Minister Schippers overhandigt koninklijk predicaat aan de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde

‘Ik vind het een eer om u te mogen vertellen…’ met die woorden overhandigde minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de Riddderzaal op 14 februari 2014 het koninklijk predicaat aan NMT-voorzitter Barnasconi. Tijdens de viering van het honderdjarig jubileum prees de minister de tandartsen voor de slag in kwaliteit en transparantie die ze de afgelopen tijd hebben gemaakt. En zij riep hen op actief verbindingen te leggen met andere beroepsgroepen, bijvoorbeeld in de eerste lijn, of met scholen en gemeenten. Hieronder de volledige tekst van haar toespraak.

Beste mensen,

De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde bestaat vandaag op de kop af 100 jaar! Gefeliciteerd!

En u zult het niet geloven, maar vanmiddag brak ineens mijn vulling. Dus ik zoek nog een tandarts.

Een eeuw lang zet u zich in voor goede mondgezondheid in ons land én voor de belangen van onze tandheelkundige professionals. En dat was nodig ook, want de zorg voor onze tanden en kiezen werd in de dagen dat we nog van tandmeesters spraken, niet zo serieus genomen. Tandartsen die van markt tot markt reisden om mensen te helpen met gebitsproblemen. Zonder officiële opleiding en daardoor regelmatig voor kwakzalvers uitgemaakt. En heel eerlijk gezegd, dat was niet altijd onterecht!  Die tijd ligt gelukkig ver achter ons, want zo wordt ik vandaag- een vrijdagavond- nog goed geholpen.

De mondzorg is uitgegroeid tot een volwaardig medisch vakgebied en we zijn toonaangevend in Europa. U bent uw tijd op vele fronten vooruit. We hebben in de algehele zorg vaak over taakherschikking. U was daar in de jaren zestig al mee bezig, want toen kwamen de mondhygiënisten. Dat was een goed antwoord op het dreigend tekort aan tandartsen en meteen een stap naar de toekomst. Want zij namen niet alleen taken over, ze zorgden er ook voor dat veel gebitsproblemen voorkomen konden worden. Preventie dus. Lang voordat we een Nationaal Preventie Programma lanceerden.

Preventie zal sowieso een belangrijk thema blijven de komende jaren, ook voor u! Volgens mij is er geen ander gebied waar zoveel winst te behalen valt. Met simpele dingen zoals poetsen en flossen, kun je grotere problemen voorkomen. En dat is vooral belangrijk voor onze kinderen. Snoep, zoetigheid en ook sapjes – die heel gezond lijken- zijn een aanslag op kindergebitten. Dit is lastig te keren. Dat kan de tandarts niet alleen. Ik hoop dan ook dat tandartsen, bijvoorbeeld in het kader van datzelfde Nationaal Programma Preventie, samen de handen in een slaan om het tij te keren. Samenwerking met andere beroepsgroepen, maar ook met scholen en gemeenten kan heel effectief zijn.

U weet het als geen ander, een goed gebit kan bepalend zijn voor je héle gezondheid. Zo kan de tandarts een belangrijke rol spelen bij het vroegtijdig signaleren van ziekten als diabetes, kanker en dementie. Vroeg signaleren heeft een enorme impact op de ontwikkeling van die ziekten later.

U heeft regelmatig contact met patiënten en bent bij uitstek geschikt om mensen te informeren, bijvoorbeeld over de effecten van stoppen met roken. Of wat goede voeding voor iemand kan betekenen, of meer sporten en bewegen. Bovendien kunt u een belangrijke rol spelen bij het herkennen van signalen van kindermishandeling.

Uw rol wordt de komende honderd jaar steeds belangrijker. De tandarts kan een sterkere positie gaan innemen in de eerstelijnszorg. Steeds meer de verbinding met elkaar opzoeken. En daarin kunt u een actieve rol spelen. Laten zien wat u doet. Samenwerken waar dat meerwaarde heeft.

Visitaties, het kwaliteitsinstituut, ze zijn al genoemd. Maar ook richtlijnen vragen de aandacht. Uit rapportages van de Gezondheidsraad blijkt dat daaraan dringend behoefte is. En daartoe neemt u het initiatief met een onafhankelijk Richtlijninstituut.
Ook in andere Europese landen ontbreekt het nog aan richtlijnen maar in geen enkel land gaan ze er zo mee aan de slag als in Nederland. Ik vind het mooi om te zien dat wij ook in Nederland ook op dit onderdeel een voorloper zijn. Cruciaal is de verdere professionalisering van uw vak. Zo hoorde ik kort geleden over de fantastische mogelijkheden van 3-D apparatuur in de tandartspraktijk. Het aanmeten, maken en plaatsen van een kroon is daarmee in krap 2 uur gepiept. Prachtig! Ik hoop dat kronen daarmee toegankelijker worden voor een groter publiek.

Ik wil -zelfs op uw verjaardag -een belangrijk feest– niet voorbij gaan aan onze ervaringen met het experiment vrije tarieven. Een experiment dat we vol vertrouwen met elkaar hebben ingezet en dat helaas per motie door de Tweede Kamer is stopgezet.

Ik heb altijd aangegeven - ook in reactie op deze motie en het debat -  dat ik deze stopzetting heel onverstandig vind. Dat het wat mij betreft ontijdig is en onjuist. Ik weet dat dit experiment u veel werk heeft bezorgd. Werk dat gelukkig niet helemaal voor niets is geweest. Er is door dit experiment een enorme kwaliteitsslag en een slag op de transparantie gemaakt.

Het mocht niet baten. De politieke meerderheid in de Tweede Kamer stemde voor stopzetting. Het was een intensieve tijd. Ik had het, met u, anders gewild. Bijzonder vind ik hoe uw beroepsgroep daarmee is omgegaan. Natuurlijk was dit zuur, maar u bent niet verzuurd. Integendeel, u heeft uw schouders eronder gezet om verder te kijken in plaats van achterom.

En u gaat verder met de ontwikkeling en versterking van uw vak. Ik wil toch even tegen u hebben gezegd dat ik daarvoor grote bewondering heb.

En dat past ook bij u; u kijkt naar de toekomst. U kijkt naar uw eigen vak en naar wat er beter zou kunnen. Ook de kwaliteit. Dit kan op veel manieren, ook bijvoorbeeld op het gebied van nascholing. Nu is bij de BIG-registratie van tandartsen alleen een werkervaringsplicht opgenomen, er is geen nascholings-eis. Met zo’n eis zouden we het vakgebied aanzienlijk kunnen versterken.

Bij andere artsen zien we namelijk ook hoe goed het werkt als het gaat om verbeteren van kennis en kunde van de beroepsgroep. De KNMG werkt aan een toets aan het einde van de bijscholing. Ook zij gaan verder op de weg van de professionalisering.

Er valt dus nog wel wat te doen. Niet alleen door de NMT, maar ook door alle andere beroepsverenigingen in de mondzorg, zorgverzekeraars, patiënten- en consumentenorganisaties en natuurlijk ook de overheid.

Allemaal met als doel om ervoor te zorgen dat alle Nederlanders kunnen rekenen op zorg van hoge kwaliteit tegen een betaalbare prijs. Daarom is het goed dat wij nu samen aan een beleidsagenda werken. Preventie en integratie met de algemene gezondheidszorg heb ik al genoemd, maar er zijn veel meer onderwerpen die we gaan oppakken! We schuwen niets, ook de bekostiging niet en zetten stappen vooruit zoals we dat ook met elkaar willen.

Beste mensen,

Al jaren hebben Nederlanders door de bank genomen een gezond gebit. We staan zelfs in de top van Europa. Ook de kwaliteit van onze mondzorgopleidingen wordt alom geprezen. En dat is mede te danken aan u en uw continue inzet om uw vak te verbeteren. En zo kan ik dus op een vrijdagavond nog geholpen worden met mijn gebroken vulling.

Ga daar door op deze weg.
Ik wens u veel succes!

Tot slot,

bij een verjaardag hoort een cadeau! Helemaal als je de honderd bereikt.

Daarom vind ik het een eer om u vandaag – hier in de Ridderzaal- te mogen vertellen dat het zijne majesteit de Koning heeft behaagd uw verzoek voor toekenning van het predicaat Koninklijk te honoreren.

De NMT mag zich vanaf nu KONINKLIJKE Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde noemen.

Voorzitter van NMT, meneer Barnasconi, komt u naar voren, dan kan ik u het predicaat overhandigen.