Dreigingsniveau gehandhaafd op substantieel; interventies blijven onverminderd noodzakelijk

Het dreigingsniveau in Nederland blijft ‘substantieel’. De dreiging die uitgaat van Nederlanders die aansluiting zoeken en vinden bij aan Al-Qa’ida  verwante strijdgroepen in Syrië en van personen die terugkeren, is onverminderd groot. Het gaat inmiddels om ruim honderd uitreizigers, waarvan er zich ruim zeventig nog steeds in Syrië bevinden. Het aantal terugkeerders met of zonder strijdervaring in Syrië is toegenomen tot ruim twintig personen. De inzet van de Nederlandse overheid is dan ook primair gericht op het indammen van deze dreiging en het voorkomen van nieuwe aanwas. Zeker tien jihadgangers uit Nederland zijn inmiddels in Syrië om het leven gekomen. Vanwege de ernst en omvang van de potentiële dreiging is de inzet van alle contraterrorisme-partners sinds begin vorig jaar geïntensiveerd. De interventies en aanpak worden in het licht van de genoemde ontwikkelingen onverkort voortgezet.

Zo is inmiddels in elf gevallen het paspoort vervallen verklaard. Dat kan bij gegronde vermoedens dat iemand in het buitenland handelingen gaat verrichten die een bedreiging vormen voor Nederland, zoals aansluiting bij Al-Qaida strijdgroepen. Andere gevallen zijn in behandeling. Ook in een reclasseringstraject is een dergelijke maatregel mogelijk. Daarnaast worden de mogelijkheden bezien om het gebruik van reisgegevens nationaal te kunnen uitbreiden en internationaal samen te werken.

Ook lopen er verschillende strafrechtelijke onderzoeken, waaronder naar mogelijke ronselaars. Van enkele minderjarigen is op basis van het jeugdrecht de uitreis tegengehouden. Zij zijn onder toezicht gesteld en/of in gesloten jeugdinrichtingen geplaatst. In oktober jl. deed de rechter uitspraak  over twee personen met jihadistische uitreisplannen. Eén is veroordeeld voor poging tot moord (maar ontslagen van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid); de ander is veroordeeld voor het voorbereiden van brandstichting en het verspreiden van opruiende teksten.

Bestuurlijke aanpak

Daarnaast is het wetsvoorstel dat voorziet in het afnemen van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten inmiddels in consultatie geweest. Ook de Sanctieregeling terrorisme 2007-II, waarmee op last van de Minister van Buitenlandse Zaken financiële tegoeden van een persoon kunnen worden bevroren, is reeds in vier gevallen toegepast. Verdere cases worden nu besproken. De lokale gemeentelijke aanpak voorziet in het treffen van maatwerkinterventies in multidisciplinaire casus overleggen. Experts staan lokale partners bij; ambtenaren, wijkagenten en andere eerstelijnswerkers zijn getraind in signalering en interventie. Om het onderwerp bij alle gemeenten in het vizier te krijgen, wordt een praktische gids ontwikkeld die ondersteunt bij de aanpak. Via de VNG worden gemeenten hiervan op de hoogte gesteld.

Internationale samenwerking

Omdat de problematiek rond jihadgangers zich niet alleen in Nederland voordoet wordt er internationaal intensief samengewerkt, zowel binnen de EU als met landen daarbuiten. Binnen het Global Counterterrorism Forum (GCTF), een samenwerkingsverband van 30 westerse en niet-westerse landen, heeft Nederland een leidende rol  om het onderwerp ‘foreign terrorist fighters’ aan de orde te stellen. Hiertoe vond op 19 en 20 februari in Den Haag een eerste bijeenkomst plaats.  Ook bilateraal wordt de samenwerking gericht versterkt. Turkije en Nederland spraken onlangs af de politiesamenwerking te versterken bij het tegengaan van de dreiging die uitgaat van reisbewegingen van jihadisten van en naar Syrië. Dit gebeurt onder meer door hierover in 2014 een Memorandum of Understanding te sluiten.

Ontwikkeling dreigingsbeeld

Naast de dreiging die uitgaat van uitreizigers en terugkeerders, bestaat er zorg over de aanhoudende openlijke jihadistische manifestatie in Nederland, zowel op het internet als in de fysieke wereld. De steunbetuigingen en het tonen van loyaliteit aan groepen als de Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIL) en Jabhat al Nusra (JaN), de twee dominante internationaal georiënteerde jihadistische groeperingen in Syrië, zijn verontrustend. Het fanatisme waarmee zij een fel antiwesterse en gewelddadige ideologie uitdragen werkt opruiend en kan leiden tot legitimering van gewelddaden tegen westerse doelwitten. De publieke manifestatie uit zich verder in intimidatie van moslimgeestelijken en -prominenten die zich uitspreken tegen jihadgang en de gewelddadige boodschap van al Qa’ida. Deze ontwikkeling zet de weerbaarheid binnen moslimgemeenschappen tegen extremisme en geweld uit ideologische motieven onder druk.

Het aantal terugkeerders kan de komende maanden oplopen door de vijandelijkheden tussen gewapende groepen en tegen de buitenlandse strijders. Vrijwel alle Nederlandse Syriëgangers komen terecht bij strijdgroepen als ISIL en JaN. Syrische oppositionele strijdgroepen keren zich de afgelopen tijd tegen extremisten, vooral die van de ISIL. Nederlandse jihadisten die naar Syrië zijn afgereisd worden nu beschoten door de mensen die ze voorgaven te willen helpen. Deze vijandelijkheden zetten verschillende van hen ertoe aan om Noord-Syrië te ontvluchten. Sommigen willen terugkeren naar Nederland, anderen geven er de voorkeur aan in de regio te blijven. Het is nog onduidelijk welke gevolgen de vijandelijkheden hebben op de uitreis van nieuwe Nederlandse strijders naar Syrië. Het zal lastiger worden voor uitreizigers om de plaatsen te bereiken waar de buitenlandse strijders zich bevinden.

De onrust in de islamitische wereld heeft de radicale krachten in verschillende  moslimlanden duidelijk versterkt. Er is, soms mede door het conflict in Syrië, een toename van jihadistisch geïnspireerd geweld in verschillende islamitische landen. Voor kern al Qa’ida zijn deze voor haar gunstige ontwikkelingen de voornaamste reden geweest om het afgelopen jaar het zwaartepunt van de wereldwijde jihad te verleggen van Afghanistan-Pakistan naar het Midden-Oosten. De groep zet daarbij zwaar in op de strijd in Syrië dat zich steeds meer ontwikkelt tot een vrijhaven voor jihadisten waar, net als Afghanistan in het verleden, een internationaal gezelschap van strijders in het gedachtegoed van al Qa’ida wordt geschoold, training krijgt en concrete ervaring en contacten opdoet. Het feit dat Syrië vanuit Europa makkelijk bereikbaar is, is tegen deze achtergrond zorgelijk.