Toespraak van staatssecretaris Dijksma bij de start van de SIRE-campagne tegen voedselverspilling

Toespraak van staatssecretaris Dijksma (EZ) bij de start van de SIRE-campagne tegen voedselverspilling, Amsterdam, 10 februari 2015

Dames en heren,

Ik ben één van die zeven op de tien Nederlanders die vinden dat eten weggooien niet hoort. In huize Dijksma doen we wat we kunnen om verspilling tegen te gaan. We eten zeker één keer per week kliekjes. Overigens zeggen negen van de tien mensen dezelfde intentie te hebben. Dat is mooi, maar met goede bedoelingen kunnen we de Houthavens dempen. Aan intenties hebben we pas iets als ze daadwerkelijk worden opgevolgd. En daar schort het nogal aan, zo zeggen de cijfers van het Voedingscentrum.

Want wat blijkt? We verspillen 1/3 van het geproduceerde voedsel. In Nederland verspillen we zo’n 50.000 vrachtwagens aan voedsel per jaar. Dat is ongeveer 50 kilo per persoon. Een enorme berg voedsel. Wereldwijd vermorsen we 1,3 biljoen kilo. Goed eten, dat verdwijnt in gootsteenputjes en vuilnisbakken. Voedselverspilling kost een Nederlands huishouden €340 per jaar.

Maar voedselverspilling raakt ons niet alleen in de portemonnee. We gooien eten weg, vermorsen water en verspillen landbouwgrond. We verspillen de wereld en dat is niets minder dan een schande.

Het blijkt dat consumenten het meest verspillen. In Nederlandse huishoudens valt dus de meeste winst te behalen. En dan met name bij de eenpersoonshuishoudens, jonge gezinnen met kinderen en bij jongeren onder 25. De campagne van SIRE tegen voedselverspilling die wij vandaag lanceren is dan ook broodnodig.

Met de Alliantie Verduurzaming Voedsel maakte het Voedingscentrum en mijn ministerie vorig jaar al serieus werk van het vergroten van de bewustzijn over verspilling. We riepen 2014 uit tot het Jaar tegen voedselverspilling. Maar de meters die we vorig jaar maakten verliezen we weer als we nu op onze lauweren rusten. Het is dus van groot belang de vaart erin te houden. Ik ben ervan overtuigd dat deze SIRE-campagne precies dat zal doen. En daarvoor ben ik de SIRE nu al zeer dankbaar.

Vanwaar mijn overtuiging? vraagt u zich misschien af.

Omdat de SIRE al sinds 1967 effectieve campagnes weet te voeren. Niet zo gek als je bedenkt dat deze onafhankelijke stichting een initiatief is van mensen uit de communicatiebranche. Mensen die dit werk onbezoldigd uitvoeren. Ik denk dat het goed is dit eens gezegd te hebben.

En SIRE krijgt hulp. Ondernemers uit de hele agrifood-keten dragen bij aan de strijd tegen voedselverspilling. Omwille van de tijd kan ik niet alle initiatieven noemen, maar gelooft u mij, het zijn er heel veel.

Ik noem een klein aantal:

  • De meeste supermarkten zijn een structurele samenwerking aangegaan met de voedselbanken. Waarbij Lidl als eerste supermarkt de AGF-reststromen vanaf alle distributiecentra naar de voedselbanken stuurt;
  • Jumbo introduceerde vorig jaar een efficiënter bestelsysteem zodat filiaalhouders gerichter en op nog kortere termijn hun voorraden kunnen aanvullen. Dit voorkomt uiteindelijk veel onverkoopbare overschotten in de schappen;
  • producenten doen wat ze kunnen door verpakkingen en processen aan te passen;d
  • de nieuwe verpakking van Arla en Melkunie is na het uitschenken eenvoudig plat te maken en uit te knijpen. Handig om die laatste restjes uit het pak te krijgen. Twee weken geleden zag ik bij Melkunie hoe hun nieuwe productieproces werkt. Dankzij hun nieuwe zogeheten versfilter kan de THT-datum aangepast worden van 9 tot maar liefst 15 dagen na verpakking. Daardoor kan de melk langer in de schappen blijven staan en wordt ook verspilling van melk in de supermarkt tegen gegaan. Ook blijft de melk na openen langer vers. Twee vliegen in één klap;
  • in de horeca experimenteerde Burgers’ Zoo met een nieuw voorspellingssysteem dat beter het aantal te verwachten gasten inschat. Dankzij dit systeem kan het restaurant zijn inkoop beter plannen en blijft het met veel minder overschotten zitten. Dit is in 2013 en 2014 getoetst – met succes – en werd in 2014 toegepast bij Apenheul en Dierenpark Emmen. Daarmee kan de verspilling in restaurants van dierenparken met maar liefst 40% worden teruggebracht; studenten van de Design Academy Eindhoven zijn in opdracht van ZLTO aan de slag gegaan met het smakelijk opwaarderen van kliekjes uit de kliko. Het resultaat: een mobiele kliekjeskar met gesuikerde sinaasappelschillen, marmelade, croutons en ijskoffie.

Stuk voor stuk geweldige initiatieven die mij het vertrouwen geven dat wat SIRE, de Alliantie en EZ willen geen donquichotterie is. We kunnen de verspilling in Nederland drastisch terugdringen.

Maar voedselverspilling gaat verder dan onze landsgrenzen.

Wereldwijd gaat ruim 30% van de voedselproductie verloren voordat het de consument bereikt. En van groente en fruit zelfs bijna de helft. In ontwikkelende en opkomende economieën gaat juist veel voedsel verloren na oogst of tijdens transport. Dat moeten en kunnen we voorkomen.

Daarom zet Nederland zich in voor de volgende 3 zaken:

1. het stimuleren van betere samenwerking in de voedselketen;

2. bijdragen aan de ontwikkeling van lokale, stedelijke en regionale markten en voedselketens; en

3. het vinden van marktgerichte en efficiënte oplossingen voor voedselverwerking en logistiek.

In veel opkomende en ontwikkelende economieën is vraag naar de Nederlandse kennis en expertise over efficiënte voedselketens.

Om die kennis en expertise verder te benutten en te verspreiden heb ik met het ministerie van Buitenlandse Zaken het initiatief genomen om met kennisinstellingen, zoals de Wageningen UR, en het bedrijfsleven het 'Postharvest Network' op te richten.

En dit jaar organiseert Nederland met de FAO een internationale conferentie over voedselverliezen en –verspilling onder de naam 'No More Food to Waste'.

Hieruit zal een internationale actieagenda komen.

U hoort het, er gebeurt veel en er staat nog heel wat in onze agenda’s. Maar ik kan mij zo voorstellen dat 'voedselzekerheidsbeleid' en 'internationale actieagenda’s' de gemiddelde consument niet dagelijks bezighouden. Die haast zich vanuit zijn werk naar de supermarkt en komt er thuis achter dat de koelkast nog goed gevuld is.

Dames en heren,

Ik dank u voor uw aandacht en bedank alle mensen die de campagne van SIRE mogelijk hebben gemaakt.