ASR volgend jaar naar de beurs

De ministerraad heeft op voorstel van minister Dijsselbloem van Financiën besloten ASR te verkopen. De verzekeraar kwam in 2008 in handen van de staat door de aankoop van Fortis/ABN AMRO, waarvan ASR onderdeel was. Voor de verkoop ligt een beursgang het meest voor de hand. 

ASR gebouw in Utrecht

Beeld: Hollandse Hoogte/Willem Mes

De staat heeft altijd aangegeven dat de financiële instellingen, waaronder ASR, weer worden verkocht als de omstandigheden zich daarvoor lenen. Dat moment is nu aangebroken. De beursintroductie is mogelijk vanaf de eerste helft van 2016.

De staat hanteert drie voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor de verkoop van een financiële instelling zoals ASR: een stabiele financiële sector, voldoende geïnteresseerde kopers en de onderneming moet er zelf klaar voor zijn. De stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI) concludeert dat sprake is van voldoende stabiliteit. Investeerders blijken meer interesse in aandelen te hebben dan de afgelopen jaren. Ook ASR zelf is klaar voor verkoop. De verzekeraar heeft zich de afgelopen jaren voorbereid op een verkoop en heeft een sterke positie in de Nederlandse verzekeringsmarkt. Ondanks krimp en een aanhoudende lage rente in de verzekeringssector, heeft de onderneming een reeks mooie resultaten laten zien en aangetoond als zelfstandige, kapitaalkrachtige en winstgevende verzekeraar te kunnen opereren. Aan de drie verkoopvoorwaarden is derhalve voldaan.

Beursgang

Voor de verkoop van ASR ligt een beursgang het meest voor de hand. Bij deze beursgang verkoopt de staat de aandelen stapsgewijs. Bij de beursintroductie wil minister Dijsselbloem een minderheid van de aandelen verkopen. De exacte omvang hiervan is onder meer afhankelijk van de interesse en prijs op dat moment. Of er gebruik gemaakt zal worden van zogenoemde ‘cornerstone investeerders’ die vooraf willen investeren, zal later worden besloten. Als er zich tijdens de voorbereiding van de beursgang alsnog een partij meldt met een serieus onderhands bod op ASR, beoordeelt minister Dijsselbloem op dat moment of dit een alternatief is.

Verkoopprijs en bescherming

Het is aan ASR en NLFI om een optimale verkoopprijs te realiseren. De staat betaalde voor ASR 3,65 miljard euro. De rentelasten bedragen tot op heden circa 700 miljoen euro. Er is tot en met 2014 circa 400 miljoen euro aan dividend ontvangen. Voor de bescherming kiest Dijsselbloem voor een stichting continuïteit, een constructie die gebruikelijk is in de markt. Hij is het met NLFI eens dat er geen reden is om aan te sluiten bij de bescherming die is gekozen bij ABN AMRO, namelijk certificering. Bij ABN AMRO ligt de beoordeling van de vggb (verklaring van geen bezwaar) die nodig is voor het effectief maken van de beschermingsconstructie bij de ECB. Voor ASR ligt deze bij DNB. Een stichting continuïteit is voor DNB een bekende constructie.