Excuses voor standrechtelijke executies Nederlands-Indië

De Nederlandse ambassadeur in Indonesië, Tjeerd de Zwaan, heeft vandaag in Jakarta namens de Nederlandse regering excuses aangeboden voor standrechtelijke executies zoals begaan door Nederlandse militairen in het toenmalige Zuid-Celebes en Rawagedeh in de periode 1945-1949. Hij deed dit tijdens een bijeenkomst in het Erasmushuis.

‘De Nederlandse regering’, aldus de ambassadeur, ‘is zich er van bewust dat zij een bijzondere verantwoordelijkheid heeft voor de Indonesische weduwen van slachtoffers van standrechtelijke executies zoals begaan door Nederlandse militairen in het toenmalige Zuid-Celebes en Rawagedeh. Namens de Nederlandse regering bied ik excuses aan voor deze excessen.’ De ambassadeur zei zich hierbij in het bijzonder te richten tot de weduwen uit Bulukumba, Pinrang, Polewali Mandar en Parepare in Zuid-Sulawesi.

Bij de plechtigheid waren vijf familieleden aanwezig van drie van de tien weduwen uit Zuid-Sulawesi met wie onlangs een schikking is getroffen. De Nederlandse ambassadeur zal komende woensdag in een besloten bijeenkomst in Zuid-Sulawesi het verloop van de ceremonie ook delen met de (familieleden van) weduwen in Zuid-Sulawesi die niet in staat waren naar Jakarta te reizen.

De Nederlandse regering maakte onlangs bekend bij claims van weduwen van standrechtelijk geëxecuteerden in voormalig Nederlands-Indië gelijke gevallen gelijk te zullen behandelen. De maatregel geldt voor zaken van vergelijkbare aard en ernst als die in Rawagedeh en Zuid-Sulawesi.

Met de excuses en de regeling hoopt de Nederlandse regering bij te dragen aan de afsluiting van een moeilijke periode voor deze groep, die, aldus de ambassadeur, ‘zo direct is getroffen door het geweld tussen 1945 en 1949’.