Toespraak Commandant der Strijdkrachten ter gelegenheid van medaille-uitreiking

Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten, Generaal T.A. Middendorp, ter gelegenheid van de medaille-uitreiking op 26 november 2014 te Zwolle.

Middendorp:

Aangetreden militairen, dames en heren,

Er wordt in toenemende mate een beroep gedaan op onze krijgsmacht. We draaien op de toppen van ons kunnen en het zijn de militairen die hier voor ons staan die dat mogelijk maken.

In Afrika, in het Midden-Oosten, in Europa, in Azië…  Overal ter wereld dragen onze militairen op dit moment bij aan vrijheid, veiligheid en stabiliteit. Waarom? Omdat wij daar zelf belang bij hebben en omdat ook die mensen recht hebben op vrede en veiligheid.

Burgers worden daar immers niet beschermd door hun regering. Piraterij, gijzelingen, terrorisme, geweldsuitbarstingen - zelfs onthoofdingen - zijn aan de orde van de dag. Dáárom gaan deze militairen op uitzending.

Sommigen van hen gebruiken dan wapens. Anderen ondersteunen juist bij wapeninzet. Maar een grote groep is ook op uitzending om fragiele staten in hun ontwikkeling te steunen met advies of training. En weer anderen zien toe op vredesprocessen, of bouwen beter functionerende veiligheidsinstituten.

Zo hebben de militairen van ACOTA Burundi, ACOTA Uganda en UNMISS Zuid-Soedan zich ingezet voor het versterken van het leger, ondersteunden de militairen van SSR Burundi verschillende projecten om de veiligheidssector in het land te laten functioneren en hielpen de militairen van de European Union Training Mission in Somalië de regering van Somalië te versterken.

In Mali werd bijgedragen aan de European Union Training Mission van het Malinese leger en zetten de militairen van MINUSMA zich in voor het herstellen van de veiligheid en stabiliteit door inlichtingen te vergaren.

In de regio grenzend aan onze Europese Unie – het Midden-Oosten – observeerden de militairen van UNTSO de afgesproken bestandslijnen tussen Libanon, Syrië en Israël, zagen de mensen van UNDOF als waarnemer toe op de vrede tussen Syrië en Israël en professionaliseerden de militairen van de USSC-missie de Palestijnse overheidsdiensten.

Dichterbij huis – in Oost-Europa- zetten de militairen van EULEX, EUFOR en KFOR zich in voor veiligheid en zorgden zij ervoor dat Kosovo en Bosnië niet terug vallen in conflict waardoor de hele regio destabiliseert.

En in Afghanistan hebben de militairen van CONTCO en de staven ISAF dag en nacht gewerkt om betrouwbare politie en justitie op te zetten en heeft het vliegend- én grondpersoneel van de Air Task Force 26 met onze F-16’s over de veiligheid van collega’s en bondgenoten gewaakt. Zodra er een patrouille van ISAF de poort uitging, waren zij verzekerd van luchtsteun, onder andere van deze eenheid.

Dames en heren, u hoort het: de Nederlandse krijgsmacht is van vele markten thuis. Wij moeten op steeds meer veiligheidsvraagstukken een antwoord kunnen geven. Geen enkel conflict is hetzelfde. De krijgsmacht kent dus vele gezichten én – zoals u hoorde – vele afkortingen!

Eén ding is zeker: Het zijn de mensen die het doen! Ik zou dan ook graag alle militairen die hier staan bij naam willen noemen om hen persoonlijk te bedanken, maar dat zou betekenen dat u vanavond laat nog niet thuis bent, en ik heb het zo het vermoeden dat u daar niet blij van wordt.

Daarom noem ik vandaag drie van hen. Allereerst Sergeant-Majoor Ruben Ruitenbeek.

Sergeant-Majoor Ruitenbeek, u heeft zich zes weken lang ingezet in Burundi voor de missie ACOTA. Als militair verpleegkundige, maar ook om kennis door te geven aan Burundeze militairen. '‘Hoe houd je een wapen vast?'  'Hoe leg je het wapen aan in je schouder?' 'Waar moet je gaan staan, of zitten, als je uit een voertuig stapt in een gebied dat niet veilig is?'

Hier weet iedere militair dat, maar dat is niet het geval in Burundi. U was daar niet voor niets. Samen met uw collega’s leerde u Burundeze militairen schieten, en leerde u hen vaardigheden op het gebied van junior leiderschap, konvooioperaties en het optreden in verstedelijkt gebied.

Vaardigheden die ze onder de knie moeten hebben om met de Afrikaanse Unie voor veiligheid te kunnen zorgen in Somalië. Want dáár gaat het uiteindelijk om. Dat maakt uw werk belangrijk en dankbaar en dat werd gewaardeerd door de militairen daar. U constateerde dat de Burundeze militairen 'heel eager' waren om te leren en 'heel hard werken'. Goed om te horen! Sergeant-majoor Ruitenbeek en uw collega’s, bedankt!

Iemand die zich weer op geheel andere wijze heeft ingezet is Wachtmeester Vincent Braams.
Wachtmeester Braams, u bent zes maanden lang op uitzending geweest in Kosovo, voor de missie KFOR. U was daar –samen met een collega- verantwoordelijk voor de logistiek en informatievoorziening.

Belangrijk werk. Want hierdoor konden 40 collega’s – zowel militairen als politiefunctionarissen – hun werk in goede omstandigheden blijven doen. Van paperclips tot aan patronen. Wat ze ook nodig hadden. U regelde het!

Dat geldt ook voor de post. En als we ergens de ouderwetse post weer leren waarderen dan is het wel tijdens onze missies. Er is nu eenmaal niets mooiers dan een pakketje post krijgen van je familie, kennissen of geliefde.  Dat raakt zelfs de stoerste militair.

Voor hen is de post vaak het hoogtepunt in de week waar ze naar uitkijken. Iedere keer weer. Wachtmeester Braams, dat heeft u mogelijk gemaakt. Dank daarvoor!

Dan, last but not least, Kapitein Carmen Putto. Kapitein Putto, als hoofd S4 was u met uw mensen verantwoordelijk voor de logistieke keten van de Air Task Force in Afghanistan. Belangrijk werk. Want onze F-16-jachtvliegtuigen worden wel gevlogen door vliegers, maar daarachter zit een heel systeem van mensen en materieel om de inzet mogelijk te maken.

Bommen moeten bijvoorbeeld goed in elkaar zitten en aan het vliegtuig gehangen worden. De juiste onderdelen moeten tijdig en veilig vervoerd worden uit Nederland. Voertuigen en randapparatuur moeten worden gerepareerd. U zorgde daarvoor. En hoe!

Altijd waren spullen razendsnel ter plaatse. Zoals die keer dat er problemen waren met de F-16’s en jullie binnen no time motoren uit Nederland lieten overkomen. Dat heeft veel werk en inspanning gekost. Maar u kreeg het voor elkaar. Samen met uw club mensen.

Maar u heeft ook op andere wijze indruk gemaakt. En dan doel ik niet op de wedstrijd push-ups, waarbij u van drie mannelijke infanteristen won! Of op die keer dat u tijdens uitzending een medaille kreeg uitgereikt van uw moeder, die destijds op de ambassade in Kabul werkte voor Buitenlandse Zaken…

Ik doel dan op het voorbereidende werk dat u voor het Redeploymentteam heeft verricht. Uw ATF-rotatie was immers de laatste lichting die een bijdrage heeft geleverd aan de veiligheid in Afghanistan. Dat betekende dat uw mensen er ook voor moesten zorgen dat spullen en onderdelen veilig werden teruggebracht naar Nederland.

Met uw team kreeg u dat snel en veilig voor elkaar. Zoals iemand uit het Redeploymentteam zei: 'We kwamen in een gespreid bedje terecht!' Topwerk dus. Kapitein Putto, u noemde uw team mensen bescheiden 'de manusjes van alles', maar we weten allemaal: zonder logistiek zijn we ne nergens. Of, zoals sommigen wel zeggen: 'Without supply you don’t fly!' Ik wil u – en alle collega’s – dan ook hartelijk bedanken.

Dames en heren, u hoort het: ons werk is heel divers en wereldwijd. Belangrijk werk dat we graag doen, ook al wordt de krijgsmacht zwaar belast. Werk dat ergens over gaat. Werk dat levens redt, dat voorkomt dat landen afglijden naar een staat van wetteloosheid of zelfs anarchie. Werk dat mensen perspectief biedt op vrijheid, veiligheid en stabiliteit. Iets waar wij zo aan gewend zijn geraakt.

Dáár doen deze militairen het voor. Ook al is het in landen waar onze idealen op een harde en taaie werkelijkheid botsen. Ook al is het in moeilijke, complexe en soms gevaarlijke omstandigheden. Ook al is het in landen waar je soms drie stappen vooruit moet zetten en de volgende dag weer twee stappen achteruit. Want we weten allemaal: We dragen wel iets bij. Die ene stap vooruit, maakt wel een verschil!

Collega’s, het is jammer dat niet iedereen in Nederland de resultaten van uw werk kan zien. Ik kan u vertellen, ik zie het wel, en het maakt mij trots. En ik vertel daar dan ook over – waar ik maar kan.

Nu wil ik u vooral hartelijk bedanken. Maar niet alleen u. Ook uw familie en vrienden; uw thuisfront. Want, dames en heren, ook u heeft een missie volbracht. Maandenlang stond u er alleen voor, zat u in spanning en onzekerheid.

Maandenlang moesten de kinderen het zonder hun pappa of mamma doen. Dat is niet leuk en dat is ook niet altijd gemakkelijk. Zeker als uw omgeving uw zorg of uw verdriet niet begrijpt. Toch bent u onze militairen onvoorwaardelijk blijven steunen en heeft ook u zich goed geweerd. Dat waardeer ik enorm.

Om u te bedanken is er daarom straks voor het thuisfront de Anjer en voor de kinderen, die hun pappa of mamma al die tijd hebben moeten missen, het kindermedaillon. Want ook voor hen was het een echte missie. En dat wordt gewaardeerd. Dames en heren, mag ik een groot applaus voor alle decorandi en hun families? (applaus)

Dan reik ik nu graag de Herinneringsmedaille Vredesoperaties uit. Mijn adjudant zal daartoe de bijbehorende beschikking voorlezen.