Recht op bijstand van raadsman tijdens politieverhoor

Minister Opstelten en staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) hebben vandaag twee wetsvoorstellen over het recht van verdachten op bijstand van een raadsman voorafgaand aan en tijdens het politieverhoor naar enkele adviesinstanties gestuurd. Dit betekent dat het voormalige wetsvoorstel raadsman en politieverhoor is gesplitst in twee afzonderlijke wetsvoorstellen. Aanleiding hiervoor is de inmiddels tot stand gekomen Europese richtlijn over het recht op toegang tot een raadsman, die moet worden omgezet naar Nederlands recht.

In het ene wetsvoorstel zijn alleen elementen opgenomen die noodzakelijk zijn voor de implementatie van de Europese richtlijn. Naast het recht op toegang tot een raadsman in verband met het politieverhoor betreft dit bijvoorbeeld ook een recht om een advocaat in de lidstaat die het Europees arrestatiebevel (EAB) uitvaardigt, aan te wijzen en de mogelijkheid voor verdachten om een derde naar hun keuze van de vrijheidsbeneming in kennis te stellen.

In het andere wetsvoorstel worden de bepalingen over de eerste fase van het opsporingsonderzoek aangevuld. Deze aanvulling draagt bij aan de inbedding van het recht op toegang tot een raadsman, als vormgegeven in het implementatiewetsvoorstel, in het opsporingsonderzoek. Ook is een algemene maatregel van bestuur (amvb) over de rol van de raadsman bij het politieverhoor in consultatie gegaan. De twee nieuwe wetsvoorstellen komen inhoudelijk sterk overeen met het oorspronkelijke wetsvoorstel van de bewindslieden over toegang tot een raadsman tijdens het politieverhoor.