Schultz bij slotakkoord project Klimaatbuffer Oesterdam

Minister Schultz leegde woensdag 29 januari jl. symbolisch de laatste emmer met zand bij de voltooiing van het project Veiligheidsbuffer Oesterdam. “Vandaag gaat het over het verdronken land van Zuid-Beveland, over zee en over zandhonger. Maar vandaag gaat het ook over innovatief en inspirerend watermanagement. Over meer kustveiligheid, meer natuur en recreatie en de zorg voor de regionale economie. Over samenwerking, innovatie en kennisontwikkeling.
En dit alles binnen één project!”, aldus Schultz.

Vandaag gaat het over het verdronken land van Zuid-Beveland, over zee en over zandhonger.

Maar vandaag gaat het ook over innovatief en inspirerend watermanagement.
Over meer kustveiligheid, meer natuur en recreatie en de zorg voor de regionale economie. Over samenwerking, innovatie en kennisontwikkeling.
En dit alles binnen één project!

Het lot van Zeeland is al eeuwenlang verbonden met de twee uitersten van water: schoonheid en strijd.
Met als ultieme icoon: de Deltawerken.
De noodzaak en het succes van de Deltawerken werden vorige maand weer duidelijk: de Oosterscheldekering moest 5 december sluiten door het verwachte hoogwater.

De Oesterdam waar we vandaag zijn, is met z’n 11 kilometer het langste ‘deltawerk’.
Deze dam is onlosmakelijk verbonden met de Zeeuwse strijd tegen water.
Maar ook met het verhaal van de verdronken stad Reimerswaal.
De meeste van U kennen het verhaal natuurlijk al, maar voor degenen die het niet kennen: deze middeleeuwse stad lag ooit op Zuid-Beveland. Het was de derde stad van Zeeland.
Op een kwade zaterdag in 1530 werd de streek overspoeld door een enorme stormvloed.
Twee jaar later werd de stad definitief afgesneden van Zuid-Beveland door een nieuwe stormvloed.
Aan het eind van de zeventiende eeuw resteerde van Reimerswaal slechts een klein eiland met enkele ruïnes.
Begin achttiende eeuw verdwenen deze ook in de golven.

De restanten liggen nu onder de Oesterdam. Waar we nu oesters kweken, werd ooit tarwe verbouwd.

De strijd tegen het water in Zeeland is kortom van alle tijden.
En is ondanks ons succes van de laatste decennia nooit af.
En nooit vanzelfsprekend.
Het verleden geeft vertrouwen. Maar mag niet doorschieten in blind vertrouwen.

Nergens ter wereld is er een land dat in zo’n badkuip ligt.
En nergens ter wereld zijn de inwoners zich daar niet voor de volle honderd procent bewust van! Weinig mensen weten dat in sommige polders iedere dag 24 volle zwembaden moeten worden weggepompt om droge voeten te houden.

En dat er ieder jaar acht volle voetbalstadions ter grootte van de Rotterdamse Kuip, tot de rand worden gevuld met zand om onze kust te versterken?

De laatste jaren zijn we begonnen aan een nieuw hoofdstuk na het afronden van de Deltawerken. We kunnen steeds weer op de schouders staan van de generaties voor ons.
We leren elke dag weer bij.
Daar komen projecten als Ruimte voor de rivier en de Zandmotor uit voort.
Projecten die onze watersector tot internationale topsector hebben gemaakt. 

Maar geeft mij ook stof tot nadenken.
Hoe zorgen we ervoor dat Nederland nu maar ook over 50 jaar, 100, 200 jaar nog veilig en aantrekkelijk land is?

Water wordt steeds belangrijker voor de inrichting van Nederland.
Het vraagt letterlijk de ruimte.

We moeten veel bewuster kiezen waar en hoe we wonen, werken en bouwen. Hoe vangen we water op in de steden? Waar gaan we naartoe als het water toch komt?

Nieuwe dilemma’s duiken op. Bijvoorbeeld over de nadelen van de noodzakelijke Oosterschelde stormvloedkering.
Het tij doet zijn werk niet meer.
Steeds meer zand verdwijnt in diepe geulen: zandhonger.
De zandplaten brokkelen af.
Ieder jaar verdwijnt 80 hectare.
Het was ooit 11.000 hectare.
Doen we niks, dan resteren nauwelijks 1100 hectare in 2070.
En dan is één van de belangrijkste ‘wegrestaurants’ van Europa; één van de meest rijkelijk gedekte tafels voor honderdduizenden trekvogels onder de golven verdwenen.

Kortom, zonder een project als de Klimaatbuffer Oesterdam is de Oosterschelde straks één grote badkuip. Zonder vogels, zonder zeehonden en zonder een rondje zeilen langs de prachtige zandplaten.

Maar er zijn meer redenen om in actie te komen. Zonder deze platen krijgen dijken steeds meer golfslag te verduren. Dus ook de kustveiligheid komt onder druk.

Zover laten we het dus niet komen.

Het werk aan dit prachtproject is nu af.

De oude platen bij de Oesterdam zijn versterkt.
Er is nieuw zand aangebracht.
Veel zand.
Maar liefst 500.000 kuub zand.
Dat zijn maar liefst 25.000 vrachtwagens.

Behalve een gigantisch karwei is het financieel een slim karwei.
Dit 3.5 miljoen euro kostende project betaalt zichzelf namelijk terug.
Onderhoud aan de Oesterdam kan nu namelijk 25 jaar worden uitgesteld.
Daarmee besparen we dezelfde kosten die we anders aan onderhoud kwijt waren geweest.
Met dit project kopen we met andere woorden dezelfde veiligheid voor hetzelfde bedrag, maar met veel meer natuurwinst!

Het unieke Zeeuwse waddenlandschap is gered voor toekomstige generaties.
Dus ook voor de hier aanwezige kinderen van openbare basisschool Ter Tolne.
Als zij straks naar Zuid-Beveland fietsen zien zij vooral…water. Nu ligt er als beloning op het eindpunt een prachtig zandplatenlandschap met vogels en misschien zelfs zeehonden.
Dat moet zo’n fietstocht met tegenwind - in Zeeland heb je altijd tegenwind - toch een stuk leuker maken!

Dit project smaakt natuurlijk naar meer.

En dan hebben we het al snel over de Roggenplaat.
Ik sta hier positief tegenover.
Maar verantwoordelijke regionale partijen zijn wat mij betreft nu eerst aan zet.
Ik heb daar veel vertrouwen in.
Want als het Oesterdam project ook iets laat zien, is dat het draagvlak groot is.
Om te investeren in natuur, kustveiligheid en regionale economie.
Dat draagvlak is mede zo groot omdat alle partijen van begin af aan betrokken zijn. Iedereen onderkende de noodzaak van de te stillen zandhonger; van natuurorganisaties tot ondernemers.
Resultaat: geen enkele ‘zienswijze’ werd ingediend.

Als voorbeeld noem ik de oesterkwekers.
Een sector met een miljoenen omzet.
Zonder oesters geen boterham.
En zand en oesters bijten elkaar.
Zorgvuldigheid is dus vereist.
Ideeën en alternatieven zijn uitgewisseld en vertrouwen is gekweekt.

Tot slot. Dit project is een prachtvoorbeeld van een praktijkproef waarbij we op een natuurlijke wijze natuur en waterveiligheid elkaar versterken. Een unieke aanpak. Nederland bewijst wederom voorop te lopen in watertechnologie.
Kortom, een innovatief en inspirerend project dat navolging verdient!

Dank u wel.