Uitreiking Spinozapremies

Op vrijdagmiddag 27 september reikte staatssecretaris Dekker in de Nieuwe Kerk van Den Haag de Spinozapremies uit aan aan Michail Katsnelson, Piek Vossen en Bert Weckhuysen. In zijn speech riep hij de Nederlandse wetenschap op om nog meer naar buiten te treden, en anderen mee te nemen in het streven naar de top.

Dames en heren,

•    Welkom in de Nieuwe Kerk, de vanzelfsprekende locatie voor de uitreiking van de Spinozapremies. Veel dichter bij Spinoza kunnen we niet komen. Hij werd in 1677 achter deze kerk begraven. We vinden er nog steeds een bescheiden monument dat ons daaraan herinnert.

•    Het jaar waarin deze kerk werd geopend – 1656 – was ook het jaar waarin Spinoza wegens zijn liberale denkbeelden werd verstoten uit zijn geloofsgemeenschap. Die banvloek betekende, dat zelfs zijn familie geen contact meer met hem mocht hebben, laat staan hem mocht ondersteunen. Spinoza moest dus zelf maar zien hoe hij aan de kost kwam. En ook toen was het best lastig om een boterham te verdienen met filosofie.

•    Gelukkig kon Spinoza niet alleen met zijn hoofd, maar ook met zijn handen werken: hij was een begenadigd lenzenslijper. En zo werkte hij als ambachtsman onder andere voor zijn gewaardeerde collega Christiaan Huygens.

•    De ene dag correspondeerden ze op gelijke voet en hoog wetenschappelijk niveau over de brekingswetten en golftheorie van het licht. De andere dag was Huygens opdrachtgever, en Spinoza een ZZP’er die blij was met een klus.

•    Huygens was financieel onafhankelijk, hij kon zelf bepalen wat hij deed. Zo hield hij zich bezig met fundamenteel onderzoek – denk aan de golftheorie van het licht – maar ook met toegepaste wetenschap. Zo bedacht hij een nieuw veringssysteem voor koetsen, omdat hij genoeg had van het gehobbel. En daarmee bewees hij dat niet alleen nieuwsgierigheid, maar ook ergernis een drijfveer kan zijn voor de wetenschap.

•    Behalve op Prinsjesdag zie je niet veel koetsen meer. Maar de rol van wetenschap is door de eeuwen heen in essentie onveranderd gebleven. De wetenschap levert antwoorden voor complexe maatschappelijke vraagstukken, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, vergrijzing, energie, watermanagement en duurzame landbouw. Concrete oplossingen voor concrete problemen van vandaag en morgen.

•    Daarnaast is er het vrij en ongebonden fundamenteel onderzoek. Dat richt zich niet in eerste instantie op het oplossen van concrete problemen, maar op het vergroten van onze wetenschappelijke kennis, zodat we beter begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Dat onderzoek kan zorgen voor doorbraken die onze samenleving veranderen in een richting die je op voorhand niet kunt voorspellen. Zo had zelfs een visionaire geest als Huygens, die zijn tijd bijvoorbeeld vér vooruit was met een door hem bedachte buskruitmotor, nooit kunnen vermoeden hoe ingrijpend de verbrandingsmotor een paar eeuwen later ons leven zou veranderen. En Albert Einstein – ook niet de minste – heeft evenmin geweten dat hij met zijn relativiteitstheorie de grondslag legde voor praktische toepassingen als de TomTom. 

•    Wetenschap brengt ons stap voor stap, en soms met reuzensprongen vooruit. Vaak wordt de bestemming pas via veel omwegen bereikt. In dat opzicht lijken wetenschappers op wielrenners. Die bedwingen de Mont Ventoux ook niet in een loodrechte lijn van de voet naar de top. De weg slingert zich langs de flanken omhoog. Er zijn bochten, steilere stukken, vals plat en soms gaat het zelfs even omlaag. Wie onderaan met zijn krachten smijt, houdt de tocht niet vol. Krachten tactisch verdelen, en meter voor meter doortrappen: dat is de enige manier om boven te komen. En natuurlijk altijd op je hoede zijn voor onverwachte gevaren, zoals overstekende honden. Ik kan u daar niet genoeg voor waarschuwen.

•    Zowel voor de fundamentele als toegepaste wetenschap geldt, dat je de slag alleen kunt winnen door continu te streven naar excellentie. Door de béste te zijn. De éérste te zijn. Je kunt niet als tweede iets ontdekken. Middelmatige wetenschap brengt ons niet verder.

•    In de wetenschap staat dan ook alles in het teken van het bereiken van de top. Van academische competitie tot peer review. Van onderzoeksbeurzen voor individuen met grote ideeën, tot wereldwijde samenwerking tussen topinstituten.

•    Dat streven naar excellentie doet de Nederlandse wetenschap met veel succes, mede dankzij NWO. We staan niet voor niets met 12 van onze 13 universiteiten in de mondiale top 200. Daarmee bezetten we de derde plek, achter de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Onze citatie-impactscore ligt 40% boven het wereldgemiddelde. In de competitie tussen de beste wetenschappers van Europa, staan we hoog in het linkerrijtje. Wetenschappelijk onderzoek is het enige terrein waarop Nederland in Europa geen netto-betaler is, maar netto-ontvanger. Voor iedere euro die we hierin stoppen, krijgen we minstens 1,40 terug. Een rendement, waar anderen alleen maar van kunnen dromen!

•    En daarmee kom ik bij het punt dat ik vanmiddag wil maken. Andere sectoren zouden iets kunnen leren van het streven naar excellentie, dat in de wetenschap zo vanzelfsprekend is.

•    Neem het onderwijs. En dan heb ik het niet alleen over het wetenschappelijk onderwijs, maar ook over het basis en voortgezet onderwijs. Daar waar onze kinderen het fundament leggen voor hun toekomst.

•    Ieder kind het beste uit zichzelf laten halen: dát is de kern van het onderwijs. Helaas slagen we daar in Nederland maar ten dele in. We zijn wereldkampioen als het gaat om de prestaties van moeilijk lerende kinderen. Vooral dankzij de tomeloze inzet van leraren en begeleiders, zakken kwetsbare leerlingen bij ons niet door het ijs. En dat is veel waard. Maar onze hoogvliegers doen het veel minder goed dan hun leeftijdsgenoten in de landen om ons heen. Nergens ter wereld is het verschil tussen hoog en laag presterende leerlingen zó klein als in Nederland.

•    Ik schrok van de verhalen van uitblinkers, van leerlingen met prachtige cijferlijsten die me vertelden dat ze hun school op hun sloffen hadden doorlopen. Dat ze nooit echt waren uitgedaagd, of te weinig.  “Die komen er wel op eigen kracht”, zo lijkt men soms te denken. Ik vind dat we hen daarmee tekort doen. Dat ze niet het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. En daarmee laten we talent liggen, dat we juist in deze tijd zo hard nodig hebben.

•    Ik vind dat onderwijs íédere leerling moet uitdagen om eruit te halen wat erin zit. Als leerlingen er dan achter komen dat ze méér kunnen dan ze zelf voor mogelijk hadden gehouden, als ze versteld staan van hun eigen prestaties… dan zijn dat doorbraken. Doorbraken die in zekere zin vergelijkbaar zijn met die van u, als wetenschappers. En die net zoveel voldoening geven.

•    Ik wil dat ieder kind het beste uit zichzelf kan halen. Daarvoor is onderwijs nodig dat jonge mensen vanaf het begin prikkelt om nieuwsgierig te zijn. Om altijd de ‘waarom-vraag’ te stellen, om kritisch te blijven, om dwars te durven denken, om constructief samen te werken, om te excelleren.

•    En wie kan het onderwijs nu beter inspireren, dan degenen voor wie al deze eigenschappen tot de kern van hun vak behoren: u!

•    Ik zie ook best het een en ander gebeuren op dat gebied. Universiteiten en instellingen zetten volgende week hun deuren open tijdens het Weekend van de Wetenschap. De Jonge Akademie spant zich in om jonge mensen in aanraking te brengen met de wetenschap. De beste vwo-profielwerkstukken van Nederland worden beloond met de KNAW Onderwijsprijs.

•    Maar wat mij betreft mag daar nog wel een schepje bovenop. Want wat is er nu aanstekelijker en inspirerender voor kinderen, dan een wetenschapper die vertelt over zijn vak? Over onderzoek dat de wereld verandert? Over werk dat ons leven beter en aangenamer maakt?

•    De waarde van wetenschap wordt vaak beschreven in termen van valorisatie. En laat daarover geen misverstand bestaan: ook ik vind het belangrijk dat wetenschappelijk onderzoek economisch succes oplevert. Maar wat mij betreft is valorisatie méér dan dat.

•    Valorisatie is ook dat je de resultaten van wetenschappelijk onderzoek bij een breed publiek voor het voetlicht brengt.

•    Valorisatie is Robbert Dijkgraaf, die een miljoen kijkers tussen de oren raakt met zijn verhaal over het ontstaan van het universum.

•    Valorisatie is het populair wetenschappelijk magazine Quest, dat samen met NWO het blad Experiment NL uitbrengt om een breed publiek kennis te laten maken met het belangrijke werk van de Spinozawinnaars. (dat tijdschrift ligt straks bij de uitgang voor u klaar)

•    Valorisatie is de wetenschap, die haar waarden en drijfveren uitdraagt en daarmee duidelijk maakt hóe ver je kunt komen met een cultuur van ambitie en excellentie.

Dames en heren,

•    Vandaag eren we ‘voortreffelijk, baanbrekend  en inspirerend’ onderzoek met Spinozapremies voor drie excellente wetenschappers, die met hun werk grenzen hebben verlegd: Michail Katsnelson, Piek Vossen en Bert Weckhuysen. Als geen ander bent u in staat om met uw werk jonge mensen te inspireren en te enthousiasmeren voor de wetenschap, om hun nieuwsgierigheid te prikkelen, om hen tot excellentie te bewegen.

•    Ik heb vanmiddag genoten van uw presentaties. Die waren niet alleen inspirerend, maar ze raakten me ook. Het fantastisch om te zien hoe u jongeren fascineert. En ik roep u - en met u alle Nederlandse wetenschappers - op om nóg meer naar buiten te treden, om nóg vaker over uw werk te vertellen. Om te laten zien, wat voor moois er in de wetenschap gebeurt. Maar zeker zo belangrijk is uw verantwoordelijkheid om anderen mee te nemen in uw streven naar de top. Ik vraag u dat, uit bewondering en respect: van u wordt heel Nederland wijzer.

•    Ik dank u wel.