Programma Veilige Publieke Taak wordt voortgezet

Verbaal en fysiek geweld tegen mensen die een publieke taak vervullen moet worden bestreden. Dat kan door straffen, maar ook door een structurele aanpak en dat laatste beoogt het programma Veilige Publieke Taak (VPT). Dat wordt tot 2017 voortgezet en heeft in de tweede helft van 2012 op alle hoofdlijnen voortgang geboekt.

Het accent lag in die periode op preventie en op de bestuurlijke aanpak van de VPT-problematiek, vooral door gemeenten en burgemeesters. Lokale bestuurders spelen een cruciale rol als regisseur van het lokale veiligheidsbeleid, werkgever, subsidieverlener, vergunningverlener, handhaver, en specifiek voor wat burgemeesters betreft, boegbeeld. In 2013 zal de nadruk nog meer op deze onderwerpen liggen.

Dat staat in de halfjaarlijkse voortgangsrapportage van het programma VPT die minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) vandaag mede namens minister Opstelten van Veiligheid en Justitie (VenJ) naar de Kamer heeft gestuurd, met een begeleidende brief. Het programma VPT is in het leven geroepen om agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak landelijk aan te pakken. De aanpak bestaat uit een combinatie van werkgeversmaatregelen, strafrechtelijke maatregelen en ketensamenwerking.

Tot de bereikte resultaten in de afgelopen zes maanden behoren onder andere vorming van nieuwe VPT-regio’s, afname van het aantal VPT-incidenten in het openbaar vervoer en de mogelijkheid om onder nummer aangifte te doen. Uit de begeleidende brief blijkt verder dat het programma VPT ondersteuning zal blijven bieden aan voor VPT relevante initiatieven waarin opvoeders van jongeren een rol spelen.