Minister spreekt in Parijs over voortgang strijd tegen ISIS

In Parijs kwamen de ministers van Defensie bijeen van de kernlanden die de coalitie vormen in de strijd tegen ISIS. President François Hollande opende de bijeenkomst, die vervolgens werd voorgezeten door de Amerikaanse en Franse ministers van Defensie, Asthon Carter en Jean-Yves Le Drian. Minister Jeanine Hennis-Plasschaert was ook aanwezig.

De ministers komen met enige regelmaat bijeen om de voortgang van de militaire strijd tegen ISIS te bespreken. Vandaag stond vooral de situatie rond Mosul centraal.

Bij aanvang van de bijeenkomst bracht Hennis haar condoleances over aan haar Franse collega Le Drian. Gisteren kwamen 5 van zijn medewerkers om bij een helikopterongeval bij Malta. Ze waren op weg om een vlucht langs de Libische kust uit te voeren. De Fransen brengen zo illegale smokkelroutes voor mensen, drugs en andere criminele activiteiten via de Middellandse Zee in kaart.

Harde strijd

Over de militaire campagne tegen ISIS hoorden de ministers bij monde van verschillende commandanten dat deze volgens plan verloopt. ISIS is duidelijk aan de verliezende hand, helemaal nu ook de bevrijding van Mosul is ingezet. Realisme is hierbij volgens Hennis wel op zijn plaats. “Het zal een harde strijd worden. Maar ik constateer tegelijkertijd ook dat de trainingen van de Nederlandse militairen aan de Iraakse veiligheidstroepen en Peshmergastrijders vruchten beginnen af te werpen. We vullen kennis en vaardigheden aan naar behoefte, al naar gelang het gevecht zich ontwikkelt. Het flexibele concept van training op locaties in de buurt van de frontlinie werkt goed.”

Post-ISIS-plan

Hennis pleitte in Parijs wel voor een strakke coördinatie tussen militaire en civiele inspanningen, helemaal nu de militaire campagne snel voortgang boekt. Zij doelt daarmee op het tijdig inspelen op de grote stroom vluchtelingen die op gang komt, maar ook op de situatie die ontstaat nadat ISIS verslagen is. “De strijd houdt niet op als Mosul en Raqqa zijn bevrijd. Het is bijvoorbeeld cruciaal dat er een post-ISIS-plan is voor het besturen van Mosul, om te voorkomen dat er een machtsvacuüm ontstaat. Het militaire spoor alleen gaat geen soelaas bieden, we moeten nu tevens investeren in een geïntegreerde civiel-militaire aanpak.”