Mansveld: Nieuw klimaatakkoord stap dichterbij

Staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu is 'gematigd positief' over de resultaten van de Klimaattop van de Verenigde Naties in Warschau. "Het nieuwe klimaatakkoord is een stap dichterbij gekomen. Er ligt nu tijdschema met afspraken om straks in 2015 een akkoord te kunnen sluiten dat na 2020 van kracht moet worden. Daarmee is het begin van het fundament gelegd. Dat moet wat Nederland betreft nog wel robuuster worden", aldus Mansveld na afloop van deze conferentie.

De basis leggen voor het nieuwe akkoord was het belangrijkste doel van COP 19, de Klimaattop in Warschau. De onderhandelingen daarover verliepen echter moeizaam, vooral omdat ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen op diverse terreinen met elkaar van mening verschillen. Uiteindelijk lukte het toch om met alle landen de weg te bereiden voor het nieuwe akkoord. Dat moet ingaan na 2020 als het Kyotoprotocol afloopt.

Behalve over het tijdschema met afspraken dat moet leiden tot een klimaatakkoord in 2015, is overeenstemming bereikt over een aantal andere zaken. Zo zijn de partijen het eens geworden over regels waaronder ontwikkelingslanden financieel beloond worden als zij de uitstoot van broeikasgassen verminderen door geen of minder bossen te kappen.

Ambitie

Mansveld had graag gezien dat landen de ambitie hadden getoond al volgend jaar aan te geven hoe zij na 2020 hun broeikasgasuitstoot verminderen. "Helaas kan of wil een aantal landen dit nog niet", concludeert zij. De afspraak is nu dat alle landen de bijdrage die zij leveren aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen in 2015 op tafel leggen. Dat moeten zij doen ruim voordat de VN-Klimaattop in Parijs plaatsvindt, in december van dat jaar. Landen die daartoe in staat zijn, worden uitgenodigd dit in het eerste kwartaal van 2015 te doen.

Voorkomen en aanpassen

Naast aandacht voor mitigatie (voorkomen) was op de top veel aandacht voor adaptatie (aanpassen aan klimaatverandering). Dat blijkt onder meer uit de financiële injectie die het adaptatiefonds voor ontwikkelingslanden krijgt. Dit wordt met 100 miljoen dollar aangevuld. Nederland helpt andere landen al langer financieel of met kennis uit het bedrijfsleven zodat zij hun samenlevingen weerbaar kunnen maken tegen de gevolgen van klimaatverandering.

Nederland heeft vanwege het belang dat het hecht aan adaptatie drie bijeenkomsten gehouden waarin dit thema centraal stond. Volgens Mansveld groeit wereldwijd het besef dat het materieel en immaterieel loont om maatregelen te treffen die de veerkracht van landen vergroot.  "Nu investeren is goedkoper dan achteraf repareren'', aldus de staatssecretaris. Zij blijft er daarom voor pleiten dat adaptatie een ruime plaats krijgt in het nieuwe klimaatakkoord.

Ontwikkelingslanden

Een proces voor omgaan met 'loss and damage' ('verlies en schade' ) gaat ontwikkelingslanden helpen die kampen met de gevolgen van klimaatverandering. Landbouwgrond kan bijvoorbeeld teloorgaan door verzilting, droogte of juist extreme regenval. Stijging van de zeespiegel kan voor onherstelbare schade zorgen. Ontwikkelingslanden krijgen onder meer steun door het delen van kennis. Ook wordt de samenwerking tussen organisaties die op dit terrein actief zijn verbeterd.

Er is verder afgesproken dat het Groene Klimaatfonds volgend jaar van start kan. Dit fonds helpt ontwikkelingslanden financieel bij het nemen van klimaatactie. Zij kunnen hun projecten hiervoor vanaf eind volgend jaar indienen. Ontwikkelde landen gaan hun bijdrage aan de financiering geleidelijk aan verhogen.

Extra onderhandelen

Om politieke druk op de ketel te houden, onderhandelen de landen volgend jaar extra met elkaar: in het voorjaar, in de zomer en in het najaar. De najaarsronde vindt plaats onder leiding van VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon. Nederlandse jongeren waren als VN-vertegenwoordigers voor duurzame ontwikkeling ook aanwezig op de top. Met VN-jongeren uit andere landen zijn zij erin geslaagd in de eindtekst het belang van klimaatactie voor toekomstige generaties op te nemen. Voor Mansveld zijn de jongeren extra 'ogen en oren'. Van hen hoort zij wat jongeren op klimaatgebied aan ideeën hebben.