Toespraak minister Bussemaker bij Eurosonic/Noorderslag

Toespraak van minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) tijdens Eurosonic/Noorderslag in Groningen op 16 januari 2014.

Dames en heren,

Muziek brengt ons in vervoering, biedt ons troost, laat ons dansen, zingen en huilen.

Muziek als toevlucht én uitvlucht.

Maar: het is ook de soundtrack van belangrijke periodes uit ons leven.

Als ik nu nog liedjes van Gruppo Sportivo hoor denk ik onmiddellijk terug aan hun optreden op mijn middelbare school waar ik toen voorzitter van de leerlingenraad was.

Tijdens mijn studietijd luisterde ik naar punk en new wave.

Het was de periode van ‘no future’ en ‘no more heroes’.

Het was de periode waarin ik streed voor mijn zelfstandigheid.

Ik zette me af tegen mijn ouders en andere autoriteiten en deed dat op de muziek van onder anderen Joy Division en Talking Heads.

De teksten van de een gevuld met zelfkwelling en Weltschmerz, die van de ander met intellectuele maatschappijkritiek.

En bij elke fase hoort een ander soort muziek.

UB40 vond ik goed omdat ze lieten zien dat je wat kon maken van je leven.

Deze voormalige werklozen die al zo vaak de Unemployment Benefit nummer 40 hadden ingevuld, hadden succes met liedjes over de Britse arbeidersklasse op vrolijke reggae.

Zo kon het dus ook.

En toen ik tijdens mijn studie werd gegrepen door het onderwerp gendergelijkheid paste het powerfeminisme van Madonna daarbij.

De muzikant als voorbeeld, de nummers als leidraad, de platen als kompas.

Als er een kunstvorm is die de afgelopen vijftig jaar zijn maatschappelijke relevantie heeft aangetoond dan is het de popmuziek.

Wat experimenteerdrift en vernieuwingsdrang betreft doet de pop niet onder voor de wetenschap.

Niet meegaan met de tijd, maar juist de tijd vooruit en tegen de stroom in.

Dat recalcitrante hoort erbij.

Maar de popmuzieksector toont inmiddels volwassen trekken.

Gelukkig maar.

Om op je vijftigste nog te rebelleren heeft ook weer iets tragisch.

Laat dat aan de twintigers over.

David Bowie heeft dat altijd goed begrepen.

En toch nooit gezapig geworden.

Ongelooflijk knap.

Ik denk dat de popsector in Nederland wel wat gelijkenissen vertoont met de carrière van Bowie: niet wars van het experiment, soms even de weg kwijt, lekker eigenwijs maar niet te beroerd om zaken te doen.

En óf de sector zaken doet.

Ondanks enkele zorgen en issues, gaat het goed met de Nederlandse popmuziek.

De totale toegevoegde waarde die in 2011 is gerealiseerd met de export van Nederlandse popmuziek bedraagt ruim €100 miljoen.

Rebels of niet, dat klinkt erg volwassen.

Bijna 70 procent daarvan is verdiend door de dance.

Terecht dat de popsector nu ook vertegenwoordigd is in het Dutch Creative Council..

Dit team werkt aan de internationale profilering van de Nederlandse media, ict, gaming en popmuziek.

Dankzij de aansluiting bij deze topsector, heeft de popsector invloed op het beleid.

En het is natuurlijk ook winst voor ons in Den Haag, want we luisteren graag naar mensen uit een sector die zo goed presteert.

Ik ben blij dat het besef doordringt dat het in uw voordeel is om met Haagse beleidsmakers aan tafel te zitten.

Niet erg rock ‘n roll, maar uw meningen doen er toe en u kunt mede het beleid voor uw sector bepalen.

En er gebeurt meer.

De Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschap start dit jaar een nieuw initiatief: een Academie van Kunsten.

Een plek waar kunstenaars ideeën kunnen uitwisselen met vakgenoten uit andere disciplines en de wetenschap.

De Academie van Kunsten zal zich richten op de relatie tussen wetenschap en kunst, en kunst en de samenleving.

Met Hans Cleevers, president van de KNAW, heb ik afgesproken dat ook een popmuzikant of een dj zitting zal nemen in deze Academie.

In december zei Clevers in de Volkskrant nog het volgende hierover:

“Amerika, Duitsland en België kennen al heel lang plekken waar kunst en wetenschap elkaar ontmoeten. Beide disciplines onderzoeken de wereld om ons heen, inclusief de mens. Voor beide zijn nieuwsgierigheid, passie en talent cruciaal. Kunstenaars zijn daarbij vrijer in hun denken en wetenschappers hebben meer realiteitszin. Kruisbestuiving kan vruchtbaar zijn.”

Ik heb er alle vertrouwen in dat een dergelijk initiatief mooie dingen oplevert.

Er zijn echter ook punten van zorg.

Talentontwikkeling en het auteursrecht hebben uw en mijn aandacht.

De doorstroming van talent is altijd al kwetsbaar maar helemaal in tijden van economische crisis en bezuinigingen.

Podia die geraakt worden door de bezuinigingen spelen eerder op safe dan dat ze jong en onbekend talent op het podium vragen.

Met een oude bekende weet je immers zeker dat de zaal vol komt.

Ik heb het Fonds Podiumkunsten en het Fonds Cultuurparticipatie gevraagd om in gesprek te gaan met de popsector over talentontwikkeling.

Ook in 2014 komt er een editie van het landelijk rondreizende festival Popronde.

Het Mediafonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie helpen ook.

Via hen stel ik jaarlijks €300.000 beschikbaar voor de ontwikkeling van videoclips.

Bovendien willen we de samenwerking tussen beeldmakers en musici stimuleren en versterken.

De steun van de overheid is gericht op jeugd en jongeren: op muziekeducatie in het onderwijs en op de ondersteuning van jong talent.

Via het Fonds Podiumkunsten is in 2012 zo’n 2,5 miljoen naar popmuziek gegaan.

En via het Fonds Cultuurparticipatie financieren we De Grote Prijs van Nederland, de nationale popcompetitie voor livemuziek.

Zoals gezegd heeft ook het auteursrecht onze aandacht.

Dit kabinet heeft afgesproken dat het auteursrecht wordt gemoderniseerd.

In het kort: de luisteraar moet toegang krijgen. Het is belangrijk dat consumenten kunnen genieten van legale, makkelijk vindbare, betaalbare en kwalitatief goede content. Maar die content is niet zomaar vanuit het niets op het net verschenen. Daar hebben artiesten veel tijd, energie en soms geld ingestoken. Als we willen dat ze blijven doen, moeten we ervoor betalen. Eerlijk is eerlijk.

Hoe bewuster je mensen maakt van de maker achter het product, en hoe gebruikersvriendelijker je de legale bronnen maakt, hoe meer mensen gestimuleerd worden om content uit die bronnen te downloaden en te streamen – daar ben ik van overtuigd.

Om daaraan bij te dragen zal het Ministerie een algemene bewustwordingscampagne steunen met 75.000 euro.

En om recht te doen aan beide kanten van de zaak is er een gids ontwikkeld: thecontentmap.nl, naar Engels voorbeeld.

Om dat verder uit te leggen hebben we een korte video gemaakt.

Daar kijken we nu even naar.

Dames en heren voordat ik de site lanceer, wil ik dit nog kwijt:

Ik wil zo graag dat volgende generaties net zo kunnen zingen, dansen, huilen en feesten op muziek als u en ik dat hebben gedaan en nog altijd doen.

Of het nu Armin van Buren is of Waylon.

Caro Emerald of Anouk. Of natuurlijk Jacco Gardner, de winnaar van de EBBA award.

Dat de Nederlandse popsector de wereld wat te bieden heeft, is de afgelopen jaren wel duidelijk geworden.

Wat we daarvoor nodig blijven hebben is die experimenteerdrift en vernieuwingsdrang.

Die drift en drang die de popmuziek zo kenmerkt.

Ik vraag me wel eens af hoe die punk-jaren waren geweest als we toen al over internet had beschikt.

Wat was er dan nog meer van de grond gekomen?

Ik zie nu veel gelijkenissen met die tijd.

Veel mensen die nu zou oud zij als ik toen was, nemen het heft in eigen hand.

Nu, dankzij het internet, is er nog veel meer mogelijk.

Of beter gezegd: het is wat makkelijker om ideeën van de grond te krijgen en mensen te mobiliseren.

Wat ik zeggen wil: niets staat jullie in de weg.

Ik wens jullie veel succes.

Laten we nu snel ‘the content map’ lanceren.