Toespraak viceminister-president Asscher bij de huldiging van de paralympische medaillewinnaars

Toespraak viceminister-president Asscher bij de huldiging van de paralympische medaillewinnaars in de Grote Kerk in Den Haag op woensdag 21 september 2016.

Dames en heren, topsporters,

Welkom terug in Nederland.

Welkom terug in een trots Nederland. Trots op jullie, die mee hebben gedaan aan de Paralympische Spelen in Rio. Met groot succes hebben meegedaan.

We, zeg ik maar even chauvinistisch, we hebben maar liefst 62 medailles gewonnen.

Ruim  50 procent meer dan 4 jaar geleden in Londen. Daar wonnen we 39 medailles. In Rio wonnen jullie er 62.

Goed voor een 7e plek op de ranglijst van deelnemende landen. Als allerbeste van de kleine landen. Met 17 gouden plakken. Een fantastische prestatie.

Daar hebben jullie kei- en keihard voor gewerkt. Sporten op het hoogste niveau is niet iets dat je er even naast doet. Voor de Paralympische Spelen is het net als voor de Olympische Spelen: trainen, trainen, trainen.

Om het anders te zeggen: bloed, zweet en trainen.

Hoe hoog het niveau is, werd voor sommige televisiekijkers pas duidelijk toen ze naar de 1500 meter voor slechtziende mannen keken: de winnaars van goud, zilver en brons liepen alledrie sneller dan de winnaar van het goud op de Olympische Spelen in Rio. Met zijn tijd had de Olympisch kampioen geen medaille gewonnen op de Paralympische Spelen; hij was niet verder gekomen dan de 5e plek.

Het zegt niet alles, maar wel dat jullie sporten op topniveau. Met de topsportmentaliteit die daarvoor nodig is.

Daarmee zijn jullie een voorbeeld, een inspirerend voorbeeld, voor ons allemaal. Met jullie drive, jullie discipline, jullie doorzettingsvermogen.

Het zou geweldig zijn als jullie succes in Rio anderen stimuleert om óók te gaan sporten. Gericht op goud of gewoon recreatief. Daar winnen we allemaal mee.

Ieder talent telt. Iedereen verdient de kans om volwaardig mee te doen. Met of zonder handicap. In de sport, op de arbeidsmarkt, midden in de samenleving. Dit is een land waar we niet willen dat mensen met een beperking worden buitengesloten.

Niet apart leven, apart werken, apart sporten, maar samen leven, samen werken, samen sporten.

Dames en heren, de minister-president zou hier ook zou zijn, hij had zich er enorm op verheugd om jullie hier persoonlijk te ontmoeten, maar hij moet nu in de Tweede Kamer zijn. Hij heeft me gevraagd jullie door te geven dat hij jullie later graag nog eens persoonlijk ontvangt.

Nu mag ik jullie namens het kabinet, en heel Nederland, feliciteren en bedanken.

Bedankt, atleten.

Bedankt,  André Cats, Esther Vergeer, begeleiders en coaches.

Bedankt voor de mooie sportmomenten en de sensationele medailleoogst.

We hebben thuis voor de televisie soms met ingehouden adem gekeken naar de spannende races, inhaalraces, op de 200 en zeker op de 100 meter, van Marlou van Rhijn.

We waren onder de indruk van de 5 zwemmedailles, waarvan 2 gouden, van debutante Liesette Bruinsma.

We hebben van jullie allemaal genoten. Gaan jullie nu genieten van alle feestelijkheden. Dan kijken we daarna weer verder vooruit. Naar Tokio 2020.Waar we natuurlijk weer méér medailles verwachten.

Dat zal niet makkelijk zijn, maar ik heb gisteren iets geleerd van Marlou van Rhijn: zij vertelde me over de financiële problemen in Rio die bijna roet in het eten gooiden en hoe het paralympische comité op die problemen reageerde:'“We zijn het gewend om obstakels te overwinnen.'

Het is die vasthoudendheid, die vitaliteit, die veerkracht waar ik waanzinnig veel respect voor heb. Jullie hebben er goud, zilver of brons mee gewonnen, en ik weet zeker dat het jullie nog verder zal brengen.

Nederland is trots op jullie.

Bedankt.