Kansen voor Nederland in de interneteconomie

Speech van de minister van Economische Zaken, Henk Kamp, op de Europadag, Den Haag, 7 mei 2013.

Mevrouw de Commissaris, ondernemers, dames en heren,

Dank voor uw komst. Het is precies vandaag 63 jaar geleden dat Robert Schuman ervoor pleitte om de Franse en Duitse kolenproductie onder één Europese autoriteit te plaatsen. Dit was het begin van de gemeenschappelijke markt, die de vrede in Europa verankerde en ons groei en welvaart bracht.

Commissaris Kroes en ik wilden vandaag een uitwisseling met vooral jonge ondernemers en start-ups in de ICT-sector, en als ik om me heen kijk is dat aardig gelukt. Daar ben ik blij om. Want het zijn ondernemers als u die vandaag bouwen aan de interneteconomie van morgen. En daarmee de basis leggen voor onze toekomstige welvaart. Want ICT en Internet hebben ons al veel geboden, maar hebben ons nog veel meer te bieden: geweldige kansen voor innovatie, groei en banen, in alle sectoren van de economie.

De groei van het Internet is de afgelopen tien jaar duizelingwekkend snel gegaan. Er verschijnen steeds nieuwe spelers, zoals app-makers, cloud-providers, zoekmachines, sociale media-aanbieders, televisie en andere commerciële platforms.

In de Verenigde Staten zijn er sinds 2007 zo’n half miljoen hoogwaardige banen bijgekomen dankzij de groei van apps voor smartphones en tablets. Wereldwijd is de omzet van de vier grootste app-stores met 10 procent gegroeid, in drie maanden. Tien procent groei in drie maanden!

In Europa is de ICT sector nu al goed voor vier miljoen banen. Alleen de Internetwinkels zetten in 2012 al 300 miljard euro om.

De Europese ICT-sector als geheel groeit met 3 procent per jaar en zorgt voor meer dan de helft van de groei in de gehele economie .

Nederland behoort tot de koplopers in de Interneteconomie.

In de ICT-wereldranglijst van het World Economic Forum zijn we in maart zelfs gestegen van de zesde naar de vierde plaats -- na Finland, Singapore en Zweden.

Onze infrastructuur is ijzersterk. Alle Nederlanders hebben toegang tot breedband, en maar liefst 95 procent tot snel breedband. Een derde van alle web-aankopen in Europa verloopt via het internetknooppunt in Amsterdam. En een derde van het Europese internetverkeer met de Verenigde Staten loopt via Amsterdam.

Daarmee is Nederland niet alleen de fysieke poort van Europa, met de luchthaven Schiphol en de haven van Rotterdam, maar ook de digitale poort.

Onze uitgangspositie is dus sterk.

Maar er is nog een wereld te winnen.

Europa als geheel loopt achter bij de Verenigde Staten. Apple, Google en Facebook zijn nu de leiders in de Interneteconomie. Drie Amerikaanse bedrijven! We hebben genoeg talent in huis – u bent daarvan het bewijs. Maar we moeten zorgen dat de uitdagers de ruimte krijgen. En dat ze goed opgeleide mensen kunnen aantrekken. Nu lukt dat onvoldoende. Mevrouw Kroes verwacht dat er in 2015 900 duizend onvervulde vacatures zijn in de Europese ICT-sector.

Volgens adviesbureau Berger kan de Nederlandse economie dankzij ICT met maar liefst 17 miljard per jaar extra groeien als we ICT optimaal inzetten in alle topsectoren van onze economie. Niet alleen bij grote bedrijven, maar ook in het MKB.

En in heel Europa kan ICT de komende acht jaar zorgen voor maar liefst 5 procent extra economische groei en nog eens vier miljoen nieuwe banen . Maar dan moeten we wel de digitale interne markt voltooien, zodat ICT-ondernemers (als veel van u) makkelijker over grenzen heen kunnen groeien.

Daar wil ik het nu over hebben.

Dames en heren,

Ik zie drie grote uitdagingen voor de Europese interneteconomie.

De eerste uitdaging is de voltooiing van de Europese digitale markt. Ik ben benieuwd naar de plannen die Commissaris Kroes in september wil presenteren voor de Europese telecommarkt.

Nederland met haar open economie is groot voorstander van maatregelen die ondernemerschap en innovatie over grenzen heen bevorderen, dus ook in de telecommarkt.

Ondernemers en consumenten worden nu door nationale grenzen onnodig op kosten gejaagd. Telecomoperators die Europees actief willen zijn, moeten nog steeds in verschillende landen aan verschillende eisen voldoen. Dat is niet meer van deze tijd! En het is ook niet meer van deze tijd dat bellen en internetten flink duurder worden zodra je de grens passeert.

Commissaris, goed dat u die onnodige kosten wilt aanpakken.

Want alleen als we dit soort barrières wegnemen, krijgen we echt Europese spelers die zich kunnen meten met giganten als Google of AT&T. Dat moet ook kunnen. Want onze Europese markt is nog groter dan de Amerikaanse, en onze exportpositie is sterker.

Die Europese giganten moeten dan wel vanuit de markt ontstaan. Overheden zijn geen ondernemers. Daarom hebben we destijds de telecomsector aan de markt overgelaten, beter gezegd, heeft mevrouw Kroes dat destijds op gang gezet, als de Nederlandse minister onder meer verantwoordelijk voor het telecombeleid. Concurrentie leidt er toe dat bedrijven gaan innoveren, gaan groeien en sterk komen te staan op de wereldmarkt. Overheden moeten bedrijven de ruimte geven om over grenzen heen te groeien. Maar bedrijven bepalen vervolgens zelf wat zij met die ruimte doen.

En als er enkele Europese reuzen ontstaan, ook dan moet er vooral genoeg ruimte blijven voor kleinere innovatieve ondernemers. Oók als zij met een briljante nieuwe app snel marktaandeel veroveren ten koste van hun grotere concurrenten. We moeten voortdurend gericht zijn op ondernemers die starten, ondernemers met ideeën, ondernemers met potentie om door te groeien.

Dat betekent dat we moeten zorgen voor eigentijdse marktregels voor de Interneteconomie. Er is nu geen gelijk speelveld, want voor telecombedrijven gelden andere regels dan voor internetondernemers. Maar telecom-, media- en Internetdiensten concurreren steeds meer met elkaar; er ontstaat één markt. 40% van de Nederlanders krijgt bijvoorbeeld al televisie, internet en telefoon via één vast netwerk. En telecombedrijven halen steeds minder inkomsten uit sms’en en telefonie doordat mensen steeds meer Whatsappen en Skypen. Dit betekent dat wetgevers regels moeten aanpassen aan de nieuwe realiteit.

De tweede uitdaging in Europa, dames en heren, betreft de waarborgen voor de privacy, continuïteit en veiligheid op het Internet. Die zijn cruciaal in een economie die steeds afhankelijker wordt van een goed werkend internet. Elke uitval, elke verstoring, elke D-Dos aanval leidt niet alleen tot economische schade, maar tast ook het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de Internetdiensten aan. En juist dat vertrouwen is cruciaal. Want zonder dat zijn bedrijven minder bereid om te investeren in digitalisering. En dat zet een rem op innovatie en economische groei.

Daarom werken operators, MKB-ers en overheid in Nederland nu bijvoorbeeld samen om botnets aan te pakken. Door informatie te delen via de website abuse.nl, kunnen geïnfecteerde pc’s sneller worden opgespoord en ontsmet. En dat verkleint weer de kans op grote D-dos aanvallen.

Wat betreft de continuïteit van de dienstverlening, was de brand bij Vodafone vorig jaar voor Nederland een wake-up call.

Die brand verstoorde dagenlang ons Internet- en telefoonverkeer. Dat mag niet weer op deze schaal gebeuren.

Maar ik heb goed nieuws voor u. Want KPN, T-Mobile en Vodafone hebben afgesproken dat ze vanaf eind dit jaar bij grote storingen elkaars netwerken mogen gebruiken. Dan gaat het om storingen die meer dan 500 duizend klanten treffen en naar verwachting langer dan drie dagen duren. Die afspraken zijn nu gemaakt voor de telefonie. Op dit moment kijken de operators hoe ze ook het dataverkeer kunnen veiligstellen.

Nederland loopt daarmee weer voorop, want we zijn een van de weinige landen met zo’n regeling. En wat belangrijker is: de regeling is goed voor consumenten!

Ten slotte moeten we zorgen voor een goede bescherming van persoonsgegevens. Bedrijven hebben duidelijkheid nodig over waar ze die gegevens wel en niet voor mogen gebruiken. Daar zal de Europese Verordening Dataprotectie een belangrijke rol bij spelen.

Tegelijkertijd moeten bedrijven de ruimte hebben om te innoveren. Ze moeten persoonsgegevens op een verantwoorde manier kunnen gebruiken. Ook bij e-privacy gaat het dus om het vinden van de balans, in dit geval de balans tussen beschermen en innoveren.

Dat is niet eenvoudig, zoals we hebben gemerkt in de discussie rond de cookie-wetgeving. Ik ga binnenkort de Telecommunicatiewet wijzigen, zodat de regels voor cookies minder gedoe opleveren voor gebruikers en beter uitvoerbaar worden voor bedrijven. Uiteraard zonder dat de privacy van gebruikers in het geding komt. Dat is ook precies het doel van de Europese richtlijn terzake.

Dames en heren,

Hoe zorgen we ten slotte voor een hoger ICT-gebruik in het MKB? Dat is de derde uitdaging.

Ik ben blij dat we hier vandaag internetondernemers Erna Froon en Willem Vermeend – mijn gewaardeerde oud-collega - in ons midden hebben, want zij gaan die uitdaging aan. Als aanjagers van een van de tien projecten die ons land op weg moeten helpen naar nieuwe doorbraken in de interneteconomie. Die kan niemand alleen forceren. Doorbraken vergen grote investeringen waarbij overheid en bedrijven samenwerken.

Het kabinet wil bijvoorbeeld dat MKB’ers makkelijker ICT kunnen gebruiken bij onderzoek. Digitaal prototypes testen is bijvoorbeeld goedkoper, beter en sneller dan traditionele testmethodes. Dat is goed voor innovatie, groei en banen.

En het versterkt onze positie als koploper in de interneteconomie.

Er is werk aan de winkel, want een derde van de MKB’ers heeft niet eens een website. Winkeliers die niet meegaan in de digitalisering, hebben het zwaar. Terwijl internetwinkeliers het juist heel goed doen. En nog veel meer kunnen groeien.

Want we gaan toe naar een toekomst waarin klanten hun avatar online kleren laten passen in driedimensionale virtuele pashokjes! En die toekomst is niet meer ver weg. Volgens de Commissie komen er voor iedere verloren baan in de niet-virtuele wereld 2,6 bij op het Internet. Die slag moeten we dus maken.

Zoals ik net al zei hebben bedrijven goed opgeleide mensen nodig. En die kunnen ze vaak niet vinden. Daarom heeft het kabinet samen met bedrijven, onderwijsinstellingen, werknemers, regio’s, scholieren en studenten een Techniekpact opgesteld. Dat presenteren we volgende week. Wij sluiten daarmee aan bij de ‘Grand Coalition for Digital Jobs and Training’ waarmee Commissaris Kroes wil bereiken dat meer vacatures in de ICT-sector vervuld worden.

Ons Techniekpact moet er toe leiden dat kinderen enthousiast worden gemaakt voor ICT en techniek. Dat jongeren vaker kiezen voor een toekomst in technische sectoren als de ICT waar banen voor het oprapen liggen. En dat ouderen en werklozen zich vaker laten omscholen voor die banen waar vragen naar is in de interneteconomie.

Dames en heren, ik ga afronden.

Commissaris Kroes, u speelt vanuit Brussel een cruciale rol in de toekomst van de Europese interneteconomie.

En dus van onze welvaart.

Nederland ziet uit naar uw plannen voor de telecommarkt.

Wij zullen u steunen in uw streven om die ene Europese digitale markt te voltooien.

Wij zullen u steunen in uw streven om kosten te verlagen en het gemak voor gebruikers te vergroten.

En wij zullen u steunen in uw streven om de veiligheid van het internet te vergroten, om de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren en om e-privacy op een verantwoorde manier te borgen.

Door grenzen te openen creëren we kansen voor alle bedrijven in de interneteconomie, klein en groot. Ook groot begon ooit klein.

Dank aan allen voor uw aanwezigheid vandaag op deze Europadag. Ik wens u een vruchtbare middag toe.