Inleiding persbijeenkomst Veiligheidsmonitor 2015 en de Monitor Jeugdcriminaliteit

Inleiding Minister Van de Steur tgv persbijeenkomst Veiligheidsmonitor 2015 en de Monitor Jeugdcriminaliteit. Den Haag, Nieuwspoort, 1 maart 2016. (uitgesproken door mr. Desirée Vliege, directeur Veiligheid en Bestuur, bij afwezigheid minister).

Dank aan de heren Tjin-A-Tsoi, Latten en Leeuw voor hun heldere presentaties en duiding van de cijfers. Van die resultaten heb ik met instemming kennisgenomen. 

Zowel de Veiligheidsmonitor als de Monitor jeugdcriminaliteit zie ik als bijzonder waardevolle instrumenten. Ze stellen ons in staat om de ontwikkelingen in de criminaliteit en onveiligheid nauwgezet te monitoren. En ons beleid – waar nodig – op basis van feitelijke informatie bij te stellen.  

Ik ga eerst in op de Veiligheidsmonitor. Die laat zien dat steeds minder mensen slachtoffer worden van veel voorkomende criminaliteit. Niet alleen in het afgelopen jaar, maar eigenlijk al deze hele kabinetsperiode. En het mooie is: die daling vindt plaats over de hele linie:

  • 15 procent minder slachtoffers van een geweldsdelict
  • 8 procent minder slachtoffers van een vermogensdelict
  • en 16 procent minder slachtoffers van vandalismedelicten

 

Deze ontwikkelingen zijn te zien als een bevestiging van de politiecijfers, die de laatste jaren eveneens een dalende trend te zien geven. Verheugend is verder dat ook de cybercriminaliteit is gedaald. Het aantal mensen dat aangeeft slachtoffer te zijn van identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken of cyberpesten is de afgelopen drie jaar met 8 procent gedaald.

En wat te denken van de overlast? Een hardnekkig euvel, dat jarenlang maar niet wilde afnemen. Maar sinds het aantreden van dit kabinet zit ook daar schot in: het aantal mensen dat ernstige overlast ervaart van hangjongeren, drugs, uitgaansoverlast of buren, of dat wordt lastig gevallen op straat is in deze periode met 10 procent gedaald.

Verder ervaren mensen minder fysieke verloedering (-7 procent) en verkeersoverlast (- 10 procent). Ook dat zijn positieve ontwikkelingen!
Een punt dat ik er nog speciaal uit wil lichten is de tevredenheid van burgers over de politie. Ook die laat de afgelopen jaren een goede ontwikkeling zien. Mensen oordelen positiever over het functioneren van de politie, zowel in de eigen buurt, als in het algemeen. Zeker tegen de achtergrond van de grote reorganisatie waar de politie nog steeds middenin zit, vind ik dat een geweldige prestatie! 

Betekent dit nu dat ik onverdeeld tevreden ben over de resultaten van de Veiligheidsmonitor? Nee! Ik zie ook een aantal ontwikkelingen die mijns inziens niet goed, of niet snel genoeg gaan. Zo voelen mensen zich in het algemeen wel iets veiliger dan aan het begin van deze kabinetsperiode, maar de onveiligheidsbeleving in de eigen woonbuurt is niet verbeterd. Die is onveranderd gebleven. Ook het aangiftegedrag is niet verbeterd: mensen geven aan van ongeveer een kwart van de delicten aangifte te doen. Dit percentage is de afgelopen drie jaar constant gebleven. Naar het aangiftegedrag laat ik het WODC nu nader onderzoek doen. 

Dan nu de Monitor Jeugdcriminaliteit. Die laat zien dat ook de jeugdcriminaliteit zich in positieve zin ontwikkelt. In de periode 2010-2015 is duidelijk sprake van een daling. En wel over de hele linie: bij minderjarigen (12-17 jarigen), bij jongvolwassenen (18-22 jarigen), bij jongens en bij meisjes. En bij alle type delicten.

De Monitor Jeugdcriminaliteit laat ook zien dat het aantal  geregistreerde jeugdige verdachten sterker daalt dan het aantal volwassen verdachten.
Een groot voordeel van deze monitor vind ik dat ze ons beter zicht gaat bieden op de betrokkenheid van jongeren bij online delicten. Dat is bij deze monitor jeugdcriminaliteit pas voor het eerst uitgebreid onderzocht. Daarom kunnen we nu nog geen uitspraken over trends doen, maar het is een mooie aanzet.

Ik wil hier meer over weten. Daarom heb ik het WODC gevraagd om de betrokkenheid van jongeren bij online criminaliteit nader te onderzoeken. Daarbij gaat het WODC ook gebruik maken van nieuwe onderzoektechnieken. Ik verwacht dat ons beeld van deze vormen van criminaliteit de komende jaren dan ook nog completer zal worden.  Zo blijven we voortdurend werken aan verbetering van ons inzicht in de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit.

Samenvattend: zowel de Veiligheidsmonitor als de Monitor Jeugdcriminaliteit laten bemoedigende resultaten zien. In deze kabinetsperiode zijn minder mensen slachtoffer geworden van criminaliteit, minder jeugdigen plegen criminaliteit, minder mensen ervaren overlast, iets minder mensen voelen zich onveilig en méér mensen zijn tevreden over het functioneren van de politie.

De gezamenlijke inspanningen van mijn departement, politie, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming, gemeenten en het bedrijfsleven hebben mede bijgedragen aan deze mooie cijfers. Maar, zoals gezegd, we zijn er nog niet! Ook de komende periode zullen we ons – met alle partners in het veiligheids- en justitiedomein - voor de volle 100 procent blijven inzetten om Nederland veiliger te maken.