E-Justice congres

Toespraak door minister Opstelten tgv het e-Justice congres. Den Haag, New Babylon Meeting Center, 27 maart 2014.

Dames en heren,

Welkom op dit e-Justice Congres, in dit prachtige, volledig vernieuwde New Babylon Meeting Center.

U kent natuurlijk allemaal het verhaal van de toren van Babylon - in de Bijbel ‘Babel’ genoemd. De nakomelingen van Noach wilden een toren bouwen die tot aan de hemel zou reiken. Dat vond God een wat al te ambitieuze doelstelling. Hij zorgde ervoor dat de mensen allemaal verschillende talen gingen spreken. Zo konden de bouwers niet meer met elkaar overleggen en samenwerken – waardoor de toren niet kon worden afgebouwd.

Dat oude verhaal doet me een beetje denken aan de manier waarop het er binnen de Europese Unie soms aan toe gaat. Ook daar zijn de ambities vaak hoog, maar mede als gevolg van taal- en cultuurverschillen worden ze niet altijd gehaald.

Maar gelukkig, dames en heren, staan we hier vandaag niet in het oude Babylon, maar in New Babylon. En deze moderne tijd biedt nieuwe kansen en mogelijkheden om elkaar - ondanks de soms grote verschillen - toch te vinden, met elkaar te communiceren, samen te werken en nieuwe grenzen op te zoeken. Dit nieuwe Babylon lijkt me dan ook een uitgelezen plek om te spreken over e-Justice: electronic Justice, digitalisering van het rechtsverkeer binnen de Europese Unie.
Maar voordat ik over Europa en e-Justice kom te spreken, wil ik eerst iets zeggen over mijn werkprogramma in Nederland. Burgers en bedrijven zijn gewend geraakt aan het gemak van internet bij het afhandelen van bankzaken, of bij het doen van aankopen. Echter, zij ervaren dit gemak nog onvoldoende in hun contacten met rechtspraak en justitiële instanties. Mijn werkprogramma bevat dan ook een aantal stevige ambities om in die situatie verandering te brengen.

Twee programma’s spelen in dit streven een belangrijke rol. Dat zijn VPS – dat staat voor Versterking Prestaties in de Strafrechtsketen - en KEI: Kwaliteit en Innovatie rechtspraak.

• In het programma VPS ontwikkel ik de digitalisering van de strafrechtsketen. Digitalisering is een belangrijke basis voor het beter functioneren van de keten. Inmiddels hebben we een start gemaakt met de “volledig digitale strafzaak”. Dat betekent: geen papierwerk meer, het hele dossier is in digitale vorm beschikbaar. Voor de verdachte, voor de officier van justitie en voor de rechter. Met het  Wetsvoorstel digitale processtukken creëer ik hiervoor momenteel de randvoorwaarden.

• Ook in het programma KEI hebben we inmiddels een start gemaakt met volledig digitaal procederen – maar dan in het civiele recht en het bestuursrecht. Met behulp van de zogenaamde e-Kantonrechter is het mogelijk een zaak via internet te starten, de voortgang te volgen, het griffierecht digitaal te voldoen en de uitspraak digitaal te ontvangen. Prachtig toch? Op dit moment staat deze procedure nog slechts open voor een beperkte groep. Later dit jaar komt ze ook beschikbaar voor andere groepen. Deze procedure vormt de voorloper van de volledig gemoderniseerde en gedigitaliseerde rechtsgang. En het wetsvoorstel dat deze wijzigingen mogelijk maakt, ligt mooi op koers.

Daarnaast, dames en heren, kent mijn werkprogramma nog een aantal andere “digitale ambities”. Zo is er een wetsvoorstel voor de digitale handhaving van veelvoorkomende overtredingen, dat tevens moet bijdragen aan versterking van het presterend vermogen van de politie.

Wat is de truc? Politieagenten hoeven straks geen papieren bonnen meer uit te schrijven. Dat gaat dan allemaal digitaal, vanuit een handcomputer. Daar komt nog iets bij: de Nationale Politie is, zoals u wellicht weet, gestart met de landelijke invoering van een multichannel aanpak bij aangiften. Aangifte doen kunt u straks via internet, telefonisch, op het bureau, op de locatie van het delict op via een 3D-loket – wat u maar wilt en hoe het u het beste uitkomt! Ik moet u eerlijk zeggen: er zijn mensen in mijn omgeving die niet hadden verwacht dat ik mij ooit nog eens zou profileren als de minister die justitie definitief zou binnenleiden in het rijk der digitalisering...

En ik ben nog niet klaar! E-Justice sluit namelijk naadloos aan bij deze digitale ambities. Ik wil dat Nederland gaat behoren tot de digitale top van de Europese Unie!

‘Waar staan we nu dan ongeveer?’, hoor ik u denken. Welnu, op basis van internationale onderzoeken, kun je stellen dat we momenteel een subtopper zijn. Als u mij een beetje kent, weet u dat ik daar geen genoegen mee neem. We gaan voor een tien! En waarom ook niet...? Ik ben er namelijk van overtuigd dat burgers, bedrijven, juridische professionals - u en ik dus – daar in hoge mate bij gebaat zijn. Het draagt in belangrijke mate bij aan de versterking van onze rechtsstaat. En ik zal u uitleggen waarom. Dat zal ik doen aan de hand van een viertal voorbeelden:

• Ten eerste: onze nationale ambities, zoals die tot uitdrukking komen in de programma’s VPS en KEI, houden niet op bij de grens. Ik wil dat Nederlandse burgers bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van hun eigen DigiD bij het voeren van digitale procedures in een ander land van de Europese Unie. En omgekeerd: burgers uit een ander EU-land die in Nederland digitaal willen of moeten procederen, moeten daarbij gebruik kunnen maken van een digitale identiteitskaart die voor dit doel óók in hun eigen land kan worden gebruikt. Daarmee neem je belemmeringen weg voor de toegang tot de rechter.

• Ten tweede: ik wil dat het recht in EU-land “X” beter toegankelijk wordt gemaakt voor burgers en bedrijven uit EU-land “Y”. Bijvoorbeeld door het recht in land X voor de burgers van land Y beschikbaar te stellen in hun eigen taal. En/of door rechterlijke uitspraken en wetsteksten uit land X makkelijker – digitaal - beschikbaar te stellen voor de burgers in land Y. Ook dat vergroot de toegankelijkheid van het recht. Het voorkomt dat burgers of bedrijven afzien van een juridische procedure, omdat ze belemmeringen ervaren die te maken hebben met het grensoverschrijdend karakter van een zaak.

• Ten derde: ik wil dat juridische professionals zo min mogelijk tijd hoeven te besteden aan administratieve handelingen, aan het maken van prints en kopieën, aan het reizen van en naar een bepaalde locatie, enzovoort.
Het grensoverschrijdende rechtsverkeer kan in veel gevallen stukken efficiënter verlopen door het te digitaliseren, of – ander voorbeeld - door getuigen-verhoren af te nemen via videoconferentie. Daarmee besparen de juridische professionals kostbare tijd.

• En ten vierde: als Nederland voorop loopt, betekent dit dat anderen volgen. Het betekent dat Nederland op informele wijze invloed kan uitoefenen op de afspraken die in Brussel tot stand komen. Dat Nederland standaarden kan beïnvloeden, de agenda kan bepalen. Daar is een actieve houding voor nodig - en dat vraagt om kwalitatief hoogwaardige inbreng.

Die actieve, kwalitatief hoogwaardige mensen hebben wij in Nederland. U denkt misschien: hoe weet hij dat zo goed? Maar dat komt omdat ik nu – niet geheel toevallig - een zaal vol met dergelijke “toppers toespreek. Die “toppers” - dat bent u: de professionals uit ons werkveld. Zonder u, sta ik als minister met lege handen. Ambities veranderen dan in loze kreten en beloften. Om die ambities, die stevige ambities, te realiseren, heb ik u hard nodig – en daarom koester én ondersteun ik u van harte!

Dames en heren, e-Justice heeft zich de afgelopen jaren wellicht sneller en verder ontwikkeld dan u dacht. Enkele van de mogelijkheden en voorzieningen die ik heb genoemd, zijn al tot stand gebracht, dan wel in een pril stadium al beschikbaar. U zult daar vandaag meer over horen. Deze voorzieningen gaan we de komende jaren verder uitwerken én benutten!

Bij dezen roep ik u allen op om aan deze ontwikkelingen uw bijdrage te leveren! Maar ook om uw wensen en behoeften te uiten. Zodat wij niet hopeloos verdeeld, zoals de bouwers van de Toren van Babel, maar in nauwe samenwerking, die stevige ambitie gaan waarmaken; de ambitie om als Nederland binnen de EU voorop te lopen met e-Justice!

Ik wens u mooi, boeiend en zeker ook productief congres!