Asscher: Meer transparantie bij Turkse organisaties nodig

Bij een aantal Turkse organisaties in Nederland is sprake van een gebrek aan transparantie. Daarom is het bijna onmogelijk om te bepalen of en hoe deze organisaties de integratie van Turkse Nederlanders beïnvloeden. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat de Turkse organisaties aanspreken op hun bijdrage aan de integratie van hun leden in Nederland, zo schrijft hij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Ook wil Asscher, samen met zijn collega van Buitenlandse Zaken, met de Turkse overheid spreken over de invloed die zij uitoefent op Turkse migrantenorganisaties in Nederland. Verder is het verkrijgen van informatie over de structuur en werkwijze van deze organisaties belangrijk.

Minister Asscher liet onderzoek doen naar de beïnvloeding door Turkse organisaties en stromingen (TRSO’s) van hun leden. Hierbij stuitten de onderzoekers op een gebrek aan transparantie. Op vragen over afstand nemen van Nederlandse gewoonten, normen en waarden en invloed hierop vanuit Turkije werd geen duidelijk antwoord verkregen. Het is daarom niet vast te stellen in hoeverre deze organisaties zich bemoeien met de levensstijl van Turken in Nederland. De minister zal hierover het gesprek met de betrokken organisaties aangaan.

Het feit dat er zoveel onduidelijkheid is over de doelstellingen en werkwijze van de TRSO’s noemt minister Asscher in zijn brief onacceptabel. Een gebrek aan transparantie past niet in een open democratische samenleving als de onze. De minister wil dat migrantenkinderen net zoveel kans op succes hebben als alle andere kinderen, dat geldt dus ook voor kinderen van Turkse Nederlanders. Migrantenorganisaties die zich alleen focussen op Turkije helpen daar niet bij.

Overigens is het beeld van de onderzoekers dat sommige van de activiteiten van de TRSO’s juist gericht zijn op de verbinding met de Nederlandse samenleving. Het lijkt er wel op dat organisaties zich vooral op de Turks-islamitische waarden en de versterking daarvan richten. Begin volgend jaar informeert minister Asscher de Tweede Kamer over de voortgang van de aangekondigde acties.