Onderzoek naar hulpverlening Ruben en Julian naar Tweede Kamer

Na de gewelddadige dood van Ruben en Julian uit Zeist in mei 2013 hebben de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg een diepgaand onderzoek ingesteld naar de hulpverlening aan de broers en hun ouders. Staatssecretarissen Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) en Martin van Rijn (Volksgezond Welzijn en Sport) sturen het eindrapport van dit onderzoek vandaag naar de Tweede Kamer.

Voldoende
De inspecties oordelen dat de bij het gezin betrokken instellingen voldoende gericht zijn geweest op een veilige en gezonde ontwikkeling van Ruben en Julian. De betrokken instellingen werkten volgens bestaande wet- en regelgeving, protocollen en afspraken, zoals in het kader van het verlenen van verantwoorde zorg van hen verwacht kan worden. De bij het gezin betrokken hulpverleners wisselden tijdig en volledig informatie uit met elkaar en met de ouders. Volgens de inspecties handelden de instellingen navolgbaar en adequaat.

Verbeterpunten
De inspecties wijzen een aantal punten aan die Timon, BJZ Utrecht en de Raad voor de Kinderbescherming beter hadden kunnen doen. Die zijn daar inmiddels mee aan de slag. Binnen vier weken moeten de plannen daarvoor klaar zijn. Staatssecretaris Teeven zal erop toezien dat dit verbeterplan voor de Raad voor de Kinderbescherming binnen vier weken tot stand komt. De provincie Utrecht doet dit ten aanzien van BJZ Utrecht en Timon.

Vechtscheidingen
De inspectie besteedt in haar rapport aandacht aan de negatieve gevolgen van zogenaamde vechtscheidingen op kinderen. De inspecties geven aan dat bij een vechtscheiding vooral factoren een rol spelen die buiten de invloedssfeer liggen van de jeugdzorg en de gezondheidszorg. Zoals de juridische strijd tussen ouders, de financiële gevolgen van een scheiding en het visieverschil dat tussen ouders kan bestaan over het belang van de kinderen.

Zij pleiten ervoor dat alle betrokken partijen - overheid, hulpverlenende instanties, de rechtspraak, advocaten en belangenverenigingen voor gescheiden ouders - richtlijnen ontwikkelen over hoe te handelen bij een problematische scheiding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken. Centrale vragen daarbij zijn hoe het belang van de kinderen steeds voorop kan blijven staan en wie de belangen van deze kinderen vertegenwoordigt.

Bepalen wat nodig is
Vechtscheidingen hebben de aandacht van de organisaties die ermee te maken krijgen. Enkele voorbeelden van activiteiten die al lopen: Bureaus Jeugdzorg zijn bezig met Jeugdzorg Nederland om een methodiek te ontwikkelen gericht op de ondertoezichtstelling van kinderen bij scheidings- en omgangsproblemen. Ook wordt onderzocht wat de effecten zijn van het ouderschapsplan dat sinds 2009 wettelijk verplicht is. ZonMw onderzoekt de effectiviteit van interventies bij echtscheidingen.

Beide staatssecretarissen gaan lopende (onderzoeks)activiteiten en ontwikkelingen rond vechtscheidingen bij elkaar brengen. Daarover zullen ook gesprekken gevoerd worden met experts als rechters, advocaten, hulpverleners, ouders en kinderen. Op basis daarvan bepalen zij wat verder nodig is om de schrijnende situaties van kinderen in vechtscheidingen te verbeteren. In het voorjaar van 2014 rapporteren zij daarover aan de Tweede Kamer.