Toespraak van minister Schippers bij de E-health Convention van Skipr/Emerce

Toespraak van minister Schippers (VWS) bij de E-health Convention van Skipr/Emerce, op 4 november 2014 in Amsterdam.

Beste mensen, welkom!

We zijn op een bijzondere plek. Ooit was dit een koelpakhuis voor scheepsladingen. Nu is dit een soort ideeënpakhuis; een ontmoetingsplaats voor vernieuwers uit de kunst, media, technologie. En vandaag uit de gezondheidszorg, de marketing en de online dienstverlening. Als mensen uit verschillende sectoren elkaar ontmoeten, kan er zomaar wat spannends gebeuren. We zijn op een plek van verandering!

Maar eerst wil ik het met u hebben over wat niet verandert. En dat is dat de zorg om mensen draait.

En dat mensen die zorg nodig hebben, soms kwetsbaar zijn. Niet alleen de ouderen of de mensen die wat minder zelfredzaam zijn. Het gaat ook over mensen zoals u en ik. Als we ziek zijn, dan willen we aandacht; menselijk contact. Toch?

Soms lijkt dat strijdig met de innovatie die we zo hard nodig hebben in de zorg. Waar velen van u al mee bezig zijn. Robots, domotica, beeldschermbellen, online-consulten, apps, slimme pleisters…

Eén van de vele vragen waar we voor staan is: hoe winnen wij het vertrouwen van de mensen die nog koudwatervrees hebben?

Patiënten, maar zeker ook zorgverleners. Hoe maken wij duidelijk dat e-health niet gaat over koude zorg, maar over de mogelijkheid om mensen méér service te bieden. Zelfredzaamheid voor wie dat wil en kan. Tijd besparen, zodat er meer persoonlijke aandacht is voor de mensen die dat nodig hebben. Meer kwaliteit van zorg, zoals bij Telemonitoring. Mensen met hartfalen worden daardoor veel beter in de gaten gehouden, hoeven minder vaak naar het ziekenhuis. Uit onderzoek van de Universiteit Maastricht blijkt dat deze patiënten daardoor minder angstig en depressief zijn.

We hebben al die innovaties keihard nodig. Ook om de kosten omlaag te brengen. Zodat we in de toekomst iedereen de zorg kunnen bieden die nodig is. Zonder innovatie gaan we het niet redden.

Buiten de zorg is dat vertrouwen er volop. Denk maar aan de verkoop van robotstofzuigers. Dat neemt enorm toe. Werkende ouders kopen dat en niemand die denkt: arme kinderen. Want door die stofzuiger hebben ze juist meer tijd voor die kinderen. Denk aan het vertrouwen waarmee we in onze auto stappen als de GPS aanstaat.

Vertrouwen is één ding.

Hoe maken we tempo?

Ook dat moet gebeuren. Er gebeurt veel, maar het gaat te langzaam. Beste mensen, laten we realistisch zijn. In de samenleving worden allerlei toepassingen steeds goedkoper, gebruiksvriendelijker, sneller. Bellen, internet, fotografie, taxi’s, hotelkamers - de vernieuwers breken álles open.

Hoe lang accepteren we nog dat in de zorg de vernieuwers buiten de deur worden gehouden? Hoe lang accepteren we nog dat overal om ons heen de service verbetert, terwijl in de zorg alles bij het oude blijft. Dat om ons heen diensten goedkoper worden, terwijl de zorg steeds duurder wordt.

Waardoor de druk om de zorg uit te kleden steeds hoger wordt.

Ik hoor artsen wel eens zeggen: “Een fysiek bezoek aan een patiënt levert mij meer op dan een webconsult. Dus ik kan dat niet doen.”

Hoe lang accepteren we dat nog? Hoe lang accepteren wij dat we in de zorg het één willen, maar het andere krijgen. En daar ook nog meer voor moeten betalen. In de echte wereld is dat onhoudbaar. Omdat de concurrent wél die betere service biedt, voor een lagere prijs. In de VS komen er nieuwe partijen op de zorgmarkt zoals Theranos, een bedrijf dat in de drogisterij uw bloed afneemt er voor zorgt dat de uitslagen in uw mailbox zitten, voor u op de oprit bent met de boodschappen. En grote partijen als Apple, Google, Wallmart en zelfs Facebook die de zorg als ‘markt’ zien. Ik schat in dat zij wel voor opschaling gaan zorgen, mondiaal.

Blijft u het voor? Of wacht u het af?

Natuurlijk, er zijn geweldige initiatieven. Het UMC Utrecht geeft 320.000 patiënten online toegang tot hun eigen medisch dossier. Het Radboudumc, Philips en cloudbedrijf Salesforce lanceerden onlangs in San Francisco een wereldwijd platform met veilige monitoring op afstand, een persoonlijk gezondheidsdossier en communities, onafhankelijk van een ziekenhuis, Elektronisch Patiënten Dossier of welk besturingssysteem je op je telefoon hebt. En de patiënt bepaalt wie toegang heeft. De patiënt bepaalt met wie hij zijn data deelt.

Die goeie innovaties herken je aan de logica. Natúúrlijk moet je bij je eigen gegevens kunnen, net als bij de bank! Natúúrlijk ben jij de baas over jouw data. Ontzettend belangrijk als we willen dat mensen zelf de regie nemen over hun behandeling.

Waarom is dat niet overal zo? Waarom moeten we daar zo lang op wachten?

Ik zie meer goede initiatieven. Daar word ik vaak bij uitgenodigd. Ik hoef nooit lintjes te knippen bij een mislukt project, wat eigenlijk jammer is want van mislukkingen leer je heel veel. Het gaat altijd om win-win-win. Minder administratieve lasten, meer kwaliteit van zorg, lagere kosten. Dan denk je: dit snijdt hout; dit moet je eigenlijk in heel Nederland gaan doen. Maar toch zetten die initiatieven vaak niet door. Ze storten in zodra de subsidie opdroogt. Het past niet in de systemen, er is niet goed nagedacht over een verdienmodel. Of collega’s in andere ziekenhuizen vinden het leuk, maar niet voor zichzelf. Not invented here. U herkent het vast.

Ik herinner me een kinderarts die zijn administratieve lasten enorm omlaag had weten te brengen omdat hij codes had gemaakt waarmee hij de gegevens van zijn patiëntjes in één keer kon invoeren. En iemand die een geweldige app bedacht waarmee je zelf aan triage kunt doen: moet ik naar de huisarts of naar de huisartsenpost? Of kan ik dit zelf oplossen? Met die app heeft hij allerlei prijzen gewonnen.

En toch is het niet van de grond gekomen. Want een creatief idee is niet genoeg. Hoe pas je het breed toe in de zorg, daar gaat het om. Hoe zorg je dat je een verdienmodel hebt. Vaak heb daarvoor je iemand van buiten de zorg nodig, een partner uit de marketingwereld, een bedrijf, kleine spelers of grote, zoals de partners waarmee het Radboudumc samenwerkt.

Beste mensen, natuurlijk is het niet makkelijk.

Onlangs hoorde ik het verhaal van een enthousiaste zorgverlener die voor een grote GGZ-instelling werkt. Zij probeert voor elkaar te krijgen dat in 2015 40% van de 25.000 cliënten van deze instelling gebruik maakt van e-health. Je bent dan een soort pionier en ze zei: het doet me vaak denken aan het tv-programma Ik vertrek. U kent het vast. Mensen besluiten naar het buitenland te emigreren, meestal om een camping of Bed and Breakfast te beginnen. Ze gaan vol goede moed op pad. En thuis op de bank kunt u genieten van wat er vervolgens allemaal misgaat. Een gouden formule!

De vertrekkers spreken de taal niet. De vergunningen zijn niet op orde. Het dak lekt, het riool is kapot, het regent en de kinderen hebben heimwee. De twijfel slaat toe…

Doet u dat ergens aan denken?

Maar het leuke is, als de mensen dan later weer worden opgezocht, dan is het bij de meesten tóch gelukt. Omdat ze niet opgaven. Ze hebben gewoon door geploeterd, de problemen die ze tegenkwamen één voor één opgelost. En dat is ook het geheim van e-health, zei deze zorgverleenster. Je moet er niet te veel over blijven praten. Je moet het gewoon dóen!

Maar om richting te geven aan wat je doet, is het wel belangrijk om doelen te stellen.

Je gaat aan de slag om dat doel linksom of rechtsom te bereiken. Dat klinkt misschien wel makkelijker dan het is, maar ik geloof dat het zo werkt. Samen doelen stellen en er samen tegenaan. Dat doen we ook met e-health.

  • Binnen vijf jaar heeft 80% van de chronisch zieken toegang tot medische gegevens.
  • 75 % van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen kan zelfstandig metingen uitvoeren.
  • En iedereen die zorg en ondersteuning thuis krijgt, heeft de mogelijkheid tot beeldschermzorg.

De staatssecretaris en ik zouden die doelen nooit zo gesteld hebben, als we er niet van overtuigd waren dat het mogelijk is. Sterker: er is veel meer mogelijk. Het is nog maar het begin.

De randvoorwaarden zijn er: meer dan 94% van de huishoudens is online, ook de helft van de 65- tot 75-jarigen maakt vrijwel dagelijks gebruik van internet, meer dan 98% van de patiëntendossiers van huisartsen wordt al elektronisch bijgehouden. En ook in de bekostiging is heel veel mogelijk, veel meer dan u denkt.

Natuurlijk zijn er nog heel veel belemmeringen. Systemen zijn incompatibel, we moeten spreken in dezelfde taal, we moeten massaliteit krijgen.

U moet daar zelf mee aan de slag. En als u toch tegen dingen aanloopt waarvan u denkt dat ik er iets aan kan doen, dan hoor ik dat heel graag. Maar het begint bij u. Als echte pioniers bent u niet voor één gat te vangen. Benut uw creativiteit, deel uw ervaringen, zoek de samenwerking.

Ga het vooral dóen! Dank u wel!