De verschillen tussen vrouwen en mannen worden kleiner

Meer vrouwen zijn economisch zelfstandig, het verschil tussen vrouwen en mannen in arbeidsparticipatie neemt af en het verschil in uurloon is kleiner geworden. Dit schrijft minister Bussemaker (emancipatie) in een brief over de opbrengsten van haar emancipatiebeleid aan de Tweede Kamer. Tegelijkertijd is er nog veel werk aan de winkel en waarschuwt de minister om niet te denken dat de emancipatie af is: “Emancipatie is een werkwoord, dit moet je blijven onderhouden.”

Meer economische zelfstandigheid

Er is de afgelopen jaren veel veranderd in de arbeidsdeelname van de Nederlandse vrouwen. Mede hierdoor is het aandeel economisch zelfstandige vrouwen in 10 jaar tijd van 46% naar 54% gestegen. Dit is de afgelopen jaren een belangrijk speerpunt geweest in het emancipatiebeleid van Bussemaker: “Economische zelfstandigheid is van groot belang omdat het vrouwen minder afhankelijk maakt van een partner of van een uitkering.” De projecten om vrouwen bewust te maken van het belang van economische zelfstandigheid zoals Kracht on Tour en EVA krijgen daarom ook dit jaar een vervolg. 25 Centrumgemeenten gaan middels cofinanciering door met deze projecten. Kracht on Tour is bedoeld voor vrouwen met afstand tot de arbeidsmarkt en gericht op bewustwording en het sluiten van deals met bedrijven en lokale organisaties om deze vrouwen te helpen. EVA staat voor Educatie voor Vrouwen met Ambitie met speciale aandacht voor lezen en schrijven.

Van de Nederlandse mannen is 74% economisch zelfstandig.  

Hogere arbeidsparticipatie van vrouwen

Het oude kostwinnermodel waarbij de man fulltime werkt en de vrouw niet, komt nog maar bij 18% van de gezinnen in Nederland voor. Hiervoor is het anderhalf verdienersmodel in de plaats gekomen, een fulltime baan voor de man en een parttime baan voor de vrouw. Dit geldt nu voor 58% van de heteroparen met minderjarige kinderen.

Ook het verschil in arbeidsdeelname tussen vrouwen en mannen is een flink stuk kleiner geworden. In 2005 was het verschil bijna 17 procentpunten en dit verschil is in 2015 nog maar 11 procentpunten.

Vrouwen werken nog steeds voor het overgrote deel in deeltijd. 73% Van de werkende vrouwen heeft een deeltijdbaan al worden de deeltijdbanen steeds groter. Het krijgen van kinderen is voor steeds minder vrouwen een reden om minder uur te gaan werken. In 2007 ging 46% van de vrouwen minder werken, dat percentage is in 2015 gedaald naar 36%. De helft van alle mannen die net vader zijn geworden ruilen een halve of hele dag werk in voor de zorg van hun kind.

Werk aan de winkel

Hoewel mannen gemiddeld nog altijd meer verdienen dan vrouwen is het verschil in uurloon sinds 2008 wel afgenomen. In 2008 lag het verschil bij de overheid op 16%, in 2014 is dat gedaald naar 10%. Bij de overheid verdienen jonge vrouwen nu meer dan hun mannelijke collega’s. In het bedrijfsleven daalde het ook, zij het iets minder snel van 22% naar 20%. Bussemaker: “Deze beweging naar meer gelijkheid stemt voorzichtig positief, maar de percentages zijn duidelijk, we zijn er nog lang niet.”   

Dit geldt ook voor het aandeel vrouwen in de raden van bestuur (RvB) en raden van commissarissen (RvC). Het aandeel vrouwen in RvB’s is van 7,4% in 2012 gestegen naar 10,2% medio 2016, voor RvC’s is dit gestegen van 9,8% naar 13,1% medio 2016. “Er is sprake van vooruitgang, al gaat het erg langzaam. De Commissie Monitoring constateert dat de gezamenlijke aanpak met Hans de Boer (VNO-NCW), om meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven te krijgen, werkt. We gaan hier dan ook mee door en intensiveren onze aanpak,” aldus Bussemaker.

Ook in de wetenschap is er voor vrouwen nog een wereld te winnen. Nu is slechts 17% van de hoogleraren vrouw.  Minister Bussemaker maakte onlangs bekend dat zij 5 miljoen euro investeert om dit jaar 100 vrouwelijke hoogleraren te laten benoemen. Ook de universiteiten hebben toegezegd de komende jaren 200 extra vrouwelijke hoogleraren te benoemen.