Prinsjesdagvideo: de feiten & cijfers

Minister-president Rutte licht de kabinetsplannen voor 2014 toe aan de hand van infographics.

(Premier Rutte:)
Welkom. Het is alweer even geleden dat ik jullie langs deze weg te woord heb gestaan. We hebben net Prinsjesdag achter de rug. Hier hebben we onze plannen bekendgemaakt voor 2014. Ik heb de overtuiging dat we de goede weg te pakken hebben ook met de begroting voor volgend jaar. Tegelijkertijd hebben we te maken met de harde realiteit van de crisis. Die crisis is geen abstract begrip meer. Helaas voelen veel mensen de concrete gevolgen in hun persoonlijke levens. Mensen worden werkloos, opdrachten voor bedrijven lopen terug zzp'ers hebben het moeilijk en we zien gedwongen winkelsluitingen. Veel mensen maken zich zorgen over hun baan, hun inkomen, hun huis. Die zorgen kan ik niet in één keer wegnemen. Snelle en eenvoudige oplossingen zijn er niet. Wat ik wel kan doen, is uitleggen waarom we doen wat we doen onze keuzes toelichten en vooral ook de feiten voor zichzelf laten spreken. Nederland is in verandering. En die verandering is goed want we maken Nederland gereed voor de toekomst waarbij we iedereen meenemen. Een Nederland waarin ambitie, vakmanschap en ondernemerschap volop ruimte krijgen. Een Nederland waar de overheid zorgt voor goed onderwijs, betaalbare zorg een solide stelsel van sociale voorzieningen en waar mensen wat zij zelf kunnen organiseren ook zo veel mogelijk zelf regelen. En die verandering is nodig, want het land waarin onze ouders opgroeiden was echt anders dan het Nederland van nu. Mensen hebben geen baan voor het leven meer. Je huis wordt niet automatisch ieder jaar meer waard. En de financiële crisis heeft de zekerheid van onze pensioenen aangetast. Nederland is veranderd, maar onze voorzieningen de sociale zekerheid, de WW, de zorg, stammen vaak nog uit de vorige eeuw. En die voorzieningen zijn zo duur geworden dat we ze juist daarom ook moeten aanpassen om fatsoenlijke zorg, pensioenen, onderwijs en uitkeringen in de toekomst te kunnen houden. Ik loop de grootste vraagstukken van nu graag stuk voor stuk met jullie langs. Wat zijn de problemen? En hoe pakt het kabinet deze aan?
(Beeldtekst: Arbeidsmarkt.)
Allereerst de arbeidsmarkt. Het meest nijpende probleem is de oplopende werkloosheid. Iedere dag verliezen mensen hun baan. De voorspelling is dat er volgend jaar 685.000 mensen werkloos zijn. Ik kan helaas niet garanderen dat mensen hun banen altijd behouden maar ik kan er wel voor zorgen dat we op langere termijn meer werkgelegenheid in ons land krijgen. Want die kansen komen er zodra de economie aantrekt. Om te zorgen dat iedereen dan aan het werk kan passen we de arbeidsmarkt nu aan. De arbeidsmarkt wordt flexibeler. Er komt een eerlijker en eenvoudiger ontslagstelsel. En we zorgen voor een betere positie van flexwerkers. En we passen ook onze sociale voorzieningen aan. Want in Nederland staan al jarenlang te veel mensen aan de kant met een uitkering. Neem de Wajong, de uitkering voor arbeidsongeschikte jongeren. Zonder ingrijpen verdubbelt het aantal jongeren met een Wajong-uitkering tot 2050 naar 400.000. 400.000 jongeren die dus niet aan het werk zijn, een enorm aantal. Iedereen ziet dat dat niet de bedoeling kan zijn. Het is voor de jongeren niet goed en bovendien is het onbetaalbaar. Daarom zorgen we ervoor dat de regeling weer gaat doen waarvoor die bedoeld is als vangnet voor jongeren die langdurig ziek of gehandicapt zijn geraakt en recht hebben op onze steun. Verder stimuleren we jongeren zo veel mogelijk om een reguliere baan te vinden.
(Beeldtekst: Gezondheidszorg.)
Dan de zorg. Nederland heeft een van de beste zorgstelsels ter wereld maar ook een van de duurste. In 1972 gaven we 8 procent van ons nationaal inkomen uit aan de zorg nu is dat meer dan 13 procent. Dat is ruim 67 miljard euro per jaar. De afgelopen tien jaar stegen de zorguitgaven jaarlijks met 4,4 procent. Ter vergelijking: in diezelfde tijd groeide onze economie gemiddeld genomen met 1 procent per jaar. Onze zorgkosten stijgen dus veel sneller dan onze economie groeit. Als we nu niets doen, besteedt een gemiddeld gezin in 2040 40 tot 50 procent van het inkomen aan zorg. Dat zijn de feiten. Dan onze keuzes. We gaan niet zitten wachten tot het voor niemand meer te betalen is. Dus hebben we gekeken hoe we dingen slimmer kunnen organiseren. Niet ieder ziekenhuis hoeft alles te kunnen. Als we er maar voor zorgen dat specialisten wel voor iedereen in de buurt blijven. En als we weer meer wijkverpleegkundigen inzetten kan dat er juist voor zorgen dat problemen zijn opgelost voordat ze bij een specialist terechtkomen. Maar we hebben ook gekeken of alle vergoedingen nog echt strikt noodzakelijk zijn. Daarom versoberen we bijvoorbeeld de AWBZ en kijken we scherper naar wat mensen zelf kunnen regelen. Als je je hele leven zelf hebt betaald voor je huishoudelijke hulp is het niet raar dat je die ook zelf blijft betalen als je ouder wordt. Door deze afspraken wordt de groei van de zorguitgaven afgeremd. Maar vergis je niet, de zorgkosten stijgen nog steeds maar het is zo wel een stuk gezonder.
(Beeldtekst: Pensioenen.)
De pensioenen. Door te sparen voor het eigen pensioen via de pensioenpremie, die iedere werkende op zijn loonstrook terugziet hebben we het op een na beste pensioenstelsel van de wereld gebouwd. Maar ook de pensioenfondsen hebben door de financiële crisis klappen opgelopen. Fondsen hebben steeds meer moeite om alle pensioenen ook daadwerkelijk uit te betalen. Daarnaast hebben we te maken met vergrijzing. Steeds meer mensen leven langer en krijgen AOW. Maar het aantal werkenden dat de kosten voor de AOW moet dragen, neemt af. Nu zijn er vier werkenden per één gepensioneerde. In 2040 zijn er nog maar twee werkenden per gepensioneerde. Straks zijn er dus meer gepensioneerden en minder mensen om dat te betalen. Dat vraagt om aanpassingen om pensioenen voor iedereen zeker te stellen. Daarom gaat de AOW-leeftijd stapsgewijs omhoog naar 67 jaar in 2021. Daarna wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Hiermee wordt de balans tussen werkenden en gepensioneerden enigszins hersteld. Want straks hebben we iedereen ook echt hard nodig. We zien op dit moment al dat mensen tussen de 60 en 65 jaar steeds meer werken. In 2012 werkte ruim 38 procent en dat was een verdubbeling ten opzichte van 2002.
(Beeldtekst: Woningmarkt.)
Ook op de woningmarkt zijn aanpassingen noodzakelijk. Zoals jullie weten, zit de woningmarkt op slot. In de huursector is nauwelijks doorstroming. In ruim een kwart van de 2,2 miljoen sociale huurwoningen zitten 'scheefwoners'. Dit zijn mensen die in een sociale huurwoning wonen terwijl hun inkomen hiervoor te hoog is. Daardoor zijn er te weinig betaalbare huurwoningen voor de mensen waar deze woningen echt voor bedoeld zijn. Daarom verhoogt het kabinet de huren inkomensafhankelijk. Wie meer verdient, betaalt meer huur. Zo wil het kabinet bereiken dat mensen met een te hoog inkomen voor de sociale huursector doorstromen naar de particuliere huursector of de koopmarkt zodat er weer huizen vrijkomen voor de mensen voor wie we de sociale huursector hebben bedacht. Ook op de koopmarkt zijn grote veranderingen nodig. Huizen staan gemiddeld bijna een jaar te koop en ongeveer één miljoen mensen hebben een hypotheekschuld die hoger is dan de waarde van hun huis. Daarom zegt het kabinet nu: Als je een huis koopt, moet je verplicht aflossen. Dat voorkomt dat mensen in de problemen komen door grote schulden. En ook de hypotheekrenteaftrek wordt aangepast. Op bestaande en nieuwe hypotheken wordt vanaf volgend jaar het maximale aftrektarief in stappen van een half procent per jaar teruggebracht naar 38 procent. De opbrengst hiervan wordt teruggesluisd naar de groep die erdoor wordt geraakt. Met de aanpassing van de hypotheekrenteaftrek wil het kabinet een einde maken aan de heersende onzekerheid zodat mensen weer kunnen verhuizen naar het huis waarin zij graag willen wonen. Gelukkig zien we nu de eerste voorzichtige tekenen van stabilisering op de woningmarkt.
(Beeldtekst: Overheidsfinanciën.)
Iedereen begrijpt, je kunt niet eeuwig door blijven gaan met meer uitgeven dan er binnenkomt, dan krijg je schulden. Op dit moment geven we iedere dag 50 miljoen euro meer uit dan er binnenkomt. Komend jaar geven we 20 miljard te veel uit. Niet alleen dit jaar geeft de Rijksoverheid meer uit dan er binnenkomt dit gebeurt al vijf jaar, sinds in 2008 de economische crisis toesloeg. Onze staatsschuld bedraagt op dit moment ruim 450 miljard euro en elk jaar komt het tekort daarbovenop. Dus ook dit jaar komt er weer 20 miljard euro bij. Net als jullie moet ook de overheid gewoon naar de bank om dat geld te lenen en net als jullie betalen we daar rente over. Die rente alleen al kost ons elf miljard euro per jaar. Elf miljard. Geld dat we dus niet kunnen uitgeven aan belangrijke zaken als zorg, onderwijs en sociale zekerheid. Ter vergelijking: dit jaar geven we ruim 5 miljard euro uit aan de bijstand. Onze rente is ruimschoots het dubbele hiervan. Dat gooien we dus weg en daar krijgen we niets voor terug. Het is dus heel belangrijk dat we de stijging van de staatsschuld een halt toeroepen anders gooien we elk jaar meer geld weg aan rente. Nogmaals, geld dat we niet kunnen uitgeven aan zorg, onderwijs en sociale zekerheid.
(Beeldtekst: Klaar voor de toekomst.)
Dit is waar het kabinet mee bezig is. We zijn ervan overtuigd om het grondig aan te pakken. Het is niet 'of of', maar 'en en'. En zoals ik mijn verhaal begon: Nederland is in verandering om goede zorg, pensioenen, onderwijs en sociale zekerheid in de toekomst te kunnen behouden. Verandering is dus nodig, maar verandering zorgt ook voor onzekerheid. Dat begrijp ik heel goed. Maar dé manier om kwijt te raken wat we hebben is krampachtig vast te houden aan wat we hebben. Er zijn helaas geen snelle en makkelijke oplossingen. Het kost tijd en we doen het stap voor stap. Gelukkig is Nederland een welvarend en goed georganiseerd land. Dat is een goede basis voor herstel. We werken hard om Nederland klaar te maken voor de toekomst en we vragen iedereen die dat kan, om een steentje bij te dragen. Zeker is dat we voorzieningen overeind houden voor mensen die dat nodig hebben. Maar daar hoort bij dat mensen die het zelf kunnen ook zelf meer regelen voor hun eigen zorg, werk, huis en pensioen. Dank voor jullie aandacht en tot de volgende keer.
(Het Nederlandse wapenschild op een blauwe achtergrond. Beeldtekst: Dit was een productie van de Rijksoverheid.)
AFSLUITENDE MUZIEK