Arbeidsmigratietop: onderzoek naar verdringing

Er komt een onderzoek naar verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt door de toestroom van arbeidsmigranten uit EU-landen. Onderdeel van dat onderzoek is het in kaart brengen van maatregelen om verdringing tegen te gaan. Daarnaast heeft Nederland vlak voor de zomer afspraken gemaakt met Bulgarije en Roemenië om potentiële arbeidsmigranten in die landen te informeren over hun kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt. De bedoeling is ook met Polen soortgelijke afspraken te maken.

Nederland kent relatief veel laag opgeleide arbeidsmigranten en weinig hoogopgeleide arbeidsmigranten. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vindt dat die verhouding moet veranderen, onder meer omdat hoogopgeleide arbeidsmigranten meer kans maken succesvol mee te doen in onze samenleving. Minister Asscher zei dit vandaag, na afloop van een top over Europese migratie in Den Haag.

Op de EU-arbeidsmigratietop spraken bestuurders, werkgevers- en werknemersorganisaties, woningcorporaties en migrantenorganisaties uit binnen- en buitenland over het in goede banen leiden van arbeidsmigratie. Naast Asscher was onder meer minister Blok voor Wonen en Rijksdienst aanwezig, de Roemeense minister van Arbeid, de Bulgaarse vice-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en wethouders uit Den Haag, Rotterdam en Westland. Aanleiding voor de top is het openstellen van de Nederlandse arbeidsmarkt voor arbeidsmigranten uit Bulgarije en Roemenië per 1 januari 2014.

Minister Asscher maakte op de migratietop verder bekend dat hij afspraken heeft gemaakt met de supermarktbranche en LTO over het tegengaan van misstanden in de land- en tuinbouw. Goed werkgeverschap in deze sector betekent dat er dient te worden betaald conform de cao- en de contractafspraken, de arbeidstijden niet worden overschreden en de arbeidskosten niet worden  gedrukt via schijn- of illegale constructies. Supermarkten gaan in sectoren zoals de champignons en de glastuinbouw alleen nog producten afnemen van telers die werken met gecertificeerde uitzendbureaus. Zo wordt voorkomen dat malafide uitzendbureaus geld verdienen aan het uitbuiten van Oost-Europese werknemers. Inspectie SZW gaat de supermarkten voorlichten over de arbeidsvoorwaarden. De aanpak van schijnconstructies en malafide uitzendbureaus en het tegengaan van uitbuiting zijn nodig om arbeidsmigratie in goede banen te leiden en om verdringing via concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegen te gaan. Eerder presenteerde minister Asscher al een actieplan om schijnconstructies te bestrijden.

Om de gemeenten beter in staat te stellen lokaal beleid te voeren op de komst van arbeidsmigranten en om beter in kaart te krijgen hoeveel werknemers uit andere EU-landen in Nederland zijn, gaat het kabinet door met het verbeteren van de registratie van arbeidsmigranten. De gemeente Westland heeft een methode ontwikkeld om EU-arbeidsmigranten te registreren in de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Om deze effectieve methode te verspreiden onder andere gemeenten heeft minister Asscher een financiële bijdrage ter beschikking gesteld.

Op de migratietop is afgesproken dat een aantal gemeenten een pilot start met het invoeren van een participatiecontract voor migranten. Met een participatiecontract onderschrijven nieuwkomers ondermeer de Nederlandse grondrechten en de rechtsstaat. In oktober wordt met de pilotgemeenten besproken hoe de pilot wordt vormgegeven. Ook steunt minister Asscher het idee van de FNV voor de ontwikkeling van eigen instrument voor arbeidsmigranten waarin ze geïnformeerd worden over hun arbeidsvoorwaarden en waarin ze hun tijden en arbeidsomstandigheden kunnen bijhouden. Zo’n ‘logboek’ kan de arbeidsmigrant helpen om zijn recht te halen.

Internationale dimensie

Minister Asscher doet met de gemaakte afspraken alles wat in zijn vermogen ligt om negatieve effecten van arbeidsmigratie tegen te gaan. In zijn slotspeech gaf hij echter aan dat Nederland deze problemen niet in zijn eentje kan oplossen. Arbeidsmigratie gaat letterlijk over grenzen heen en vergt daarom grensoverschrijdende samenwerking. Er zijn recentelijk bilaterale afspraken gemaakt met Bulgarije en Roemenië over de aanpak van schijnconstructies en malafide uitzendbureaus. Ook zal er voorlichting worden gegeven aan potentiële arbeidsmigranten in Midden- en Oost-Europa. Die afspraken moeten de komende maanden verder vorm krijgen. Daarnaast wordt geld ter beschikking gesteld aan de stichting Barka voor de terugkeer van dakloze EU-burgers.

Om grensoverschrijdende schijnconstructies beter aan te kunnen pakken is het noodzakelijk dat ook op EU-niveau dit onderwerp in beweging komt. Asscher is van mening dat in Brussel de urgentie van de negatieve effecten van arbeidsmigratie onvoldoende wordt gevoeld. De Nederlandse inzet is om tot een effectieve ‘Handhavingsrichtlijn’ te komen. In de eerste plaats wil Asscher meer mogelijkheden om te controleren bij uitzendbureaus, daarnaast pleit hij voor het mogelijk maken van het innen van grensoverschrijdende boetes en de introductie van een zogenaamde ketenaansprakelijkheid bij grensoverschrijdend uitzendwerk. Daarmee wordt bij misstanden de hoofdaannemer verantwoordelijk en kan hij zich niet langer verschuilen achter allerlei detacheringconstructies met onderaannemers.

Minister Asscher zal de uitkomsten van de EU-arbeidsmigratietop deze week per brief aan de Tweede Kamer toesturen.