100ste leraar ontvangt promotiebeurs

Hoe helpen we beginnende leraren om beter te worden in lesgeven?  Welke logopediebehandeling werkt het best bij kleuters met taalproblemen? Kan het digitale schoolbord de natuurkunde-les verbeteren? Drie van de bijna veertig onderwerpen waar de nieuwe lichting talentvolle leraren de komende jaren promotieonderzoek naar zal gaan doen. Vandaag ontving de honderdste leraar een Promotiebeurs uit handen van minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Minister Bussemaker is  verheugd dat steeds meer leraren kiezen voor een promotietraject om zich zo verder te ontwikkelen, binnen of buiten hun vakgebied. “Niet alleen worden zij zelf betere leraren, ook profiteert hun school van die extra kennis en ervaring. Het brengt meer diepgang en reflectie in het onderwijs. Met als belangrijkste eindresultaat dat onze leerlingen straks nog beter onderwijs krijgen.”

Veel animo voor promotietraject

De promotiebeurs is gestart in 2011 en is populair onder leraren. De beurs, bedoeld voor leraren uit het primair-, voortgezet-, middelbaar beroeps-, hoger beroeps-, en speciaal onderwijs die willen promoveren, werd in 2012 door ruim 150 leraren aangevraagd. Dit terwijl er 33 plekken te vergeven waren. Het aantal promotiebeurzen werd daarom uitgebreid door minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker om zo meer leraren de kans te bieden om zichzelf verder te ontwikkelen en de aansluiting tussen universiteiten en scholen te versterken. Komend jaar krijgen zo’n 90 leraren de kans om promotieonderzoek te doen. Het kabinet stelt € 9,5 miljoen per jaar beschikbaar voor de promotietrajecten. Uitbreiding van het aantal beurzen moet leiden tot meer gepromoveerde leraren voor de klas, wat de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt.

Betere leraren, beter onderwijs

Leraren die in aanmerking willen komen voor de Promotiebeurs moeten een promotor zoeken en een onderzoeksplan indienen bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO). Belangrijk bij het promotieonderzoek is dat de opgedane kennis en onderzoekservaring direct ten goede komt aan de onderwijspraktijk. Leraren die worden toegelaten worden vier jaar lang maximaal twee dagen per week vrijgesteld om te werken aan hun promotieonderzoek, met behoud van salaris. Scholen ontvangen een rijksbijdrage om de leraar te kunnen vervangen.

Steeds meer docenten willen zich verder ontwikkelen, binnen of buiten hun vakgebied. Dat blijkt ook uit het succes van de Lerarenbeurs, een financiële tegemoetkoming voor leraren in de kosten van een  bachelor- of masterstudie. Inmiddels zijn ruim 39.000 Lerarenbeurzen uitgereikt.

Lerarenagenda

Vorig jaar presenteerden minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker de Lerarenagenda 2013, waarin het vergroten van de carrièremogelijkheden van leraren centraal staat. De agenda kwam tot stand met input leraren zelf. Doel van de Lerarenagenda is het beroep van leraar aantrekkelijker maken door betere begeleiding en meer ruimte voor groei en ontwikkeling van leraren.