Ingebruikstelling nieuwe nationale supercomputer 'Cartesius'

Op vrijdag 14 juni werd de nieuwe, nationale supercomputer Cartesius 'opgestart' door staatssecretaris Sander Dekker.

Dames en heren,

Ook voor een staatssecretaris begint elke werkdag met het opstarten van de computer. Maar dat gebeurt eigenlijk nooit in zo’n feestelijke ambiance, en met zoveel getuigen die applaudisseren en misschien ook nog wel het glas heffen als ik deze handeling tot een goed einde heb gebracht. Maar de computer die ik straks in gebruik mag stellen, is ook van een heel andere orde. Daarvoor is het woord ‘opstarten’ veel te gewoontjes: dit mag heel plechtig een inauguratie heten.

Ik ben diep onder de indruk van de mogelijkheden van de nieuwe, nationale supercomputer ‘Cartesius’. De kwalificatie ‘super’ is in dit geval een understatement, daarmee doe je deze geavanceerde installatie tekort. De getallen om de prestaties te omschrijven, duizelen door mijn hoofd. Met een rekencapaciteit van 250 teraflops is deze supercomputer nu al vier keer zo krachtig dan de vorige. En naar verwachting zal over een jaar de petaflopbarrière (1000 teraflops) worden doorbroken: dat betekent een biljard berekeningen per seconde. Daarmee is de Cartesius al gauw 10.000 tot 100.000 keer sneller dan een gemiddelde PC.

Zulke getallen gaan je voorstellingsvermogen te boven, maar het kan altijd nog sneller. We zijn nu heel trots, maar onze kinderen zullen later meewarig glimlachen over de prestaties van de Cartesius. Zij zullen zich nauwelijks kunnen voorstellen dat daar ooit diepgravend wetenschappelijk onderzoek mee is verricht. Zoals het voor ons onvoorstelbaar is, dat de computer die de Apollo 11 veilig naar de maan bracht en terug naar aarde, een processor had van – hou je vast - 2 Mhz. Verre van astronomisch. Een beetje smartphone beschikt tegenwoordig al over 1400 Mhz. De tijd vliegt, en de ontwikkeling van computers lijkt de tijd nog voorbij te vliegen.

Hoe dan ook: om verder te komen, moet de wetenschap altijd kunnen beschikken over de meest geavanceerde apparatuur die op dat moment voor handen is. Dat besef is van alle tijden. Denkt u maar eens aan onze beroemde wetenschapper Christiaan Huygens, naar wie de vorige supercomputer was vernoemd. Hij realiseerde zich dat hij voor zijn sterrenkundige waarnemingen over steeds betere kijkers moest kunnen beschikken. Daarom ontwikkelde hij zelf een buisloze telescoop, waarmee hij onder andere ‘zijn’ Titan zou ontdekken.

Na zes jaar trouwe dienst, wordt de Huygens nu ingeruild voor de Cartesius. En dat is goed nieuws voor onze universiteiten en onderzoeksinstellingen. Dankzij de enorme rekenkracht kan de Cartesius nog complexere processen simuleren. En wat dat betekent voor onderzoekers, hebt u vandaag al in verschillende presentaties gezien.

De Cartesius biedt wetenschappers de mogelijkheid om tot belangrijke nieuwe wetenschappelijke inzichten te komen, en misschien zelfs doorbraken te forceren. In het verlengde daarvan staan bedrijven te popelen om die doorbraken te transformeren tot innovaties die voor miljoenen, zo niet miljarden omzet kunnen zorgen. De nieuwe supercomputer is dan ook van groot belang voor onze kenniseconomie.

Dames en heren,

Ik vind het heel belangrijk dat ook het grote publiek de waarde van de Cartesius inziet. Dat men beseft dat de nieuwe supercomputer geen ‘speeltje’ is voor wetenschappers, maar een onmisbaar gereedschap om ons welzijn en welvaart te brengen. Ik roep daarom alle onderzoekers die gebruik maken van de Cartesius op, om over hun werk te vertellen. Zoek daarvoor de juiste publiekspodia op, en kies voor onderzoeksresultaten die tot de verbeelding spreken. Laat zien wat u doet, hoe Cartesius u daarbij helpt, en wat dit betekent voor onze samenleving. Door de economische relevantie en de link met maatschappelijke vraagstukken aan te geven, vergroot u het draagvlak voor wetenschap. En dat is niet alleen in uw belang, maar in ieders belang.

En dan wordt het nu hoog tijd voor de inauguratie van Cartesius. Daarvoor ga ik op de digitale knop drukken om de eerste rekenopdracht naar onze nieuwe, nationale supercomputer te sturen. Dames en heren, het grote moment is aangebroken: Cartesius gaat voor ons rekenen!