Toespraak van minister Timmermans bij de opening van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in Brussel

Speech van minister Timmermans tijdens de opening van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in Brussel.

We feliciteren vandaag deBuren met dit fraaie nieuwe onderkomen. Na de dakloze jaren heeft het ‘Huis zonder huis’ nu een vaste plek. Het zwervende bestaan is voor een Vlaams-Nederlands huis niet ontoepasselijk: Eduard Douwes Dekker, Multatuli, schreef twee straten lopen, vijf minuten hiervandaan in een kleine herberg Max Havelaar. Voordat hij zich in Brussel vestigde zwierf hij rond door Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Waarom hij hier verbleef was, zoals u weet, omdat hij op de vlucht was voor zijn schuldeisers. Dat hij in 2010 in het kader van het Multatuli-jaar in Brussel zo gul werd herdacht is mede te danken aan de onvermoeibare inzet van deBuren-directeur Dorian van den Brempt.

De gelijkenis tussen deBuren en Multatuli is het zwervende bestaan. Net als Douwes Dekker heeft de ‘dakloosheid’ het succes van deBuren niet ernstig beïnvloed:

  • In 2012 organiseerde deBuren in samenwerking met haar partners maar liefst 170 activiteiten—meer dan drie per week
  • deBuren trok in 2012 bijna 22.000 bezoekers: bijna een verdubbeling ten opzichte van 2011, en een verdrievoudiging ten opzichte van 2008

Het is een verhaal van groei en succes. Ik wil wat uitweiden over de deugden van dat zwerven. Als zwervende intellectueel stond Multatuli in een rijke Europese traditie. Echte intellectuelen zijn geen bleke kamerplanten die nooit iets anders zien dan de muren van hun studeerkamer. Intellectuelen, kunstenaars, schrijvers en musici moeten reizen en bewegen. Centraal staat de indruk en de uitwisseling. Uit die bouwstenen ontstaat de Europese cultuur.

Reizen en anderen ontmoeten, betekent niet vanzelfsprekend meer wederzijds begrip. De uitwisseling van ideeën—tussen schrijvers, kunstenaars en musici—garandeert niet zomaar een harmonieuze uitkomst. De geschiedenis is rijk aan voorbeelden van ontmoetingen en indrukken die meer te maken hebben met verwijdering dan harmonie:

  • Rousseau vertrok in 1766 met Hume naar Engeland, op de vlucht voor vervolging in Frankrijk. Hij was toen net begonnen aan zijn Bekentenissen. Maar gastvrijheid van Hume liep uit op een ramp: Rousseau beschuldigde hem van een complot tegen zijn reputatie en persoon.
  • Goethe, lezen we in diens Italiaanse Reis, werd in een klein dorpje in de Italiaanse Alpen bijna gearresteerd omdat hij een ruïne natekende: was hij soms een buitenlandse spion?
  • In de memoires van Alexander Herzen zien we Alexis de Tocqueville een kort moment opdraven als vertegenwoordiger van de Franse overheid. Terwijl Herzen is gearresteerd in de turbulentie van Parijs van 1848, komt Tocqueville hem vertellen dat hij niets voor Herzen kan betekenen. Herzen is verbolgen.
  • Johann Gottfried Herder reisde als jonge man en beginnend denker naar Parijs, maar kwam vol gevoelens van vernedering terug: zijn Franse collega’s achtten zichzelf superieur aan de Duitsers, en deze persoonlijke bitterheid heeft zeker bijgedragen aan de categorische afwijzing van de Verlichting door Duitse Romantici.
  • Fjodor Dostojevski reisde in 1862 voor het eerst door West-Europa. Zijn indrukken kregen gestalte in Winter notes on summer impressions, en voorschaduwen alle grote thema’s uit zijn latere werk.

Maar het grotere en belangrijkere punt is dat de rijke Europese cultuur altijd door de ontmoeting tussen dichters en denkers, niet door hun isolatie, gestalte heeft gekregen. Een Europa waar intellectuelen gefixeerd zouden zijn in hun nationale of lokale omgevingen, zou een armer Europa zijn:

  • Rousseau kon, zo lang hij in Engeland was, ongestoord werken aan de Bekentenissen, en ook de paranoïde ervaring met Hume heeft bijgedragen aan de gedrevenheid waarmee hij zich tegenover het grote publiek wilde verdedigen. De ervaring en zijn paranoia, die in Engeland groeide, hebben bijgedragen aan de monumentale status van de Bekentenissen.
  • Herder transformeerde na zijn Franse ervaringen van een relatief voorspelbare Verlichtingsdenker in de grote naam van de Duitse Romantiek, die nadruk legde op pluralisme, eenvoud en romantische (beschaafde!) vormen van populisme.
  • Goethe schreef in zijn verslag: ‘In Rome heb ik mezelf voor het eerst gevonden.’ Door zijn reis neemt hij opnieuw het werk aan Faust op, dat hij daarvoor had stilgelegd.
  • De West-Europese indrukken van Dostojevski gaven een diepere inspiratie aan zijn beschouwingen over de westerse ideeën die hij hevig bekritiseerde en afwees in zijn romans Misdaad en Straf en De Gebroeders Karamazov.
  • Herzens slechte ervaring met de Fransen in het algemeen, en met Tocqueville in het bijzonder, dreef hem tot prachtige literaire reflecties op de verschillen in karakter tussen Fransen, Italianen, Britten, Duitsers en Russen.

Wanneer men de verhalen over de reizen en ontmoetingen van grote Europese denkers en kunstenaars leest, kan men de ingrediënten van de latere geschiedenis en het denken in Europa proeven. Zonder de ontmoetingen zou de Europese culturele geschiedenis minder opwindend zijn. Het is een Europees perspectief, en dat past bij het Huis deBuren. Vanuit het idee dat Vlaanderen en Nederland op cultureel gebied een eenheid vormen, werkt deBuren aan de groei en ontwikkeling van het kunstzinnige, literaire en intellectuele leven in de lage landen, in het hart van Europa.

Dit huis is een passend onderdak voor een succesvol Vlaams-Nederlands Huis, met een Europese gerichtheid. Dat betekent niet dat Europa ook een eigen rol moet spelen op het gebied van culturele ontwikkeling. Wat de Europese Unie kan en moet doen—en dat doet ze goed—is het zorgen voor de randvoorwaarden voor culturele uitwisseling en samenwerking: ze maakt de mobiliteit van kunst en kunstenaars mogelijk, regelt kwesties op het gebied van intellectueel eigendom en andere economische aspecten van kunst en cultuur. Op die manier draagt de Unie bij aan de voortzetting van de rijke Europese cultuur, waarin reizen altijd onmisbaar is geweest:

  • Denk aan de reizende intellectueel uit de Renaissance (Erasmus, Hugo de Groot);
  • De Grand Tour die de Europese bovenklasse traditiegetrouw maakte in de achttiende en negentiende eeuw;
  • De avant-garde uit de vroege 20ste eeuw die zichzelf vestigde in Europese hoofdsteden, en de kunst, literatuur en muziek radicaal vernieuwde
  • De aanstekelijke beïnvloeding uit het internettijdperk tussen Europese cultuurdragers die, naast online, nog altijd plaatsvindt in hedendaagse cultuurhuizen

Huis deBuren is een belangrijke spelmaker. In de afgelopen jaren was deBuren meer dan alleen een centrum voor debat: het droeg bij aan ontmoetingen tussen Vlaamse en Nederlandse denkers, en opende voor (jonge) schrijvers een perspectief op Europa:

  • Sinds vorige week reist het huis onder de vlag Ken je Buren met Nederlands-Vlaamse schrijversduo’s langs boekwinkels en festivals in Nederland en Vlaanderen. Dimitri Verhulst spreekt met Anna Enquist, Roderik Six met Ilja Leonard Pfeijffer, Sylvia vanden Heede met Thé Tjong Khing.
  • Dit jaar en vorig jaar (2013, 2012) reisde deBuren met jonge Nederlandse schrijvers en kunstenaars naar Parijs om in het huis van de stichting Biermans-Lapôtre te verblijven en op te gaan in de Europese grootstad. Alle deelnemers schreven een essay.
  • Het succesvolle project CityBooks biedt aan schrijvers uit Vlaanderen, Nederland en elders in Europa onderdak in ongebruikelijke Europese steden, waar zij korte verhalen en reportages schrijven over de stad: van Saskia de Coster tot Christiaan Weijts, van Bernard Dewulf tot Arnon Grunberg.
  • Het publiek dat door het project CityBooks bereikt wordt bestaat voor 60% uit jonge mensen; de lezers en luisteraars zijn tussen de 18 en 35 jaar oud.

Dit is maar een kleine greep, en dan ook nog alleen uit het domein dat te maken heeft met het reizen van schrijvers. Dorian van der Brempt maakte in de recente jaren als directeur van deBuren van ‘dakloosheid’ een deugd, door vele partnerschappen af te sluiten in Nederland en Vlaanderen. Hij verdient daarvoor bijzondere lof: we weten hoe zwaar sommige instituties het hebben als hun pand (tijdelijk) dicht moet. Vaak leiden die een kwijnend bestaan. Maar deBuren niet, en dat is een grote verdienste van Dorian en zijn team.

Er is de laatste jaren veel gedaan op het gebied van culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland, en we zullen die inzet voortzetten. Door samenwerking kunnen we elkaar versterken, binnen het taalgebied, en als één taalgebied naar buiten toe:

  • Begin dit jaar trok een Vlaams-Nederlandse literaire manifestatie langs zes Britse steden, onder de titel: ‘High Literature, Low Countries
  • Momenteel worden de mogelijkheden onderzocht voor een gezamenlijke presentatie op het gebied van jeugdtheater, begin volgend jaar in New York

De komende jaren zal dat nog meer worden, en ik kijk daar reikhalzend naar uit. Nederland en Vlaanderen slaan de handen vaak ineen:

  • In 2015 bestaat het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland 20 jaar. De viering die dan plaatsvindt, maakt de culturele banden tussen Nederland en Vlaanderen verder zichtbaar
  • De viering onderstreept de gedeelde taal en besteedt aandacht aan Taal & Letteren en aan de Podiumkunsten
  • Nederland en Vlaanderen delen veel, en in 2016 volgt het hoogtepunt als Nederland en Vlaanderen samen het beoogde gastland zijn van de Frankfurther Buchmesse

Ik weet zeker dat deBuren de komende periode, zoals zij in de afgelopen jaren heeft gedaan, een formidabele invulling zal blijven geven aan zijn opdracht. Met dit gebouw, vlak achter de Munt, bevindt deBuren zich in het hart van Europa. Ook het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland heeft hier nu een plek, en daarmee evenveel geluk wens. Samen met partnerorganisaties als De Taalunie, Ons Erfdeel en de Brakke Grond is deBuren spelmaker in de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking. Ik wens Dorian van der Brempt en zijn team veel geluk toe in dit fraaie nieuwe onderkomen en ben vol vertrouwen dat deBuren ook de komende jaren zal blijven werken aan nieuwe, originele initiatieven—zoals we gewend zijn.