Extra vaccinatie mazelen bij verhoogd risico

Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op advies van deskundigen besloten bepaalde risicogroepen een extra vaccinatie aan te bieden tegen mazelen. Het gaat om kinderen van 6 tot 14 maanden die wonen in gemeenten met een relatief lage vaccinatiegraad voor mazelen, onder de 90 procent. Verder gaat het om kinderen van reformatorische gezindte van 6 tot 14 maanden oud in de rest van Nederland. De extra vaccinatie wordt gegeven bij de Jeugdgezondheidszorg die ook de reguliere vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma uitvoeren.

In heel Nederland komen kinderen van 14 maanden tot 19 jaar die nog niet zijn gevaccineerd in aanmerking voor vaccinatie. Zij kunnen zich bij de GGD melden. En, in het geval van mazelenclusters (groepjes mazelenpatiënten), is het advies om nog niet gevaccineerde contacten van deze patiënten te vaccineren. Dit is in lijn met het huidige beleid van de GGD’en. Doel is de uitbraak van mazelen in Nederland zo snel mogelijk in te dammen.

Uitbraak van mazelen

Sinds eind mei 2013 is er sprake van een uitbraak van mazelen die zich concentreert in gemeenten met een relatief lage vaccinatiegraad. Verspreiding vindt met name plaats via reformatorische scholen. Door de lagere vaccinatiegraad is het waarschijnlijk dat de ziekte zich de komende tijd verder verspreidt onder ongevaccineerde kinderen in deze gemeenten. Aangezien het risico op een ernstige vorm van de ziekte bij jonge ongevaccineerde kinderen het hoogst is, heeft het OMT (Outbreak Management Team) van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) de minister geadviseerd deze groep een extra vaccin aan te bieden.

De extra vaccinatie wordt alleen aangeraden voor die kinderen met een duidelijk verhoogd risico op besmetting. Vroeg vaccineren heeft namelijk ook nadelen. Op de langere termijn is de bescherming mogelijk lager dan wanneer deze bij 14 maanden wordt gegeven. De kans op besmetting buiten deze doelgroepen is bovendien zeer klein.

Groepsimmuniteit

In het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) wordt aan alle kinderen mazelenvaccinatie aangeboden op de leeftijd van 14 maanden en 9 jaar (de BMR-prik). Kinderen tot 6 maanden zijn in principe beschermd via antistoffen die ze bij geboorte van hun moeder hebben meegekregen. Aangezien de vaccinatiegraad in grote delen van Nederland hoog is, is er sprake van zogenaamde groepsimmuniteit. Doordat de meeste mensen gevaccineerd zijn, worden ze niet besmet en dragen de ziekte dan ook niet over.

Voor meer informatie over de extra vaccinatie mazelen bij verhoogd risico: www.rivm.nl/mazelen