Koenders: afschuwelijk bericht over massa-executies in Syrië

De massa-executies in Syrië mogen volgens minister Koenders van Buitenlandse Zaken niet onbestraft blijven. Het is daarom belangrijk om bewijsmateriaal van misdaden tegen de menselijkheid of andere gruweldaden vast te leggen zodat de daders later kunnen worden vervolgd, aldus de minister. ‘Daarnaast wil ik alles doen om ervoor te zorgen dat onafhankelijke inspecteurs toegang krijgen tot gevangenissen.’

Koenders heeft met afschuw kennisgenomen van het rapport van Amnesty International over de executies van duizenden Syriërs door het regime van Assad. ‘Dit rapport laat, opnieuw, het systematische karakter zien waarmee het regime gevangenen executeert: tussen 2011 en 2015 werden volgens Amnesty wekelijks groepen tot 50 mensen tegelijk opgehangen. Gruwelijk.’

Koenders: ‘De noodzaak om bewijslast van oorlogsmisdaden in de voortslepende oorlog te verzamelen, is immens. Daarom organiseer ik binnenkort samen met het bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) een internationale bijeenkomst in Den Haag. Want het recht heeft ook in Syrië recht op het laatste woord.'

Nederland heeft eind december vorig jaar als eerste land een financiële bijdrage geleverd aan de oprichting van een bewijzenbank van de Verenigde Naties. ‘Daders moeten weten dat hun misdaden worden gedocumenteerd en dat ze later vervolgd kunnen worden’, aldus Koenders. Op de conferentie komen deskundigen uit binnen- en buitenland bijeen om de databank voor te bereiden.

Nederland blijft zich, als het nodig is ook volgend jaar als tijdelijk lid van de VN-Veiligheidsraad, inspannen om ervoor te zorgen dat ‘de situatie in Syrië’ wordt doorverwezen naar het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. Syrië is geen verdragspartij bij het ICC. De enige manier om toch rechtsmacht van het Strafhof af te dwingen, is via doorverwijzing van de Veiligheidsraad. Maar een resolutie met die strekking werd in 2014 geblokkeerd door Rusland en China.