Toespraak Rutte bij opening tentoonstelling ‘Topstukken’

Toespraak van minister-president Rutte bij de opening van de tentoonstelling 'Topstukken' in het Maritiem Museum in Rotterdam op 1 oktober 2014.

Dames en heren,
Mijn vader heeft voor de oorlog lang op de Maaskade gewoond. Over het Rotterdam van vroeger kon hij altijd prachtig vertellen. Het was het Rotterdam van de sjouwers, zonder de containers die je nu overal ziet. Maar ook toen al was het een havengebied dat zich razendsnel ontwikkelde en waar het gonsde van de activiteit.

Het Rotterdam van mijn vader leek misschien wel op het Rotterdam van het schilderij 'Leuvehaven en de Boompjes', van Victor Gilsoul, uit 1910. Dat schilderij is een van de topstukken die hier vandaag zijn tentoongesteld. Het biedt - zoals de titel al verklapt - uitzicht op de Leuvehaven en de Boompjes, bekeken vanaf de derde verdieping van het later platgebombardeerde Victoriahotel aan het Willemsplein. Gilsoul schilderde een kleurrijk tafereel, met op de voorgrond slepers die wachten op werk, en rechts bovenin de Maas, waar vracht- en binnenvaartschepen af en aan varen. Ook op de kade is het een drukte van belang. In het midden zien we het alcoholvrije koffiehuis Café Vollenhoven -  een initiatief van de Volksbond tegen Drankmisbruik. 

Wie nu op dezelfde plek gaat staan, ziet een totaal andere stad. Maar tegelijkertijd ook dezelfde stad - want de activiteit en bedrijvigheid van de haven is een constante in de geschiedenis van Rotterdam.

Die bedrijvigheid, het harde werken en de drang tot vernieuwing verbinden verleden, heden en toekomst van deze stad. Het verbindt de aanleg van de Nieuwe Waterweg in de 19de eeuw, met die van de Tweede Maasvlakte van vandaag. Meneer Loomeijer, u vertelde zojuist hoe in dit museum het heden centraal staat, met het oog op de toekomst. De geschiedenis is relevant, omdat het laat zien hoe we hier gekomen zijn. Met de historicus Thomas Carlyle zou je kunnen zeggen: 'het heden is de totaalsom van de geschiedenis.' Door de geschiedenis te kennen, kunnen we beter begrijpen waar we vandaag staan.

Ik ben daarom blij dat het Maritiem Museum in deze nieuwe permanente tentoonstelling, de geschiedenis centraal stelt. Want de Nederlandse geschiedenis is voor een heel belangrijk deel maritieme geschiedenis. Het blijft bijzonder dat een klein land als Nederland in de 17de eeuw een maritieme wereldmacht werd - en de VOC eigenlijk de eerste multinational. De invloed die dit heeft gehad op onze technologische ontwikkeling, op onze cultuur en onze positie in de wereld, is indrukwekkend en actueel.

En dat zie je terug in deze tentoonstelling. Ik heb alvast door het bijbehorende boek gebladerd en wat dan opvalt is de diversiteit van de objecten. Stille getuigen van voorbije tijden, zoals een wijnglas dat geregeld op tafel kwam tijdens vergaderingen van het admiraliteitscollege in de 18de eeuw of een muts, die behoorde aan een van de Nederlandse walvisjagers in Spitsbergen in 1700. Maar ook een van de beroemde en uiterst gedetailleerde kaarten van Joan Blaeu, of het model van het ss 'Prins Hendrik 1', een van de eerste schepen van de Stoomvaart-Maatschappij Nederland.

Het zijn echte iconen van het maritieme verleden. Een collectie om trots op te zijn. En eentje die natuurlijk in Rotterdam thuishoort.

Dames en heren, mijn vader vertelde altijd over het oude Rotterdam met een aanstekelijke trots. Een trots die Rotterdammers eigen is, maar waarmee ze niet te koop lopen. Die verborgen zit onder een stevige laag nuchterheid. Dit museum laat vandaag - op z'n Rotterdams - zien wat het in huis heeft. Geen woorden, maar daden.

Dank u wel.