Toespraak minister Koenders bij EU-ambassadeursconferentie

Toespraak van minister Koenders (BZ) bij de EU-ambassadeursconferentie in Amsterdam op 25 november 2015.

Het gesproken woord geldt. Deze toespraak is alleen in het Nederlands beschikbaar. 

Dames en heren, beste collega’s

Ik sta vandaag voor een uniek gezelschap. Uniek omdat u als Nederlandse ambassadeurs ónze oren en ogen in Europa bent. Opgeteld kunnen wij ons met al uw kennis en ervaring geen betere antenne wensen aan de vooravond van het Nederlands voorzitterschap.

U mérkt hoe de recente aanslagen het gevoel van veiligheid in de Europese steden hebben aangetast. Soms merkt u zelfs een gevoel van verslagenheid, maar ook solidariteit.

U ziet met éigen ogen de vluchtelingen aanspoelen op de Europese kusten, en u ziet de noodzaak van gezamenlijke, effectieve maatregelen.

U voelt zélf hoe het is als er aan de grenzen hekken worden gebouwd en muren opgetrokken, en u ziet hoezeer georganiseerde grensbewaking een duw nodig heeft.

U zíet de gevolgen voor burgers in landen waar enorme bezuinigingsoperaties worden uitgevoerd om de begroting op orde te krijgen.

U hóórt uit eerste hand over eisenlijstjes over EU-hervormingen.

En dan hebben we het nog niet gehad over het referendum in eigen land over het associatieverdrag met Oekraïne.

Ik hoef u vanuit Den Haag dus niet te vertellen dat Europa in onzekere tijden verkeert, juist op het moment dat Nederland voorzitter van de EU wordt. Maar ik vertel u wél:

Nederland laat zich als voorzitter niet verlammen door de crisissfeer.

Dat doen we overigens zonder enige naïviteit. We realiseren ons dat het zwaar weer is.

Maar Europese samenwerking is na de Tweede Wereldoorlog uit crisis geboren om Europa veiliger te maken. Nu staat onze veiligheid opnieuw onder druk. Ook al is de dreiging veranderd, ook nu zijn Europese en internationale samenwerking nodig om nietsontziend geweld en terreur te bestrijden. Terugtrekken achter onze dijken geeft een vals gevoel van veiligheid. Ik sta niet bekend om federalistische dromen, en dat wil ik graag zo houden. Maar een traditionele soevereiniteitsopvatting is - anno 2015 in een wereld waar grenzen vervagen - een illusie.

Vanaf 1 januari komen een half jaar lang Europese ministers en ambtenaren in Amsterdam vergaderen over de meest uiteenlopende onderwerpen om Europa een stap verder te helpen.

De vraag is alleen: 'Een stap verder brengen' in welke richting? Wat is dit dan wel?

Laten we beginnen met het belangrijkste. Europese burgers zoeken naar antwoorden op de grote vragen van deze tijd en ze verlangen naar richting. Onzekere tijden helpen niet het vertrouwen in de EU te behouden. Dat zie je terug in onderzoek. Het Sociaal- en Cultureel Planbureau liet dit jaar zien dat Nederlanders het vaker eens (42%) dan oneens (26%) zijn met de stelling dat het EU-lidmaatschap voor Nederland een goede zaak is. Maar sinds de economische crisis is de steun voor de Unie wel afgenomen en lager dan rond het EU-referendum van 2005.

En ook het vertrouwen in nationale overheden, en tussen lidstaten onderling, is verminderd. Dat is misschien nog wel belangrijker: als landen onderling, maar ook binnenlands verdeeld raken, en soms twijfelen aan de kwaliteit van Europese instellingen, is het smeden van eenheid niet altijd eenvoudig.

Nederland wil de ogen niet sluiten voor de realiteit van vandaag. We zijn niet doof voor alle kritiek op en zorg over de Europese Unie. We delen die zorg en kritiek zelfs tot op zekere hoogte. En we hebben al veel stappen genomen om problemen aan te kaarten en te verbeteren. Denk aan de Unie van hoofdzaken, betere regelgeving, een grotere rol voor nationale parlementen, en meer openheid.

De Nederlandse regering wil dus niet in overgave de handen in de lucht steken. Maar naast die boodschap aan Europa is er ook de roep om Europese antwoorden en meer Europese actie voor de problemen waar ik u net al over aansprak.

De boodschap die u moet meenemen naar uw tijdelijke woonplaatsen, is dat Nederland een realistische voorzitter is, die kansen ziet. Nederland is een honest broker, maar wel een met ambities. We zijn realistisch omdat we nu eenmaal geen ijzer met handen kunnen breken. En we zien kansen om als voorzitter bijvoorbeeld druk op de agenda te houden, waardoor we stappen zetten op onderwerpen die voor alle Europese burgers belangrijk zijn. Nederland ligt in het hart van Europa, Nederland profiteert van Europa en Nederland speelt een belangrijke rol bij het oplossen van de problemen van ons continent. MH17, de verschrikkelijke gebeurtenissen in Parijs, de dialoog met Turkije, interne en externe veiligheid: op al deze onderwerpen zien we dat buitenlandbeleid belangrijker is dan ooit. Ik zei het al eens: Europa moet nog leren lezen en schrijven als het gaat om buitenlandbeleid. Tijdens ons voorzitterschap komt de Commissie – met onze hulp – met een Global Strategy. Die strategie moet het leesplankje worden voor het extern optreden van de Europese Unie. Daar is de noodzaak door eenieder gevoeld, maar onvoldoende ingevuld. De dagelijkse realiteit in de ring van instabiliteit rondom Europa laat die noodzaak zien.

Ik zie dus een paradox in het debat over de Europese Unie. Europa zit misschien in een crisis, tegelijkertijd groeien de verwachtingen van Europese samenwerking. Het gaat inmiddels over veel méér dan markt en munt. Het gaat al lang niet meer alleen om het afbreken van tariefmuren. De realiteit overstijgt het denken in Groen- en Witboeken. De actualiteit vraagt steeds meer om snelle en politieke besluiten om problemen op te lossen waarvoor we ons in ons eentje machteloos voelen. Misschien is het vertrouwen in Europa kwetsbaar doordat we juist veel méér verwachten van Europese samenwerking dan twintig jaar geleden. De vraag 'Waarom doet Europa zoveel?' is veelgehoord. Maar even zo vaak hoor ik tegenwoordig de vraag:  'Wanneer gaat Europa eens optreden?'

En terecht.

Europa bewijst zich makkelijk als het onze samenlevingen goed gaat; maar als Europa en haar samenlevingen onder druk staan, kom het er echt op aan. Want of het nu gaat over:

  • De aanpak van terreur;
  • De onrust in het Midden-Oosten;
  • Migratie;
  • Klimaatverandering;
  • Economische groei;
  • De relaties met Rusland.

Niets van wat we willen bereiken, krijgen we in ons eentje voor elkaar. Op deze punten wordt een sterke soevereiniteitsopvatting een sprookje. Europa is het verhaal van de gedeelde soevereiniteit. Daarom is onderling vertrouwen zo belangrijk. Pas wanneer alle leden van een orkest elkaar vertrouwen, kun je een mooi concert verwachten dat applaus verdient.

Het verbaast me dan ook niet dat 80% van de Nederlanders een Europese oplossing voor het migratievraagstuk wil. Als je een gezamenlijke ruimte met vrij verkeer hebt, dan moet je een gezamenlijke grens effectief kunnen controleren. Als je een gezamenlijke markt hebt, dan moet je ook gezamenlijk effectief randvoorwaarden creëren. Alleen kan dat niet. Europa is in die zin onze stuurbekrachtiging. Nederland krijgt in z’n eentje nooit voor elkaar wat we als Europa gezamenlijk kunnen bereiken. En dat geldt voor iedere andere lidstaat, van klein tot groot.

Wat mag je dan in deze tijd van een voorzitter van de Europese Unie verwachten?

Het gemakkelijkste antwoord is, dat we als voorzitter de EU-trein rijdende moeten houden. Sinds het verdrag van Lissabon kun je als voorzitter nu eenmaal in mindere mate de agenda bepalen.

Dat is deels waar, maar óók daar moeten we ons als Nederland niet door laten verlammen. Onze ambitie moet verder reiken. Zeker in deze tijd.

Let wel: ik het heb het dan vooral over het tonen van ambitie op hoofdzaken. Te vaak gaat Europese samenwerking nog over de details, terwijl we op de echt grote opgaven van deze tijd juist te weinig resultaat boeken. Minder waar het kan, méér waar het moet - dat is mijn credo. En het gaat de goede kant op. De Commissie is dit jaar met 23 nieuwe voorstellen gekomen in plaats van 129 in 2012. In het afgelopen jaar hebben we met gelijkgestemde lidstaten bepalende initiatieven genomen: voor herstel van de Brusselse machtsbalans tussen de Europese instellingen – broodnodig! –, voor transparantie en voor beter bestuur in de EU.

Laten we niet bescheiden zijn, de Nederlandse inzet is succesvol, mede dankzij uw harde werk. Europa richt zich steeds meer op de zaken die er echt toe doen en overbodige regels worden geschrapt. Met de 28 voorstellen om wetgeving te schrappen, voert de Europese Commissie uit waar dit kabinet voor pleit. Minder rapportageverplichtingen zijn concrete tijdswinst voor ondernemers in de landbouw en visserij. De Permanente Vertegenwoordiging in Brussel meldt zelfs dat sommige instellingen zich beklagen, omdat er naar hun zin te weinig nieuwe wetgevingsinitiatieven zijn.

Daar gaat het niet – laat ik dat duidelijk zeggen – om een dereguleringsoperatie, maar om een halt toe te roepen aan de soms te fantasievolle initiatieven van veel commissarissen, 751 parlementariërs en 28 regeringen. Laat ik daar nu geen enkel probleem mee hebben!

Als voorzitter moeten we het goede voorbeeld geven door vóór – maar zeker ook áchter de schermen – te blijven hameren op het scheiden van hoofd- en bijzaken. En als dat lukt en we focussen, dan kunnen we veel inzichtelijker maken voor burgers wat écht belangrijk is. We volgen de strategische agenda, we gaan geen kerstboom optuigen met Nederlandse hobby’s. Maar we gaan wel van vier elementen extra werk maken. Tijdens het voorzitterschap wil ik daar tastbare vooruitgang op boeken.

Ten 1e: veiligheid en migratie. De wereld wacht niet tot we in Europa al onze zaakjes tot in de puntjes hebben geregeld. Hechtere samenwerking is nodig voor onze veiligheid. Europa wordt geteisterd door terreur. Te vaak waren we de afgelopen jaren in rouw gedompeld – in Nederland na de moord op Theo van Gogh, in andere landen na de aanslagen in Madrid, Londen, Brussel, Kopenhagen en maar liefst tweemaal in Parijs.

We moeten de open samenleving die Europa is, verdedigen. We zullen de strijd tegen terreur en ISIS met onze internationale partners intensiveren. Ik wil betere samenwerking tussen inlichtingendiensten om radicale elementen op te sporen en erger te voorkomen. Ik wil beter toezicht op onze buitengrenzen zodat we naar het buitenland vertrokken strijders eerder kunnen signaleren wanneer zij terugkeren. Maar repressieve maatregelen alléén zijn onvoldoende antwoord op terrorisme. We moeten haat zaaien tegengaan en radicalisering voorkomen, waarbij het belangrijke werk van lokale sleutelfiguren, docenten, wijkagenten en religieuze leiders cruciaal is.

Uiteindelijk is de open samenleving zélf het enige duurzame antwoord. We ontlenen onze veerkracht aan wie we zijn: een gemeenschap met de tijdloze waarden van vrijheid, gelijkheid en solidariteit. En juist daardoor met een ongekende aantrekkingskracht, dynamiek en zin in de toekomst.

Het vluchtelingenvraagstuk dwingt nú tot betere samenwerking. Om partnerschappen aan te gaan om opvang in de regio te verbeteren en de grondoorzaken voor migratie aan te pakken. Om registratie en screening beter te regelen. Om Frontex, het agentschap voor de Europese buitengrenzen, te versterken. En om de vluchtelingenstromen eerlijk te verdelen en er voor te zorgen dat vergelijkbare verzoeken leiden tot vergelijkbare besluiten – ongeacht het land van aankomst. Op al deze punten zijn we nog te verdeeld. Maar we moeten vooruit. Zoals ik al zei: ondanks de meningsverschillen moet Europa hier veel meer als een concert fungeren. Het gaat niet alleen om besluitvorming op papier, maar vooral om de uitvoering: precies en op tijd, zichtbaar voor onze burgers. Een besluit is een eerste stap, maar laten we vervolgens samen naar de uitvoering kijken. We kunnen wel gezamenlijk besluiten, maar vervolgens moeten die gebouwen wel worden neergezet en moet die betere samenwerking echt van de grond komen.

Onze 2e prioriteit is de economie. De diepste dalen liggen achter ons. Europa heeft het pad naar economische groei weer gevonden. Nederland behoort zelfs tot de kopgroep. En ook in landen als Spanje en Italië daalt de werkloosheid.

Maar het kan nog beter. Europa moet een motor van werkgelegenheid en innovatie worden. Het is hoog tijd de Interne Markt een flinke impuls te geven: niet alleen voor materiële goederen, maar ook voor immateriële welvaart. Te veel jongeren staan nu bijvoorbeeld aan de kant. Er kan nog zo veel winst worden behaald.

Er liggen voorstellen op tafel om de interne markt te verdiepen. Voorstellen die dienstverleners en digitale start-ups toegang geven tot één markt van 500 miljoen consumenten met één set gelijke regels. Daar heeft ook ons land veel bij te winnen.

Veel Nederlanders voelen zich ook kwetsbaar voor die interne markt. Ze zien concurrentie vanuit sommige andere EU-landen, waar lonen en vereisten lager liggen dan in Nederland. Collega Asscher heeft met succes gepleit voor voorstellen om er voor te zorgen dat werknemers in de bouw of het transport het loon krijgen dat ze verdienen. En hopelijk kunnen we met het mobiliteitspakket en de door de Commissie aangekondigde herziening van de detacheringsrichtlijn een volgende stap zetten.

Ten 3e de eurozone. Die heeft een grote crisis doorgemaakt, maar is daar sterker uitgekomen. Tekortkomingen worden gerepareerd. Ik verwacht dat de Europese Commissie met verdere voorstellen komt om de Bankenunie en de Kapitaalmarktunie te voltooien. Daarmee wordt het voor kleine en middelgrote ondernemingen makkelijker om kapitaal aan te trekken, om werk te creëren. Bovendien dempen we zo economische schokken.

Ten 4e: klimaat en energie. De EU heeft toekomstbestendig beleid nodig. Duurzaamheid betekent dat je de synergie weet te vinden tussen economische doelstellingen enerzijds en verantwoord gebruik van grondstoffen en energiebronnen anderzijds. De klimaattop in Parijs begint binnenkort, en de uitkomsten vormen voor ons voorzitterschap weer het startpunt. En ik wil het komende halfjaar een verdere impuls geven aan een Europese Energie-Unie.

We moeten zoals gezegd realistisch zijn. Oplossingen zullen er niet altijd uit zien zoals we tevoren hadden gewild. En soms komen ze later dan we hadden gewild. Ook dat hoort bij een proces van 28 landen die het eens proberen te worden.

Toch past ons vertrouwen, overtuiging en doorzettingsvermogen.

Vertrouwen – omdat Europa eerder voor hete vuren heeft gestaan, en ze altijd heeft móeten blussen.

Overtuiging – omdat wat ons bindt sterker is dan wat ons scheidt, en we juist nu samen sterk moeten staan.

En doorzettingsvermogen – omdat resultaat eerder in jaren zichtbaar wordt dan in dagen, en ook een stapje achteruit soms uiteindelijk kan resulteren in twee stappen vooruit.

Als toekomstgericht land, met honderden jaren polderervaring, is het straks aan ons daarin het voortouw te nemen. We gaan dat op z'n Hollands doen. Realistisch maar optimistisch, fris en eigentijds, efficiënt en doortastend, transparant en zonder fratsen. Het eerste voorbeeld daarvan is dit Marineterrein in Amsterdam: dat biedt één locatie voor alle bijeenkomsten buiten Brussel, met mogelijkheden voor innovatieve vergadermethoden. Zo gaan we af en toe werken met scenario’s om tot besluitvorming te komen.

Ik vraag van jullie een flinke dosis flexibiliteit. Ik heb de prioriteiten geschetst, maar ik realiseer me ook dat ons voorzitterschap wordt afgerekend op hoe we omgaan met onverwachte gebeurtenissen. De unknown unknowns, in de woorden van Donald Rumsfeld. Maar ook daar heb ik alle vertrouwen in. Zoals onze huidige ambassadeur in Washington Henne Schuwer ooit zei: 'Die Hollanders, ze maken 20 scenario’s, maar het wordt nummer 21, en dan lossen ze het ook op.'

Aan de voorbereidingen zal het in ieder geval niet liggen: onze Permanente Vertegenwoordiging in Brussel is met de helft uitgebreid. En mede dankzij u hebben we onze relaties in hoofdsteden en bij de Europese instellingen uitgebouwd.

Aan ons een half jaar lang de kans om de volgende bladzijde te schrijven in het fascinerende verhaal dat Europa heet. De nieuwsgierigheid en het tactisch vermogen van de Nederlandse diplomatieke dienst zal daarin doorslaggevend zijn.

Dames en heren, u bent hier niet alleen maar gekomen om te luisteren. We hebben u de komende tijd ook nodig.

Zo wil ik graag horen hoe er in uw land over de EU wordt gedacht. Wat zijn daar interessante initiatieven en heersende opvattingen? Informatie van posten over trends en ontwikkelingen in de lokale opinievorming over de EU komt de stuurmanskunst van het Nederlands voorzitterschap ten goede.

Blijf actief aansluiting zoeken bij de actualiteit van het Voorzitterschap. Houd de kalender van Raden in Brussel en informele ministeriële bijeenkomsten in Amsterdam in de gaten. Kijk welke thema's spelen en organiseer hieromheen, samen met lokale instellingen, debatten en andere activiteiten. Koppel de belangrijkste uitkomsten terug aan Den Haag.

De Unie is voor veel burgers nog te zeer een black box. Open de zwarte doos en doe het licht aan. Nederland maakt werk van transparantie en betrekt hier graag de posten bij. We hebben een competitie bedacht voor de whizzkids van Europa om het bombardement aan informatie en data inzichtelijker te maken en beter te rangschikken. We hopen op een reeks 'transparantie-apps'.

We vragen u om de whizzkids in uw landen te mobiliseren. Organiseer competities. De winnaars worden uitgenodigd voor een internationale unconference op 1 juni in Amsterdam, onder de titel Transparency Camp Europe.

Blijf uiteraard bouwen aan het draagvlak voor de Nederlandse agenda. Uw contacten, inzichten en diplomatieke talenten kunnen echt helpen om de Europese agenda een slag verder te brengen. Dus schroom niet om contacten te leggen en ons gevraagd of ongevraagd te adviseren hoe we de dossiers moeten aanpakken om verzekerd te zijn van de steun van uw lidstaat.

Ik sluit af, en dat doe ik graag met Vaclav Havel.

Die gaf in 1994 in het Europees Parlement, toen hij het Verdrag van Maastricht had bestudeerd, toe dat hij niets voelde toen hij het las. Ook al had hij grote bewondering voor de complexiteit en capaciteit een compromis te vinden. Het verdrag prikkelde zijn verstand, maar niet zijn hart.

Maar Havel benadrukte ook dat achter een technisch verdrag een waardegemeenschap schuilt die vrijheid en diversiteit stimuleert, die burgers in vele landen wereldwijd inspireert en die hen soms met enige jaloezie naar Europa laat kijken.

Wat we vandaag herkennen als het fundament van de moderne democratie, de rechtsstaat en het maatschappelijk middenveld, heeft een duidelijke morele en gemeenschappelijke, Europese oorsprong.

Dankzij die basis konden nieuwe lidstaten als Tsjechië hun plek vinden. Dankzij die basis is Europa vandaag de dag nog altijd een baken van vrede en welvaart.

Europa is een succes, en dat moet zo blijven; voor ons continent en uiteindelijk ook voor Nederland.

Laat ons daaraan inspiratie ontlenen – dan kunnen onze beste dagen nog voor ons liggen. Laten we ons niet blindstaren op de dromen van vroeger, maar in plaats daarvan nieuwe generaties inspireren om met oplossingen te komen. We laten ons niet verlammen door de crisissfeer; we pakken kansen waar we ze zien.

Op naar een succesvol Nederlands voorzitterschap – ik dank u wel.