumentarium hebben, daar in feite nu een nieuw instrument bij hebben, de bail-in, in de vorm waarin hij ook is gekozen, heeft hij gezegd, het is denkbaar dat ook in toekomstige gevallen in die gereedschapskist opnieuw ook naar dat instrument wordt gekeken. Is denkbaar, hij heeft niet gezegd dat doet we altijd. En dan is vervolgens de vraag, wanneer is dat dan denkbaar, dat kun je op voorhand niet beantwoorden, want dat hangt dan weer af van de relatie met de bancaire sector, het financiële stelsel, het verdienmodel van een land en de fase waarin die economie zich bevindt en de schuldpositie van dat land. Dus daarom vind ik niet dat dit een als-dan-vraag is.

VERBEEK (BNR):
U opende de persconferentie en ook het persbericht gaat over de groene energie, en misschien kunt u mij even helpen wat het nieuwe daaraan is, want ik zie een hoop herbevestiging van eerder ingezet beleid, maar wat is het nieuwe eraan? Wat heeft u vandaag besloten met andere woorden?

RUTTE:
Wat we vandaag besloten hebben is dat we vanuit het kabinet zetten wij natuurlijk geld in, we hebben ook in het regeerakkoord weer geld uitgetrokken voor innovatie, en de ambitie van dit kabinet is om waar het een aantal vraagstukken betreft in de wereld op het terrein van klimaat, op het terrein van milieu, maar ook op het terrein van energiezekerheid, we weten dat we uiteindelijk minder afhankelijk zullen moeten worden van fossiele brandstoffen. Al was het maar om reden van geopolitieke vraagstukken die zich aandienen. Die ook worden geschetst, hè, het feit dat in Amerika in toenemende mate zelfvoorziening aan de orde zal zijn, dankzij de schaliegasontwikkeling, het feit dat daarmee Amerika minder afhankelijk zal zijn van het Midden-Oosten en het feit dat de energieprijzen in de wereld heel erg zullen gaan fluctueren, en zullen gaan verschillen tussen het Westen en West-Europa en onze concurrentiepositie daarvan afhankelijk is en wat er gebeurt in bijvoorbeeld Amerika. Dus die geopolitieke vraagstukken, maar ook die hele specifieke issues die te maken hebben met onze concurrentiepositie, die vragen om een antwoord. Tegelijkertijd hebben we hier iets unieks, we hebben hier een model waarin universiteiten, bedrijfsleven, overheid heel nauw samenwerken. De bewijzen zijn er, Twente, de regio Eindhoven, maar ook andere voorbeelden. En wat wij nu willen is vanuit die analyse, maar ook vanuit die ambitie, ervoor zorgen dat we vanuit de overheid dat nu verder stimuleren. Wij kunnen niet nu zeggen: morgen of overmorgen hebben we dat bereikt. Wat wij kunnen doen is in toenemende mate onze innovatiemiddelen, onze ambities inzetten op de kansen die zich daar voordoen en dat laten we hier zien. En daarmee is dit type communicatie, zo'n brief is ook bedoeld om daarmee natuurlijk energie los te trekken, maar in dit geval figuurlijk, in de sfeer van universiteiten, in de sfeer van  het bedrijfsleven om ons te gaan helpen.

VERBEEK:
En wat is nu het besluit van vandaag?

RUTTE:
Dit is het besluit, wat ik net schets.

VERBEEK:
Maar dat is meer een uiteenzetting van doelen en beleidsdoelen en ambities..

RUTTE:
Het besluit is dus, nu eerst een brief te versturen (slecht verstaanbaar, red) waarin wij onze visie op dit thema neerzetten, daarmee ook dus de fuik open zetten, de sluis open zetten om ideeën, inspiratie die er leven in de sfeer van het universitair onderwijs, onderzoek, innovatie en in het bedrijfsleven, bij elkaar te brengen en er op die manier voor te zorgen dat we in Nederland, wat betreft dit type vraagstukken, voorop gaan lopen. En dat is niet het oplossen van het milieuprobleem is de verwarming lager te zetten of minder consumeren, of allerlei andere deprimerende oplossingen, dat de oplossing is dat je als het ware het beste wat Nederland te bieden heeft bij elkaar brengt. En dus een kans maakt uit, uit, uit dit type vraagstukken.

VERBEEK:
Toch nog iets concreets, want ik lees hier iets over in het persbericht over belemmerende regels, kunt u een paar voorbeelden geven?

RUTTE:
Nou ja, goed, een van de dingen die we vandaag gedaan hebben is bijvoorbeeld kijken naar de vraagstukken van alternatieve energiewinning, we hebben we aardwarmte, de osmose, we hebben zonne-energie, we hebben windenergie. U kent mijn persoonlijk standpunt, ook van het kabinet, dat wij niet moeten besluiten tot de bouw van windmolens, maar als een ondernemer zou besluiten tot de bouw van windmolens, dan moet je dat wel faciliteren. Dus hoe zorg je voor de planologische inpassing van dat type ontwikkelingen? Windmolens, zonne-energie, maar hetzelfde geldt natuurlijk voor getijdenenergie en osmose, in mindere mate natuurlijk voor aardwarmte, want dat vraagt nauwelijks planologische inpassingen. Dus hoe je die dingen bij elkaar brengt, en daarmee vanuit de overheid faciliterend werkt om daarmee ook weer economische groei op gang te brengen, dat is de ambitie.

VERBEEK:
Die regels worden soepeler?

RUTTE:
Ja, wij hebben vandaag bijvoorbeeld besluiten genomen ten aanzien van hoe je die planologische inpassing gaat regelen, zodanig dat dat veel sneller kan. En dat dus als uiteindelijk een ondernemer zegt, als u en ik besluiten, maar dan niet in onze huidige banen, maar stel in een aantal jaren zetten wij samen een bedrijf op wat een bepaald type alternatieve energie gaat ontwikkelen en je hebt dan steun van de overheid nodig om dat ook planologisch mogelijk te maken, dat dan niet die overheid zich tegen je keert, maar dat die zegt wat gaaf dat jullie dat doen en wij gaan ervoor zorgen dat je dat soort bedrijven snel kan laten ontwikkelen. En dat is goed voor de economische groei van Nederland. En voor het oplossen van dit type problemen.

JANSEN (EENVANDAAG):
Is het persbericht twee niet een voorbeeld van de invoering van een nieuwe bureaucratische belemmerende regeling?

RUTTE:
Persbericht twee klinkt heel bureaucratisch, u gaat mij nu vertellen waar het over gaat, ik heb ze niet genummerd.

JANSEN:
Boetes voor werkgevers en werknemers die geen Nederlands spreken, althans die werknemers bij tijdelijke klussen?

RUTTE:
Ja, maar helaas is het niet zo dat we nooit meer een regel kunnen uitvaardigen. Maar er is wel de ambitie dat waar we regels uitvaardigen omdat het belangrijk is, in dit geval bij risicovolle beroepen, dat je in dat geval natuurlijk ook altijd kijkt waar je aan het geheel van de regels, dat is ook een ambitie van het kabinet, die regels kan verminderen.

JANSEN:
Wat is de maximum boete?

RUTTE:
Dat ga ik voor u uitzoeken, dat heb ik hier niet paraat

DUIN (NOVUM):
Ook even op die taaleis, als ik het goed begrijp dan zijn er dus beroepen waarin de risico's toenemen als mensen de taal niet helemaal beheersen. Die komen hiervoor in aanmerking, moest u toen ook een beetje denken aan uw eigen minister van Financiën?

RUTTE:
Nee

DUIN:
En de tweede vraag is, is er al wel een lijst samengesteld van beroepen bij wie dat dus wel zo is?

RUTTE:
Dat gaan we nu ook verder onder andere met maatschappelijke organisaties opzetten, we hebben daar ideeën over, er worden ook wat aanzetten voor gegeven, maar dat is natuurlijk wat we nu verder moeten uitrollen.

DUIN:
En botst het niet met Europese richtlijnen?

RUTTE:
Nee, daar hebben we goed naar gekeken.

VAN DER HEYDE (NOS):
Meneer Rutte, we hebben het nu over een taaleis hier en daar en het wegnemen van regels en zo, maar de grote plannen van het kabinet, ja, die worden op dit moment niet genomen. Staatssecretaris Van Rijn bijvoorbeeld, zijn plannen zijn nog niet in de Ministerraad geweest omdat het kabinet wacht op de sociale partners. Hoe lang kan het kabinet nog wachten?

RUTTE:
Het kabinet doet twee dingen tegelijk. Aan de ene kant zijn wij zeer nauw betrokken bij de discussies die gaande zijn op alle mogelijke niveaus tussen werkgevers en werknemers, ook Lodewijk Asscher en ikzelf zijn daarbij natuurlijk aangehaakt. Dat is een spoor. En wij zien op dit moment voldoende perspectief om dat ook een kans te geven en we weten dat het meer tijd nodig heeft dan de grens van 1 april. Tegelijkertijd zijn we natuurlijk als kabinet bezig om alle noodzakelijke voorstellen voor te bereiden en om te zetten in wetgeving. En waarbij we natuurlijk hopen dat er een sociaal akkoord komt en dat heeft effect op die wetgeving. Maar ook om erin te voorzien dat als het onverhoopt niet zou lukken, dat je geen tijdsverlies oploopt.

VAN DER HEYDE:
Maar je zult op een goed moment verder moeten, hoe lang kan het kabinet nog wachten daarop?

RUTTE:
Ja, ik heb daar uiteraard in mijn hoofd ideeën over, maar die ga ik niet delen, want dan zet ik weer druk op het sociaal overleg op een manier die ik niet wenselijk vind, omdat ik namelijk meen dat de partijen van werkgevers en werknemers zelf zeer bewust zijn, niet alleen vanwege de kabinetsagenda, maar vanwege het maatschappelijk belang, dat ze er snel uit willen komen. Maar het type uitstel waar nu over gesproken wordt, ook in de brief van de Stichting van de Arbeid staat, die vind ik acceptabel.

VAN DER HEYDE:
Ja, dus dat betekent?

RUTTE:
Nou, in die brief wordt gezegd dat men nog enige weken nodig heeft en zonder daar nou precies een datum op te prikken, dat brengt ons niet in de problemen met de uitwerking van onze voorstellen.

VAN DER HEYDE:
Maar de Kamer wil graag een brief op 8 april waarin duidelijk wordt of het wel of niet wat wordt, denkt u dat dat haalbaar is?

RUTTE:
Nee, ze willen een stand van zaken-brief en die krijgen ze.

VAN DER HEYDE:
Maar wat is uw verwachting?

RUTTE:
Ik vind op basis van de gesprekken waar ik ook zelf bij betrokken ben en Lodewijk Asscher en alle andere contacten, vind ik dat er op dit moment voldoende perspectief is om de vraag om enige weken uitstel ook te honoreren.

NIEMANDSVERDRIET (NRC):
Gaat het het kabinet, ook met die enkele weken uitstel, lukken om alle wetgeving dit jaar nog door de beide Kamers te loodsen?

RUTTE:
Alle wetgeving waarvan wij ons bij de, want niet, het is niet zo dat het kabinet klaar is aan het eind van het jaar, de verkiezingen zijn in 2017, maar alle voorstellen waarvan wij bij het opstellen van het regeerakkoord en indachtig het debat bij de regeringsverklaring hebben gezegd, die moeten in het eerste jaar zijn ingediend en ook in het eerste jaar zijn behandeld, liggen nog volledig op schema.

NIEMANDSVERDRIET:
Want er zijn toch een aantal mensen die zeggen dat, zeker met de Raad van State in het traject, en met de Eerste Kamer, en dan vervolgens in het najaar met de gemeenteraadsverkiezingen op komst, dat dat eigenlijk een onhaalbare kaart is, als we nog een aantal weken gaan wachten nu?

RUTTE:
Dat is niet mijn waarneming, wij liggen op schema en, wat ik net schetste, ook op de vraag van mevrouw Van der Heyde, we doen twee dingen tegelijkertijd, we, de gesprekken tussen de werkgevers en de werknemers, daar zijn wij, die zijn gaande en daar zijn wij goed op aangesloten en tegelijkertijd bereiden we alle noodzakelijke wetgeving voor. En natuurlijk hopen wij dat het sociaal overleg tot goede uitkomsten leidt en dat zal natuurlijk leiden ook tot aanpassing van wetgeving, dat is onvermijdelijk. Dat is ook logisch als er een sociaal akkoord zou komen. Maar op dit moment is er op belangrijke trajecten die er lopen geen vertraging.

BERGSMA (ANP):
Ja, ik had nog een vraagje over Yunuz,  de Turkse regering, c.q. Erdogan die heeft aangegeven naar het Europees Hof te stappen, dat, in die zaak, wat vindt u daarvan?

RUTTE:
Wij hebben overigens daar nog geen bevestiging van, we wachten dat af, ja, luister, dat mag, de familie en ook de Turkse regering mag dat doen en dan zullen wij uitleggen hoe wij het hier doen in Nederland en dat wij vinden dat wij voldoen aan alle Europese regelgeving en dat in onze interpretatie daarvan er geen ruimte is voor buitenlandse mogendheden om zich te bemoeien op de manier waarop wij hier omgaan met in dit geval pleeggezin situaties.

BERGSMA:
Maar vindt u het jammer dat de Turken het zo hoop spelen nu?

RUTTE:
De Turken hebben dat, lijken dat dus voor te gaan leggen, we hebben daar geen bevestiging van, aan de Europese instantie, dan is het onder de rechter, dan zie ik af verder van commentaar daarop, wij zullen ons dan verdedigen. En wij menen dat we een sterke juridische positie hebben en die kent u, dat is inderdaad dat wij vinden dat het een kwestie is van pleeggezin moeten worden bezien, los van de vraag van seksuele geaardheid, culturele achtergrond etcetera. Dat overigens het beleid is ook in de wet voorzien, dat je probeert om kinderen zoveel mogelijk geografisch en cultureel dichtbij zijn biologische ouders te plaatsen, maar dat lukt niet altijd en dat als dat niet lukt, geldt wat ik net zei, namelijk dat seksuele geaardheid, allerlei andere kwesties van het geloof, ras, religie er geen rol mogen spelen.

WESTER (RTL NIEUWS):
Meneer Rutte, vorig jaar juni ging het toen weer verzelfstandigde Douwe Egberts terug naar de beurs in Amsterdam, u was daarbij, u was daar trots op, u sprak over een voorbeeld voor het Nederlandse bedrijfsleven een typisch Nederland, Hollands bedrijf. En nu wordt het waarschijnlijk overgenomen door een groep Duitse investeerders, had u dat toen al kunnen bedenken?

RUTTE:
Daar kan ik helemaal niets over zeggen, want dit betreft een individueel bedrijf waarvan vandaag in de media berichten zijn verschenen langs de lijn die u schetst, maar het past mij absoluut niet in mijn baan om daar commentaar op te geven, want dan lever ik commentaar op een normaal proces wat gaande kan zijn. Bedrijven gaan naar de beurs, gaan van de beurs, etcetera, etcetera, dat is echt aan het bedrijf, ik kan daar echt geen commentaar op geven.

WESTER:
Maar toen was u blij en trots dat Douwe Egberts zelfstandig terug was op de beurs in Amsterdam, ja, als het nu wordt overgenomen door een groep Duitsers dan kan ik me voorstellen dat u het tegenovergestelde gevoeld heeft?

RUTTE:
Ja, maar dan ga ik toch in op… die vraag begrijp ik, die wil ik ook beantwoorden als wat nu in de kranten staat waar zou zijn, maar dat weet ik niet, en dat wil ik ook niet weten, want het is absoluut niet aan mij en ook niet gepast

WESTER:
(onverstaanbaar, red)

RUTTE:
Ja, maar dat zijn berichten en nogmaals, ik kan niet op onbevestigde berichten reageren, dus die vraag wil ik absoluut beantwoorden, ik vind het ook een faire vraag, maar in dit stadium kan ik dat niet doen. En vorig jaar was ik inderdaad heel blij dat Douwe Egberts niet koos voor Zwitserland, of voor Singapore of voor Engeland, dat waren meen ik de andere opties, en dat ze kozen voor Nederland en de Nederlandse beurs en dat was een goed besluit.

WESTER:
Maar dat boekonderzoek wordt gedaan, dat wordt door het bedrijf zelf bevestigd.

RUTTE:
Nogmaals, wat het bedrijf precies bevestigt op dit moment is niet aan mij om te gaan checken, ik heb alleen de berichten in de krant gelezen en die waren toen in ieder geval nog onbevestigd en het is niet aan mij, ook niet aan mijn functie gerelateerd, om dan te gaan zeggen kloppen die berichten, want het is het vrije bedrijfsleven wat zelf besluiten neemt. Ik vind uw vraag volkomen legitiem, en die zal ik naar eer en geweten beantwoorden, maar ik vind dat nu doen mij mengen in een intern bedrijfsproces. Dan moeten we dat eerst een stap verder zien , dat het echt zover is dat er een bepaalde uitkomst is.

WESTER:
Voorlopig drinkt u nog geen kop koffie minder om?

RUTTE:
Geen kop koffie minder om, integendeel, en geen kop thee

BOONMAN (EENVANDAAG):
Ja, meneer Rutte, er duiken om de dag zo'n beetje toch weer berichten op over mensen die de suggestie aan u doen over een tussenformatie…

RUTTE:
In uw programma, dat is een beetje een verstopt paasei dat u nu uitpakt

BOONMAN:
Nee, wacht even, ook vanmorgen gewoon in het Algemeen Dagblad weer, dus even los van wie het zegt, dus er is niet een programma, je leest het overal en je hoort het overal, die mensen beginnen erover, vindt u dat een onzinnige gedachtegang?

RUTTE:
Ik ben er in ieder geval niet voor, toen wij met het kabinet begonnen, ik heb het ook eerder gezegd toen Hans Wiegel deze suggesties deed, begin maart, toen wisten wij dat we een meerderheid hebben in de Tweede Kamer en een minderheid in de Eerste Kamer, dat wisten we allemaal. Wij hebben dat bewust zo besloten, omdat we zeiden en daar waren wij niet de enigen, ook veel andere partijen zeiden: vorm met deze twee partijen een kabinet, dat kabinet is stabiel, dat ligt op koers, dat is vreselijk hard bezig om draagvlak te vinden in de samenleving, in de politiek, ook bezig om de eigen plannen om te zetten in wetgeving, dat gaat goed. Daar hoort ook bij dat je altijd zoekt naar meerderheden. En ik ken heel veel kabinetten die een meerderheidskabinet waren en ook op zoek moesten naar meerderheden die niet altijd vanzelfsprekend waren. En ik denk dat het in Nederland nou eenmaal zo is dat je die verschillende situaties mee zal maken. En ik wijs op een lans als Zweden, en Noorwegen en Denemarken waar ze jarenlange tradities hebben van minderheidskabinetten en die behoren tot de welvarendste landen van de wereld. Dus de link tussen een minderheidskabinet en welvarendheid is eerder positief dan negatief.

BOONMAN:
Ja, waarmee u dus bedoelt, die oprispingen over een tussenformatie, vindt u onzin?

RUTTE:
Ik gebruik uw woord niet…

BOONMAN:
…nee, maar ik wil wel iets…

RUTTE:
… want ik vind het prima dat de (namen onverstaanbaar, red) daar alles van vinden, maar ik ben het er niet mee eens.

VISCHJAGER:
Meneer Rutte, ik wou wat vragen, bent u tevreden met uzelf, of ontevreden, want dat moet natuurlijk ook kunnen, wat zijn de punten waar u het meeste tevreden over bent en ontevreden?

RUTTE:
Dit gaat wel even… dit gaat me niet lukken nu… vooral de laatste lijst niet. Ik doe mijn best zal ik opschrijven.

VISCHJAGER:
(onverstaanbaar, red)

RUTTE:
Nee, dat begrijp ik, maar de vraag beantwoorden, dan moet ik bijna een boek schrijven. Dus laat ik even geaggregeerd antwoorden en dan komen we later met een detail. Ik doe mijn best.