Onderwijsbegroting 2015: beter onderwijs voor iedereen

Het Nederlandse onderwijs is goed maar moet nog beter. De leerlingen van vandaag gaan straks aan het werk in beroepen die we nu nog niet kennen. Veel leerlingen voelen zich onvoldoende uitgedaagd en presteren onder hun kunnen. Niet elke student zit op de juiste plek. En niet elke docent haalt het beste uit zichzelf.

Het geld dat de afgelopen periode is vrijgemaakt dankzij het Nationaal Onderwijsakkoord, en de bestuursafspraken en cao’s die daarmee samenhangen, de Lerarenagenda en het akkoord over het studievoorschot zetten we in om het onderwijs toekomstbestendig te maken. Het geld (een bedrag van €1,2 miljard uit de sectorakkoorden po, vo en mbo, en een bedrag oplopend tot maximaal €1 miljard uit het studievoorschot) moet terechtkomen waar het hoort: in de klas en de collegezaal. Want daar wordt het verschil gemaakt: in de overdracht tussen docent en leerling of student.

Voor 2015 betekent dit onder andere dat er €115 miljoen beschikbaar is voor lerarenbeurzen. Hiermee kunnen circa 15.000 leraren een bachelor- of masteropleiding volgen. Daarnaast krijgen alle docenten een persoonlijk opleidingsbudget en tijd om zich te laten bijscholen. Docenten gaan het ook merken in hun eigen portemonnee, want na jaren nullijn volgen hun salarissen in 2015 weer de ontwikkelingen in de markt.

Aandacht voor de top

Met de extra investeringen komt er meer aandacht voor toptalenten op alle niveaus.  In 2015 kunnen leerlingen de vermelding cum laude verdienen op hun eindexamendiploma. Vwo’ers krijgen de mogelijkheid hun opleiding in vijf jaar af te ronden.  Op steeds meer scholen wordt het mogelijk om individuele vakken op een hoger niveau af te ronden. Een havoleerling met een wiskundeknobbel kan dan wiskunde op vwo-niveau volgen bijvoorbeeld.

Het kabinet gaat in 2015 samen met een breed scala aan betrokkenen aan de slag met het moderniseren van het onderwijscurriculum voor het funderend onderwijs. Leraren en scholen geven aan dat de huidige kerndoelen weinig houvast bieden, niet ambitieus zijn en leerlingen onvoldoende voorbereiden op de uitdagingen die hen in de toekomst te wachten staan in studie of werk.

In het mbo is vanaf 2015 jaarlijks €25 miljoen gereserveerd voor een excellentieprogramma en wordt er serieus werk gemaakt van internationalisering. Daarnaast is er vanaf volgend jaar € 75 miljoen extra beschikbaar voor technische en andere kostbare opleidingen in het mbo. Nieuw in het mbo zijn de kwaliteitsafspraken, waarbij instellingen worden afgerekend op hun prestaties, zoals nu in het hoger onderwijs ook al het geval is.

In het hoger onderwijs staat het studievoorschot op de rol. Na parlementaire behandeling zal dit op 1 september 2015 ingaan. De basisbeurs vervalt, de aanvullende beurs gaat omhoog, de aflosperiode gaat van 15 naar 35 jaar, waardoor de maandelijkse afbetaling last fors omlaag kan, van maximaal 12% naar maximaal 4% van het maandinkomen.

Scholing tijdens loopbaan

De arbeidsmarkt verandert snel: beroepen verdwijnen en er komen er nieuwe bij. Het kabinet vergroot de mogelijkheden voor bij-, na- en omscholing voor volwassenen.  Zo kunnen zij vrijstelling krijgen voor delen van opleidingen, als ze kunnen aantonen dat zij de vereiste vaardigheden al hebben.

Studenten van boven de 30 kunnen vanaf 2015 ook gebruik maken van het collegegeldkrediet. Dat kan voor opleidingen in het hoger onderwijs, maar ook voor beroepsopleidingen in het mbo.

De eerste vier cohorten studenten die met het studievoorschot te maken hebben, ontvangen na het afstuderen een tegemoetkoming in de vorm van een voucher van circa €2000 die ingezet kan worden voor bijscholing 5 tot 10 jaar na het afstuderen.

Wetenschap

De rol van de wetenschap bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen wordt alsmaar groter naarmate de problemen complexer worden. Het kabinet wil die rol accentueren door in 2015 samen met kennisinstellingen, bedrijven, maatschappelijke overheden en medeoverheden een wetenschapsagenda op te stellen, met de thema’s waar de wetenschap zich in de toekomst op gaat richten.

Verspreiding van kennis is een ander speerpunt in de begroting. Het kabinet komt in 2015 met concrete voorstellen voor het innovatief gebruik van data. Het gebruik van open data wordt gefaciliteerd en regels omtrent intellectueel eigendom worden gemoderniseerd. 

Voor werknemers in het  bedrijfsleven en de Rijksoverheid wordt het aantrekkelijker om te promoveren. Het kabinet gaat hiervoor afspraken maken met het bedrijfsleven om tussen 2015-2025  het aantal promovendi sterk te verhogen.

Cultuur

Op 1 januari 2015 gaat de nieuwe Bibliotheekwet in. De wet biedt onder meer de garantie dat gemeenten niet zomaar de bibliotheek kunnen sluiten. Dat kan alleen als zij afspraken hebben gemaakt met de bibliotheek van de buurgemeente, zodat lezers daar terecht kunnen.

Voor de Nederlandse filmindustrie is jaarlijks € 20 miljoen beschikbaar om de productie-activiteit in Nederland te vergroten en de internationale concurrentiepositie te versterken.