Voetbal gaat in gereedschapskist diplomaat

Voetbal wordt vaker onderdeel van de diplomatieke strategie van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken). Dat zegt hij woensdag in een interview met Voetbal International. ‘Ik wil meer met voetbaldiplomatie gaan doen. Voetbal is te waardevol en te sterk om het als een bijzaak te zien.’

De minister spoort dan ook al zijn diplomaten aan om via voetbal internationaal deuren te openen. Wereldwijd verwelkomen de Nederlandse ambassades voetballiefhebbers om het WK bij hen te komen kijken. ‘Samen sport kijken schept een band. Die band kan je als diplomaat later weer gebruiken’, aldus Timmermans.

Voor Timmermans is de combinatie tussen voetbal en diplomatie een logische. De wereldwijd gedeelde liefde voor sport zorgt voor persoonlijker contact tussen politici, werkt drempelverlagend in de diplomatie en is ook nog eens een mooie metafoor om naar de wereld te kijken. ‘Er is geen betere ijsbreker dan voetbal’, aldus Timmermans.

Als voorbeeld noemt hij het bezoek aan de wedstrijd China-Nederland met zijn Chinese ambtgenoot. ‘Dat leverde veel meer tijd op om samen te praten dan een gewone afspraak’, aldus Timmermans. Hij sprak ook lang met de Ghanese minister van Buitenlandse Zaken over voetbal. ‘Dat lijkt triviaal, maar het is enorm drempelverlagend als je een paar weken later over een ander onderwerp moet bellen.’

Voetbal draagt volgens de minister ook bij aan het goede imago van Nederland in het buitenland. ‘Voetbal is per definitie een krachtig Nederlands exportproduct. Waar ik ook kom, mensen kennen Gullit, Van Basten en Van Persie. Daarmee zijn we beter dan welk land ook in staat om voetbal te gebruiken als middel in de diplomatie’, zegt Timmermans. ‘Oranje is een sterk merk’. De recente prestaties van het elftal omschrijft hij als ‘reclame voor Nederland’.

Timmermans heeft ook aandacht voor de schaduwkanten van voetbal. ‘De kracht van de sport wordt ondermijnd door verhalen over corruptie, matchfixing, kinderhandel. Ook hierbij kan voetbal een onverwachte opening bieden om dit soort moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken.’