Toespraak van staatssecretaris Dijksma bij het Groentecongres

Toespraak van de staatssecretaris Dijksma (EZ) bij het Groentecongres op 26 maart 2015 in het World Trade Centrum in Rotterdam.

Dames en heren,

De locatie voor het Groentecongres is goed gekozen. Rotterdam is het logistieke knooppunt van de groente- en fruithandel. Via de haven hier, Luchthaven Schiphol en Handelscentrum Barendrecht exporteren Nederlandse telers hun producten naar 150 verschillende landen over de hele wereld. Producten, voor een groot deel, hier vlakbij geteeld in het Westland. Met bijna 2.500 hectare het grootste aaneengesloten glastuinbouwgebied ter wereld. In de Nederlandse tuinbouw- en fruitteeltsector komt de kennis van generaties tuinders samen met de nieuwste wetenschappelijke inzichten in voeding en de modernste kassen ter wereld. De sector is verantwoordelijk voor het voedsel dat ons al generaties lang gezond houdt. Vanaf de bovenste verdieping van het WTC-gebouw heb je dus uitzicht op de vitaminefabriek van Nederland, en misschien wel van de wereld.

Want de Nederlandse groenten- en fruitsector wordt wereldwijd geroemd. Onze producten liggen in drie op de vier landen in het schap van de supermarkt. Tuinders over de hele wereld kweken tomaten en aardappelen met Nederlands zaad en pootgoed, in Nederlandse kassen en gebruiken daarvoor Nederlandse kennis.

Van een land dat zijn groente en fruit zo succesvol exporteert, zou je een bevolking verwachten die de producten met enthousiasme en in grote hoeveelheden consumeert. Immers, wie appelen vaart, die appelen eet. Maar het tegendeel is waar. We eten te weinig groenten en fruit. Van de Nederlandse peuters eet slechts 20 procent de groente die zij nodig hebben. Bij kinderen tussen de 7 en 18 jaar ligt dat aandeel nog veel lager: slechts 1 procent haalt daar de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Ook van de volwassenen haalt slechts een klein percentage – 14 procent – de aanbevolen 200 gram groente. Terwijl we al generaties lang de kracht van groenten en fruit kennen en de producten in Nederland relatief goedkoop, van goede kwaliteit en overal verkrijgbaar zijn. Dat moet dus anders.

Dames en heren,

Het GroenteFruithuis berekende wat het betekent als we in Noordwest-Europa wél de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid groenten en fruit zouden eten. Het kan de Nederlandse sector ruim honderdduizend extra banen opleven en extra handelswaarde van ruim zeven miljard euro genereren. Maar een goede, veilige en gezonde voedselvoorziening is niet alleen belangrijk voor onze economie maar ook essentieel voor onze maatschappij. Gezonde mensen zijn gelukkiger en leven langer. Bovendien zijn ze productiever. Gezond eten dient een maatschappelijk belang.

Als alle Nederlanders 200 gram groenten per dag zouden eten, kunnen volgens het Voedingscentrum per jaar duizenden hartinfarcten en beroerten, sterfgevallen door hart- en vaatziekten en door kanker voorkomen worden. Een toename van de consumptie van groenten en fruit van 156 gram per persoon per dag bespaart volgens het RIVM bijna drie miljard euro zorgkosten in de komende 20 jaar.

Daarnaast zijn groente en fruit niet alleen belangrijk voor ons eten van vandaag, maar ook voor de mondiale voedselvoorziening van morgen.

De wereldbevolking groeit in rap tempo en eet steeds meer dierlijke eiwitten. Met de huidige beschikbare landbouwgrond en de huidige productiviteit hebben we in 2050 naar schatting vier wereldbollen nodig om iedereen van voldoende eten te voorzien. Het produceren van groente en fruit vraagt relatief weinig van onze aarde. De Nederlandse sector heeft de kennis en technologie om de productiviteit te verhogen en de voetafdruk van de productie van groenten en fruit te verlagen. Kennis die we graag exporteren.

Dames en heren,

Het kabinet kan de economische waarde van groente- en fruitsector niet los zien van het maatschappelijk belang. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid adviseerde ons om een breed voedselbeleid te voeren met extra aandacht voor gezondheid en duurzaamheid. Het kabinet komt voor de zomer met een reactie op dit advies. Maar ik kan alvast zeggen: de ambitie van het Groentecongres om samen met onderwijzers, artsen, telers en retailers Nederlanders weer meer groenten en fruit uit eigen land te laten eten, past daarin.

Op dit moment heeft de overheid al verschillende initiatieven lopen voor een gezondere leefstijl van kinderen. Meer dan duizend scholen deelden, dankzij het EU-schoolfruitprogramma, afgelopen schooljaar groenten en fruit uit in de klas. De overheid streeft naar een gezonde kantine in alle scholen in 2015. En de vernieuwde Stichting Jongeren Op Gezond Gewicht stimuleert gemeenten om samen met scholen, crèches, sportclubs, huisartsen en bedrijven overgewicht tegen te gaan. Bijvoorbeeld door kinderen te stimuleren water te drinken in plaats van zoete drankjes of door ook buiten de sportclub en gymles te blijven bewegen.

Ook ik bekijk de bijdrage van mijn ministerie aan gezonde voeding zoveel vanuit economisch én maatschappelijk perspectief. We faciliteren en stimuleren de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen in de sector. Bijvoorbeeld bij het werken aan nieuwe producten en betere marketing die aansluiten bij de veranderende wensen van de consument. Het ministerie van Economische Zaken, de Universiteit Wageningen, supermarkten, voedingsorganisaties en groente- en fruitbedrijven doen bijvoorbeeld onderzoek naar consumentengedrag. Samen bekijken we hoe we consumenten kunnen bewegen meer groenten en fruit te eten.

Ik faciliteer daarnaast bedrijven bij het innoveren. Er liggen nog veel kansen in de productie van nieuwe, onderscheidende en hoogwaardige producten. Onlangs bezocht ik het bedrijf van Rob Baan, Koppert Cress. Daar proefde ik kruidenplanten met de smaak van wasabi, oester en komijnekaas. Voor mij het bewijs dat de sector door te vernieuwen, consumenten kan verleiden meer groenten en fruit te eten.

Telers kunnen dankzij technologische ontwikkelingen ook de voedingswaarde van producten verbeteren. Philips en de Universiteit Wageningen hebben ontdekt dat tomaten extra vitamine C bevatten als er tijdens de teelt LED-verlichting rondom de trossen heeft gehangen. Dit soort onderzoek kan ervoor zorgen dat groente en fruit nog gezonder kunnen worden. Ook zaadveredelaars gaan nu de uitdaging aan om de voedingswaarde in groente en fruit nog hoger te maken. Dat kan voor meerwaarde zorgen in het schap van de supermarkt en uiteindelijk voor extra omzet van de sector.

Dames en heren,

Ik zie graag meer van dit soort publiek-private initiatieven in de tuinbouw en fruitteelt. Ook moeten we creatieve coalities durven sluiten als het gaat om de maatschappelijke waarde van onze producten. Het doet me dan ook goed dat de sector hier op het Groentecongres voedingsdeskundigen en zorgprofessionals ontmoet. Want het wordt tijd dat we de krachten van verschillende disciplines verenigen voor hetzelfde doel: Nederlanders nog meer de waarde laten inzien van groente en fruit uit Hollandse kas of van Hollandse grond. In het belang van de sector, de economie, maar vooral van onze gezondheid.

Ik dank u wel.