Toespraak van staatssecretaris Van Rijn bij het afscheid van vier topbestuurders bij de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ)

Staatssecretaris Van Rijn hield op 19 juni 2014 een toespraak op een afscheidssymposium bij de RVZ. Afscheid namen Rien Meijerink, Didi Braat, Henk Bosma en Elisa Carter.

Let op! Alleen het uitgesproken woord geldt!

Dames en heren,

Wat een mooie omgeving om hier in Diligentia afscheid te nemen van vier zeer gewaardeerde leden van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg.

Eigenlijk dacht ik in theater Pepijn het woord te voeren, maar dat is met maar honderd stoelen natuurlijk veel te klein voor deze memorabele bijeenkomst.

Het is volgens mij nog niet zo vaak voorgekomen dat vier topbestuurders met een langdurige en eerbiedwaardige staat van dienst tegelijk een zo’n belangrijk adviesorgaan verlaten.

Dat is normaal gesproken een doodssteek voor een adviesorgaan, maar in dit geval hoop ik dat de raad als een feniks uit de as herrijst, wel voortaan als Raad voor de Volkgezondheid en Samenleving: een symbiose van de RVZ en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO).

De nieuwe raad staat al in de steigers. Het wetsvoorstel is met een advies van de Raad van State en een nader rapport aan de Koning op weg naar het parlement en wacht op parlementaire behandeling. Ondertussen werken de secretariaten van RVZ en RMO steeds meer samen.

In de forumdiscussie hebben Rienk Meijerink, Didi Braat, Henk Bosma en Elisa Carter onder leiding van Paul Schnabel nog eens teruggeblikt op de vele adviezen van de RVZ. Hoe visionair die soms waren.

Het is vandaag terugblikken en vooruitkijken. In de evaluatie van de RVZ oordeelt de commissie dat het niveau van advisering door de RVZ hoog is en stelt zij dat de Raad kwaliteit levert en bekend staat als een invloedrijk en grensverleggend adviesorgaan.

Adviezen als “Zorg voor je gezondheid” (ook wel bekend als van zz naar gg, “Perspectief op gezondheid 20/20” en “Medisch-specialistische zorg in 2020” hebben in de optiek van de commissie aanzienlijk bijgedragen, zo niet de basis gelegd voor een verschuiving in het denken over de positie van de zorg in de samenleving.

In Den Haag klinken wel eens andere geluiden over adviesraden. Bij het ministerie van VWS noemen we vaak de RVZ als voorbeeld van een goed functionerende raad en zijn we blij met de goede wisselwerking tussen raad en departement. 

De kwaliteit van een raad wordt in hoge mate bepaald door wie er in zitten. Vandaag is er alle reden om vier personen in het zonnetje te zetten, omdat ze afscheid nemen.

Didi Braat, vicevoorzitter, en al bijna 9 jaar lid van de RVZ. Profiel medisch specialist. Een van de vele transities die in de zorg plaats vinden hebben betrekking op de manier waarop de medisch specialist zijn werk uitvoert. Door de RVZ gezaghebbend gearticuleerd. Dat verraadt klasse. Daar kwam de ervaring van de medisch specialist en hoogleraar Didi Braat natuurlijk extra van pas.

Zij is ook niet bang om maatschappelijke normatieve uitspraken te doen. Zo sprak zij vrouwen aan op de consequenties van het vervullen van de kinderwens op relatief hoge leeftijd. En zij heeft steeds oog gehad voor het patiëntenperspectief. De patiënt centraal en regie over het eigen zorgproces. Dat betekent overigens niet dat je dan niets over een patiënt mag zeggen.

Henk Bosma, bijna 9 jaar lid, een ondernemer in het zorgproces met hart voor de publieke zaak en een open oog voor maatschappelijke ontwikkelingen. Met wortels in de ict. Die de dingen bij de naam noemt.
Illustratief is zijn voortrekkersrol bij het scenarioadvies ‘Met de kennis van later’.
Dat advies is nog niet op waarde geschat, maar zoals met veel grensverleggende adviezen, is daar enige tijd voor nodig. Maar hoewel 2040 nog ver weg is, kun je niet vroeg genoeg gaan nadenken over wat er op ons afkomt, bijvoorbeeld op het vlak van solidariteit. En hij heeft zijn geluid helder laten doorklinken op het terrein van e-health en innovatie.

Elisa Carter, heeft na 6 jaar lidmaatschap op 1 januari al afscheid genomen. Dat laat onverlet dat ik ook mijn waardering voor Elisa Carter wil uitspreken. Zij heeft zich in het bijzonder ingezet voor de ouderenzorg, zoals het advies ‘Redzaam ouder’. Daarbij zette zij onder andere haar netwerk zeer actief in. Het advies is nog steeds relevant en actueel. Of moet ik zeggen juist nu in tijden van grote ontwikkelingen in de ouderenzorg. Het denken over ouderenzorg is aan verandering onderhevig. Het is niet alleen een zorgvraagstuk maar ook een maatschappelijk vraagstuk.

Rien Meijerink is 8,5 jaar voorzitter geweest. Bij zijn aantreden sprak hij over zijn passie voorde publieke zaak. Een echte bestuurder en voorzitter. Iemand die de confrontatie niet schuwt. Niet bang voor de publiciteit en ook niet bang voor VWS. Een man die helder is in zijn soms wat provocerende uitspraken.
Hij benoemt wat er in zorgland aan de hand is. Waar de discussie over gaat en waar die over zou moeten gaan. Meijerink heeft steeds pal voor zijn zaak gestaan en is er in geslaagd de RVZ ‘smoel’ te geven. Eén eigenschap kreeg ik vaak te horen als Meijerink ter sprake kwam: integer.

Geachte aanwezigen,
Sommige mensen vragen zich af waarom er een nieuwe raad moet komen. Maar helemaal nieuw is de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving niet. Er fuseren- naar verwachting per 1 januari 2015, twee sterke bestaande raden met behoud van de opgebouwde sterktes en kennis om samen beter de toekomstige adviesaanvragen te kunnen bedienen.

In de woorden van evaluatie commissie RVZ: ,,De commissie ziet deze samenvoeging met de RMO als een kans voor de RVZ om zijn toegevoegde waarde te vergroten binnen het veranderende speelveld van de zorg.

Waar beleidsvorming en sturing in toenemende mate verschuiven naar het decentrale niveau, acht de evaluatiecommissie het van belang dat de Raad strategische vraagstukken op het terrein van de zorg in een breder maatschappelijk perspectief weet te plaatsen en daarbij verder kijkt dan de cure en de care.

Dit vraagt om een adviesraad die verbindingen weet te leggen tussen de volksgezondheid en zorg en andere dimensies van de lokale netwerksamenleving. Op het snijvlak van de zorg en de sociale infrastructuur en maatschappelijke verhoudingen kunnen de RVZ en de RMO in gezamenlijkheid een grote meerwaarde hebben als strategisch adviesorgaan voor de overheid, op zowel Rijks- als decentraal niveau.”

Alexander Rinooy Kan hield eerder vanmiddag een prikkelend betoog onder de titel Zorgstelsel op koers of op drift? Op koers of op drift? Ik weet niet wat er vanmiddag allemaal is gezegd, maar de metafoor spreekt me wel aan. Koers of drift verwijst naar grote wateroppervlaktes. Die kunnen verraderlijk zijn met sterke onderstromen en hoge golven.

U zult van mij niet verwachten, dat ik me herken in een stelsel dat op drift is.

Ik geef de voorkeur aan koers. Maar het beeld van een stoere overheid aan het roer die met vaste hand afkoerst op het van te voren bepaalde doel is ook niet reëel. Er zijn vele onderstromen en koers houden vraagt anticiperen. Waar schepen met informatie vanuit satellieten hun route aanpassen om brandstof en tijd te besparen, kent de zorg zo’n onfeilbare satelliet niet.

De zorg moet het meer hebben van loodsen die weten waar de ondieptes en verraderlijke stromen zijn. En een Rijkswaterstaat die veranderingen peilt. U voelt hem al aankomen. De RVZ en zijn opvolger RVS is soms een beetje Rijkswaterstaat. Ze ‘meet’ veranderingen in de samenleving en geeft advies over de consequenties voor de zorg.

Mede geïnspireerd op het werk van de RVZ, maar ook nadrukkelijk op het werk van de RMO staan ons, het kabinet, een aantal doelstellingen in de zorg voor ogen.

I.        de organisatie van solidariteit
beheersen van de kosten van zorg;

II.        regie bij de burger en zorgvrager, of moeten we zeggen: burger;

III.        zorg in de buurt, die aan sluit op de vraag (informele zorg waar dat kan, professionele zorg waar dat moet);

IV.        verantwoordelijkheden daar neer leggen waar ze het beste kunnen worden waargemaakt;

V.        professionals, die én verstand van zaken hebben, én kunnen luisteren, én kunnen samenwerken (taakdifferentiatie en taakdelegatie);

VI.        sturen op kwaliteit en uitkomst van zorg;

VII.        preventie met op onderdelen duidelijke nieuwe maatschappelijke normen.

VIII.        Tot slot: e-health en innovatie

Daarbij is steeds de vraag naar het eigenaarschap van het publiek domein aan de orde en de vraag wat de overheid moet laten, overlaten en doen. Ik verwacht van de RVS mooie bijdragen om de kabinetsdoelstellingen verder te helpen en de overheid te helpen te bepalen wat ze wel en beter niet kan doen.

Tot slot,
Veel dank aan de afscheidnemende raadsleden, voor uw in alle opzichten betekenisvolle inzet. Vertrouwen in de nieuwe raad. Zijn betekenis blijft onverminderd groot. En het stelsel? De geschiedenis zal ongetwijfeld haar licht doen schijnen op de koers die is gevolgd en waar dat toe heeft geleid. Voor nu ken ik, mede met dank aan de RVZ, geen betere koers dan die we nu varen.