Meer kansen voor mbo jongeren

MBO-scholen gaan alleen nog opleidingen aanbieden waarvoor in de regio voldoende arbeidsmarktperspectief is. De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel van minister Jet Bussemaker (Onderwijs) om de kansen van jongeren met een mbo-diploma op de arbeidsmarkt te vergroten. Dat betekent dat mbo-scholen studenten voorafgaand aan de keuze voor een opleiding beter gaan voorlichten over hun kansen op de arbeidsmarkt en dat zij hun opleidingenaanbod beter gaan afstemmen op het regionale bedrijfsleven en andere instellingen in de regio. Ook wordt het mogelijk om opleidingen waar vanuit de arbeidsmarkt geen vraag naar is sneller te sluiten. Volgens minister Bussemaker moeten ook in de toekomst afgestudeerde vakmensen aan de slag kunnen en moeten bedrijven in hun regio kunnen rekenen op voldoende en goed opgeleid personeel.

Minder opleidingen, betere aansluiting op werk

Jaarlijks volgen nog teveel jongeren een opleiding die onvoldoende aansluit op de arbeidsmarkt. Zo zitten er bijvoorbeeld teveel verkopers detailhandel en medewerkers dierverzorging na afronding van de opleiding werkloos thuis. Ook is sprake van een versnipperd en inefficiënt opleidingenaanbod. Zo is meer dan 40 procent van de 8.100 opleidingen die de 69 mbo-instellingen aanbieden klein (minder dan 18 deelnemers), waardoor de kwaliteit sneller onder druk komt te staan. Minister Bussemaker heeft de Inspectie van het Onderwijs gevraagd onderzoek te doen naar de kwaliteit van kleine opleidingen. Aan mbo-scholen en bedrijfsleven is gevraagd om met een voorstel te komen voor meer herkenbare opleidingen wat het beroepsonderwijs beter organiseerbaar maakt.

Stages als toekomstinvestering

ROC's hebben nu al de wettelijke plicht alleen een opleiding aan te bieden als er voor studenten na afronding van de opleiding voldoende arbeidsmarktperspectief is. Ook geldt nu al de verplichting om voor elke opleiding stage te lopen bij een erkend leerbedrijf. Volgens minister Bussemaker vraagt de huidige economische situatie van het bedrijfsleven om samen met onderwijsinstellingen om goed na te blijven denken hoe de arbeidsmarkt in hun regio er in de toekomst uitziet en welke werknemers daarvoor nodig zijn: “Gelukkig zie ik steeds meer scholen en bedrijven die verder durven te kijken dan de dag van morgen. Komende jaren gaan veel oudere werknemers met veel kennis met pensioen. Nu investeren in stageplaatsen levert bedrijven straks een goed opgeleide werknemer op,” aldus Bussemaker. Om het opleidingenaanbod gerichter en sneller te kunnen afstemmen op de vraag van het regionale bedrijfsleven en op het aanbod van andere instellingen in de regio, verwacht de bewindsvrouw dat de mbo-scholen nauwer aansluiten bij de kennis van de 35 arbeidsmarktregio’s, zodat beter kan worden samengewerkt met gemeenten en het UWV.

Betere voorlichting

Tevens worden instellingen verplicht (aankomende) studenten goed te informeren over de opleiding en de latere kans op een baan, zodat zij beter een afgewogen keuze kunnen maken en gemotiveerd aan een opleiding beginnen. Eerder pleitten verschillende Jongerenorganisaties, waaronder ISO, LSVb, LAKS, CNV Jong en JOB, al voor toegankelijke, eerlijke en objectieve informatie over opleidingen en de arbeidsmarkt. Op dit moment werkt een aantal mbo instellingen scholen samen met het bedrijfsleven en (aankomende) studenten de Studiebijsluiter verder uit, zodat de bijsluiter volgend schooljaar op alle mbo-scholen gebruikt kan worden.
Minister Bussemaker heeft vertrouwen in een goede aanpak van instellingen zelf, maar wil in het belang van de studenten en hun toekomst een stok achter de deur hebben en kunnen ingrijpen wanneer mbo-scholen opleidingen blijven aanbieden die onvoldoende aansluiten op de vraag vanuit de arbeidsmarkt. Studenten mogen daar volgens de bewindsvrouw niet de dupe van zijn, vandaar dat het mogelijk wordt om dit soort opleidingen indien nodig uiteindelijk te sluiten.