Definitieve budgetten 2014 en voorlopige budgetten 2015 bekend (informatie voor gemeenten)

Via onderstaande links vindt u de bestanden met de definitieve budgetten 2014 en de voorlopige budgetten 2015 per gemeente. Daarnaast vindt u hier de toelichtingen op deze budgetten, een toelichting op het macrobudget en een specificatiebestand, waarin u kunt zien hoe de bedragen voor uw gemeente tot stand zijn gekomen.

Voor 2015 wordt gebruik gemaakt van een nieuw verdeelmodel, het door het Sociaal en Cultureel Planbureau ontwikkelde multiniveau-model. Dit model biedt de best mogelijke benadering van de noodzakelijke bijstandskosten die een gemeente moet maken gegeven de specifieke kenmerken van die gemeente, zoals de samenstelling van de bevolking en de lokale en regionale arbeidsmarkt. Om de herverdeeleffecten die gepaard gaan met de overgang naar een nieuw model te beperken en de financiële gevolgen voor gemeenten beheersbaar te houden, is na overleg met de VNG besloten tot een overgangsregeling voor de eerste drie jaren, waarbij het landelijk beschikbare budget gedeeltelijk op basis van het model en gedeeltelijk op basis van de uitgaven in het verleden wordt verdeeld.

Het definitieve macrobudget 2014 voor de gebundelde uitkering bedraagt € 5.736,4 miljoen. Het voorlopige macrobudget 2015 voor de gebundelde uitkering bedraagt € 5.512,0 miljoen. De daling van het macrobudget ten opzichte van 2014 komt met name door de beleidswijzigingen die plaatsvinden in 2015 (Wet hervorming kindregelingen en Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten). Door deze beleidsmaatregelen dalen de verwachte bijstandsuitgaven van gemeenten. Voor de nieuwe doelgroep van de Participatiewet is een bedrag aan het macrobudget toegevoegd. Vanaf 2015 kunnen gemeenten de gebundelde uitkering ook benutten voor de inzet van het nieuwe instrument loonkostensubsidie. Het budget voor 2015 kan nog worden bijgesteld als gevolg van het gerealiseerde volume en de gerealiseerde prijs in 2014, de effecten van de conjunctuur en rijksbeleid en de bijstelling voor de loon- en prijsontwikkeling.