OCW verlegt subsidiestroom

Het kabinet maakt vanaf 2015 €200 miljoen vrij uit de OCW-begroting om te kunnen herinvesteren in onderwijs en onderzoek. Het geld komt uit subsidies die niet direct bijdragen aan het primaire onderwijsproces en subsidies voor activiteiten die geen prioriteit (meer) hebben. Dat schrijven minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker in een brief aan de Tweede Kamer. Ze voeren daarmee een maatregel uit het regeerakkoord uit.

Onderwijs ontzien

De ombuiging loopt op van €100 miljoen in 2014 tot €200 miljoen vanaf 2015 - bijna de helft van het totale bedrag dat in het onderwijs en onderzoek omgaat aan rijkssubsidies. Volgens Bussemaker en Dekker zijn ‘scherpe keuzes’ en pijnlijke maatregelen onvermijdelijk maar is ervoor gekozen het onderwijs te ontzien. Daarnaast blijven prioriteiten als leraren en techniek zoveel mogelijk buiten schot.

Kwaliteitsverbetering

Bij subsidies die buiten deze prioriteiten vallen is kritisch gekeken naar versnippering van activiteiten. Dit betekent dat subsidies gebundeld worden en dat instituten die vergelijkbare taken uitvoeren beter en efficiënter moeten samenwerken. Resterende subsidies krijgen waar (juridisch) mogelijk dezelfde efficiencytaakstelling opgelegd die ook voor de Rijksoverheid geldt: 10%.

De €200 miljoen die deze taakstelling structureel oplevert wordt terug geïnvesteerd in onder andere de kwaliteitsverbetering van leraren en schoolleiders en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.