Toespraak minister-president Rutte bij de herdenking van Piet de Jong in de Eerste Kamer

Toespraak minister-president Rutte bij de herdenking van Piet de Jong in de Eerste Kamer in Den Haag op 13 september 2016.

Mevrouw de voorzitter,

'In deze snel veranderende wereld moet de regering haar koers bepalen. Zij doet dit, ondanks de beperkte mogelijkheden waarover zij kan beschikken, in het bewustzijn van de grote verantwoordelijkheden die zij daarmee voor de toekomst van ons land draagt.' Was getekend Piet de Jong. Het is een uitspraak die veel zegt over zijn verantwoordelijkheidsbesef, over zijn relativeringsvermogen en over zijn gevoel voor de tijd.
Dankzij deze eigenschappen was Piet de Jong in de woelige jaren zestig precies de minister-president die ons land nodig had. Wij zijn dankbaar voor datgene wat hij voor ons land heeft gedaan en betekend.

Van grote betekenis voor zijn verdere leven was de Tweede Wereldoorlog, die hij als commandant doorbracht op onderzeeboot O-24. Het waren jaren op het scherpst van de snede, soms balancerend op de rand van leven en dood, met een kleine groep mensen in een beperkte ruimte.
Deze ervaringen tekenden zijn persoonlijkheid. Hij zei daar zelf over: 'Als je eenmaal het suizen van de zeis (…) hebt gehoord, dan is het leven daarna een heel beetje anders geworden. Je hebt dan voor je hele verdere leven geleerd te relativeren. Je gaat losser staan tegenover de materiële dingen.'

Piet de Jong verruilde in 1959 de zee voor het land, toen de KVP een beroep op hem deed. Maar hij zou zijn leven lang in zeemanstermen blijven spreken.

Ook in zijn politieke leven bleef hij de man die hij was op zee: kordaat en dienstbaar. Van enige vorm van ijdelheid had hij geen last. Over het premierschap zei hij: 'De echte attractie ervan heb ik nooit goed kunnen begrijpen.' Misschien bezat hij daardoor die geweldige ontspannenheid en eerlijkheid. Hij wist Nederland rustig en beheerst door de branding van de late jaren zestig '60 te loodsen. Volgens hemzelf was het een tijd van 'verfrissende vernieuwing, maar soms ook van verwarring'. Hij had begrip voor de roep om meer democratie, openheid en gelijkheid, maar trad op wanneer er grenzen werden overschreden.

Het kabinet-De Jong bracht in die roerige jaren veel wetgeving en beleid tot stand. Van de invoering van het minimumloon, de verhoging van de AOW, en de versterking van de ontwikkelingssamenwerking tot een flinke verlaging van de werkloosheid - het kan allemaal op het conto geschreven worden van het doortastende kabinet-de Jong.

Met grote beminnelijkheid en hoffelijkheid, wist Piet de Jong anderen te overreden. 'Het is een euvel dat het zo'n aardige man is' heeft een politieke tegenstander eens over hem gezegd. Je móést hem wel aardig vinden.

Piet de Jong gaf, met goed gevoel voor de tijdsgeest, de aanzet tot een overheid die minder gesloten en minder regentesk was dan voorheen. Zo begon hij in 1970 met een wekelijkse persconferentie na de ministerraad. In zijn contacten met de pers verstopte hij zich nooit achter wollige woorden. Piet de Jong zei rond en eenvoudig waar het op stond.

Dat deed hij ook de afgelopen jaren tijdens de gesprekken en ontmoetingen die ik met hem had. Ik heb hem leren kennen als een innemend en scherpzinnig man, met een filosofische kijk op het leven, voortkomend uit een diep godsvertrouwen.

Het katholieke geloof was voor hem 'haast alles betekenend'. De altijd nuchtere Piet de Jong had een spirituele kern. Zo zei hij ooit over de volgens hem mysterieuze geluiden van dieren en planten in de zee: 'hoe dat werkt weet geen mens. Dat staat allemaal in de boeken in de hemel.'

Vandaag herdenken wij Piet de Jong met warmte, respect en dankbaarheid. Namens de regering wens ik zijn kinderen, familie en vrienden de kracht toe om dit grote verlies te dragen.

Dank u wel.