Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Rijksjaarverslag 2016

Hier vindt u de belangrijkste onderwerpen uit het jaarverslag van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over 2016. U leest wat de resultaten zijn van de in 2016 genomen maatregelen.

Koopkracht

De koopkracht steeg in 2016 in doorsnee met 2,7%, vooral doordat de prijzen minder stegen dan verwacht. Dit is bijna het dubbele van de verwachte stijging met 1,4%.

Werkgelegenheid

De werkloosheid daalde tot 538.000 mensen, ofwel 6% van de beroepsbevolking. In 2016 werden er voor het eerst 10 miljoen banen vervuld. Ook steeg het aantal gewerkte uren met 2,3%.

Arbeidsmarktbeleid

Ruim 271.000 werknemers hebben in 2016 scholing gevolgd via de zogenoemde sectorplannen. Door de scholing blijven werknemers bij in de ontwikkelingen binnen hun vak. En kunnen ze makkelijker een andere baan vinden of gezond hun pensioen halen.

Op het gebied van flexwerk en ontslag zijn 3 knelpunten weggenomen door de Wet werk en zekerheid. Dit zijn:

  • Seizoenarbeiders kunnen al na 3 maanden een nieuw tijdelijk contract krijgen in plaats van de wettelijke termijn van 6 maanden. Werkgevers en werknemers moeten dit dan wel vastleggen in de cao.
  • De werkgever hoeft geen ontslagvergoeding te betalen als hij werknemers om bedrijfseconomische redenen ontslaat. Er moet dan wel in de cao een vervangende regeling staan.
  • Werkgevers worden uit het Algemeen Werkgeversfonds voor de transitievergoeding gecompenseerd als hij een werknemer ontslaat die lang arbeidsongeschikt is.

In januari 2016 zijn de eerste schoonmakers in dienst gekomen van de Rijksschoonmaakorganisatie. Eind 2016 had de Rijksschoonmaakorganisatie 534 medewerkers in dienst die werkten voor 6 opdrachtgevers.

Zie ook: Sectorplannen, Werkloosheid en Ontslag

Minimumloon

De leeftijd voor een volwaardig minimumloon op 1 juli 2017 van 23 naar 22 jaar. Ook gaat het minimumjeugdloon voor 18- tot 21-jarigen omhoog. Het is de bedoeling dat de leeftijd voor een volwaardig minimumloon in 2019 van 22 naar 21 jaar gaat.

Zie ook:  Minimumloon

AOW en pensioenen

In 2016 is ruim € 36,9 miljard aan AOW-uitkeringen betaald. . De AOW-uitkeringen worden voor een belangrijk deel betaald uit de AOW-premie die wordt geheven over het inkomen. De Rijksoverheid heeft € 12,6 miljard bijgelegd voor deze uitkeringen.

Het kabinet heeft in 2016 mogelijkheden voor aanpassing van het stelsel van aanvullende pensioenen naar de Tweede Kamer gestuurd. Die zijn nodig omdat mensen langer leven, vaker van baan veranderen of als zzp'er werken. De opties staan in de perspectiefnota Toekomst Pensioen.

Zie ook:  AOW en Pensioen

Participatiewet

Eind 2015 hadden 21.057 mensen met een arbeidsbeperking een baan bij een bedrijf of de overheid. De loonkostensubsidies zijn vereenvoudigd. Waardoor het voor werkgevers aantrekkelijker is om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen.

Gemeenten zijn verplicht om vanaf 1 januari 2017 beschut werk aan te bieden voor mensen met een arbeidsbeperking. Als zij niet bij een bedrijf of overheidsorganisatie kunnen werken.

Zie ook: Participatiewet

Kinderbijslag

Ouders hebben in 2016 € 34 per kind meer kinderbijslag gekregen. Daarnaast kregen alleenstaande ouders en ouders met een thuiswonend kind dat extra zorg nodig heeft, meer kinderbijslag.

Zie ook:  Kinderbijslag

Kinderopvang

De kinderopvangtoeslag is in 2016 met € 290 miljoen verhoogd. Vanaf 2017 besteedt het kabinet jaarlijks € 200 miljoen extra aan kinderopvang. Door deze extra investeringen kunnen meer ouders met jonge kinderen werken. Gemeenten hebben in 2016 € 10 miljoen gekregen, zodat kinderen van niet-werkende ouders naar voorschoolse educatie kunnen.

Zie ook:  Kinderopvang en Kinderopvangtoeslag

Armoede

Voor kinderen die in armoede opgroeien heeft het kabinet € 100 miljoen extra uitgetrokken. Deze kinderen krijgen met dat geld bijvoorbeeld een nieuwe fiets, zwemles of voetbalschoenen via de gemeente en andere organisaties.

Zie ook:  Armoede en schulden