Opening tentoonstelling Prospects & Concepts, Rotterdam

Op woensdag 5 februari opende minister Bussemaker de expositie Prospects & Concepts van het Mondriaan Fonds tijdens Art Rotterdam.

Dames en heren,

Ik heb net tijdens mijn rondleiding een aantal kunstenaars gesproken. Onder andere Kim Habers, Thomas Kuijpers, Charl Landvreugd en Sachi Miyachi.
Van Kim Habers is de geweldige wandinstallatie in de gang.
De stad lijkt door de muur op ons af te komen – alsof de kunstenaar tegen ons zegt: u bent dan wel binnen in deze mooie fabriek, maar de stad laat zich niet buitensluiten.   
Thomas Kuijpers ondervraagt in zijn werk de relatie tussen fictie en werkelijkheid.
In het werk van Charl Landvreugd vormt de vraag hoe het verleden doorwerkt in het heden een belangrijk uitgangspunt. 
Sociale interactie tussen mensen, deelnemers in het bijzonder, is cruciaal voor de interventies en samenwerkingsprojecten van Sachi Miyachi.
Ik werd verrast door hun werk, door de onderwerpen waarin zij zich soms voor lange tijd hebben verdiept en dat de kunstenaars thema’s vanuit meerdere interessante en treffende invalshoeken belichten.
Ik sluit me aan bij de omschrijving van curator Mirjam Westen die het als volgt in haar publicatie omschrijft:
"Indirect en onnadrukkelijk bieden zij ons als toeschouwer via een onderwerp of thema een doorkijk op complexe kwesties en maatschappelijke vraagstukken. Zonder ideologische ‘zwaarwichtigdoenerij’ slaan deze twintigers en begin dertigers op bijna vanzelfsprekende wijze in hun werk én in hun kunstenaarspraktijk een brug tussen kunst en maatschappij.”
Einde citaat.
Juist die brug tussen kunst en maatschappij vind ik belangrijk.
Een brug die alleen geslagen kan worden als de kunst van een hoog niveau is.
Aan de ene kant moet een kunstwerk een intrinsieke waarde hebben; het werk moet als het ware op eigen benen kunnen staan.
Aan de andere kant ligt het bestaansrecht van kunstenaars en culturele instellingen juist niet in afzondering.
Die ligt in de verbinding met de samenleving.
Maatschappelijke vraagstukken op bijvoorbeeld het gebied van zorg, maatschappelijk verantwoord ondernemen, energie- en voedselvoorziening, krimp of vergrijzing worden steeds complexer.
Voor de aanpak van deze vraagstukken groeit het belang van creativiteit en innovatie.
Kunstenaars spelen wat mij betreft daarin een belangrijke rol.
Als aanjagers van nieuwe ideeën, als bron van inspiratie en als uitvinders.
Maar die rol kunnen zij alleen vervullen als hun werk van een hoog niveau is – als jullie de tijd hebben gehad om jullie talent te kunnen ontwikkelen.
Deze tweede editie van Prospects & Concepts heeft een recordaantal van ruim 90 kunstenaars.
Goed te zien dat op deze wijze zichtbaar wordt wat er met de bijdrages aan beginnende kunstenaars tot stand is gekomen.
De kwaliteit hoog is en de diversiteit groot: Mirjam Westen zorgde ervoor dat de tientallen in stijl en discipline sterk uiteenlopende werken een geheel vormen.
Van een projectie van een installatie met zeepsop van Nicky Assmann tot een schilderij met dikke verflagen van Paul Beumer.

Wat deze expositie ook zo boeiend maakt is de combinatie met Art Rotterdam.
In 15 jaar is deze beurs uitgegroeid tot dé internationale beurs in Nederland op het gebied van jonge kunst.
Naast de gevestigde galeries zijn er ook veel belangrijke opkomende galeries aanwezig.
Die mix van gevestigd en nieuw, van onbekend talent tot kunstenaars die al veelbesproken projecten op hun naam hebben staan, maakt deze tentoonstelling tijdens deze kunstbeurs zo actueel.

De Werkbijdrage Jong Talent is een van de meest bepalende bijdragen die het ministerie van OCW via het Mondriaan Fonds uitreikt bij het stimuleren van de ontwikkeling van beeldende kunst.
Kunstenaars zijn vaak ‘een eenmansfabriek’, zoals Elsbeth Ciesluk, een van de deelnemers, het mooi verwoordt.
Deze bijdrage stelt jullie – startende ‘eenmansfabriekjes’ - in staat gedurende enige tijd echt te richten op jullie werk.
Veel nu succesvolle kunstenaars, zoals Mark Manders en Rineke Dijkstra, ontvingen aan het begin van hun carrière een Startstipendium – zoals de Werkbijdrage eerst heette.
Navid Nuur, de internationaal bekende kunstenaar die tot 19 januari een succesvolle expositie had in het Bonnefantenmuseum, ontving in 2006 het Startstipendium.
Hij zei hier later het volgende over:
“De periode was confronterend en leerzaam. Confronterend omdat ik het nu kon en mocht doen en vooral de tijd ervoor had gekregen. Het kunnen veroorloven van tijd had ik zo gemist.”

Als kunstenaars eenmaal bekend zijn geworden, zijn buitenstaanders geneigd te zeggen dat zij het ook wel zonder geld van allerlei fondsen  kunnen.
Maar als je met de kunstenaar spreekt, blijkt vaak dat zij enorm waren geholpen met een bijdrage voordat ze succesvol werden.
Hun succes danken ze dus mede aan de ontvangen bijdrage.
Dat geldt bijvoorbeeld voor Jan Taminiau, Erwin Olaf en Tjitske Reidinga.

Maar behalve voor de kunstenaar zelf, is het feit dat de kunstenaar zich ‘tijd kan veroorloven’ belangrijk voor ons allemaal.
Het is een investering in talent, die zich terugbetaalt in kunst waarvan wij allemaal kunnen genieten.
En kunst, zoals ik al eerder aangaf – die een rol speelt bij het formuleren van oplossingen van maatschappelijke vraagstukken.
De kunstenaar van nu is een duizendpoot – moet een duizendpoot zijn.
Technische beheersing blijft onontbeerlijk, maar het is van even groot belang dat jullie contact weten te leggen met mensen buiten de bekende kring.
Kruisbestuivingen leveren nog altijd de meest interessante resultaten op.
Daar komen mooie projecten uit die de openbare ruimte prettiger en veiliger maken.
Daar waar de exacte wetenschap de kunst ontmoet ontstaat iets wat de twee afzonderlijk niet hadden voortgebracht.
Inderdaad: meer dan de som der delen. 

Dames en heren,
De ontwikkeling van professioneel talent verdient onze bijzondere aandacht.
Talent komt zonder training en scholing niet tot bloei.
De overheid speelt hierin een belangrijke rol.
Dit begint al met goed cultuuronderwijs op school en het gaat door met de uitreiking van beurzen en bijdrages, zoals de Werkbijdrage Jong Talent.
Dit gaat via de cultuurfondsen.
Zij stimuleren de ontwikkeling van startende kunstenaars en bewezen talent.
De talentontwikkeling van de beeldende kunst is door het ministerie van OCW belegd bij het Mondriaan Fonds, postacademische instellingen en presentatie-instellingen.
Door de combinatie met Art Rotterdam wil het Mondriaan Fonds een brede groep geïnteresseerden de kans geven om met het werk van deze beloftevolle kunstenaars kennis te maken.
Voor de talentontwikkeling is ook de Biënnale van Venetië van belang.
Dit biedt kunstenaars een internationaal platform.
Tijdens de Biënnale van Venetië in 2013 heb ik veel kunstenaars gesproken.
Ik heb gezien hoe belangrijk de bijdragen van de verschillende fondsen voor ze zijn.
Ze vormen een springplank naar een internationaal platform.

Er is veel nodig om een bestaan als succesvol kunstenaar op te bouwen.
Waarbij iedereen ook nog eens zijn eigen definitie van het begrip succes hanteert.
Veel talent en doorzettingsvermogen, een beetje mazzel en zo nu en dan een steuntje in de rug.
Over talent en doorzettingsvermogen beschikken jullie.
Aan mazzel kan ik jullie niet helpen.
Het steuntje in de rug komt van het Mondriaanfonds.
Ik wens jullie allemaal veel succes.
Ik hoop in de nabije toekomst veel van jullie te horen en te zien.

En ik verklaar nu deze tentoonstelling voor geopend.
Dank u wel.