Een Frans-Nederlandse uitwisseling van kennis en ervaring

Op 8 april 2010 heeft een Franse delegatie vanuit de Directie Transport en Infrastructuur uit Parijs en Marseille een bezoek gebracht aan de organisatie voor het project Westrandweg en Tweede Coentunnel.

Het bezoek was een direct gevolg van de permanente vertegenwoordiging van de PPS Kennispool in Parijs en een regulier bezoek van leden van de PPS Kennispool aan Parijs. Niet alleen Nederland is geïnteresseerd in PPS projecten in Frankrijk: na anderhalf jaar van intense samenwerking met de collega’s in Frankrijk hebben zij ook interesse getoond in projecten in Nederland. Vooral het DBFM Coentunnelproject, het eerste grote PPS infrastructuurproject voor Nederland, met daarin inbegrepen het in stand houden van de bestaande en aangelegde infrastructuur. Het project kent straks een private partij, die rekening moet houden met een publieke wegbeheerder. De beweging in beide landen is tegengesteld. Nederland zoekt naar mogelijkheden voor het management van een groter netwerk met meer private inbreng (DB +FM=DBFM), waar Frankrijk juist vanuit de volledig private exploitatie zoekt naar mogelijkheden voor meer samenwerking (DBFMO-O=DBFM). In deze zoektochten kan men elkaar goed van dienst zijn in beantwoording van elkaars vragen.

Hoewel Frankrijk een lange historie van publiek-private samenwerking heeft in de zin van concessies (DBFMO of Build Operate Transfer) debuteert het nu met aan Nederland gelijkende PPS-projecten die met DBFM op basis van beschikbaarheid zijn gecontracteerd. Het project “L2 Nord” in Marseille zal het eerste project zijn dat op basis van het Contrat de partenariat zal worden aanbesteed. Het betreft een tweede fase van de ondertunneling Marseille om het doorgaand verkeer richting Spanje – Italië v.v. te faciliteren.

Er is bestaande infrastructuur: enkele tunnels zijn vijftien jaar geleden aangelegd en tot op heden ongebruikt. De verdere constructie van het netwerk zal in handen worden gegeven aan een privaat consortium, dat tevens zorg heeft te dragen voor het onderhoud en de beschikbaarheid. Het is echter de Staat die ook enkele diensten op dit netwerk zal verrichten en tevens de private partij zal verplichten tot interfacemanagement m.b.t. het verkeer van de aangrenzende A7.

Een simpele opdracht voor het Franse team en het roept dus veel vragen op. Reden tot een bezoek aan de RWS organisatie in Nederland om te zien hoe Nederland omgaat met een DBFM contract en het beleggen van publieke en private taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De Fransen redeneren daarbij vanuit een belevingswereld van een concessie.

In de ochtend van het bezoek werd het Franse team ontvangen door projectdirecteur Ed Roijen, contractmanager Ferdinand Bockhoudt en medewerkers van de PPS Kennispool. Na wederzijdse presentaties over de projecten ging men direct op concreet niveau in gesprek over de ervaringen bij de 2e Coentunnel en hoe men met obstakels is omgegaan en tot oplossingen is gekomen. Onderwerpen die aan bod kwamen waren transactiekosten (in Frankrijk worden deze niet betaald), life cycle-afwegingen, toepassing van de toekomstige tunnelwet (de opgedane ervaringen en inzichten kwamen overeen met die van Frankrijk) en de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de zowel de publieke als de private partij en natuurlijk wat losgelaten zou kunnen worden.

Uit het gesprek bleek in ieder geval een verschil in aanpak: in Frankrijk zal vooral worden gekeken naar de gehele rolinvulling van de concessionnair (geen beschikbaarheid = geen auto’s = geen tolinkomsten en vraagt om eigen, verkeersmanagement en keuzemoment groot onderhoud), terwijl in Nederland een deel van die regie ook bij Rijkswaterstaat lag en zal liggen (geen beschikbaarheid = boete en verkeermanagement en keuze onderhoud korte/lange termijn gerelateerd aan omliggend netwerk (A10)) . Een verschil in risico-afweging, risico willen afdragen of “oud gedrag”?

Hoewel het tracé in Marseille kilometers langer is dan dat van de Coentunnel blijft één ding hetzelfde: PPS toegepast op puntinfrastructuur leidt tot een samenwerking met andere beheerders die zowel voor Nederlanders en Fransen nieuw is.

Beide landen hadden de mogelijkheid om, op basis van een government to government aanpak open met elkaar te praten. Uiteindelijk zal dit waarschijnlijk leiden tot meer vragen over elkaars werkwijze, iets wat wij alleen maar toejuichen: niet alleen kennisdeling aan de marktkant, meer leren van elkaar aan de zijde van de overheid.

Gedurende de middag bracht de delegatie een bezoek aan de private partij Coentunnel Company (CCY). Dat bezoek leverde eveneens een verfrissend beeld op over de werkwijze binnen de combinatie (constructeur, banken en aandeelhouders) en de visie op de werkwijze van RWS. Bovendien werd een kort bezoek gebracht aan de bouwput van de toekomstige Tweede Coentunnel. Ook hier vond een interessante discussie plaats over risico’s, ontwikkelingen en de zienswijze op het project in het geheel met een totale looptijd van 30 jaar.

Voedsel voor de PPS Kennispool, bruikbare informatie voor de Fransen, en een goede stap in de samenwerking. A continuer!