Koenders roept Turkije op aanbevelingen Raad van Europa op te volgen

Minister Koenders van Buitenlandse Zaken heeft Turkije opgeroepen de aanbevelingen van de Raad van Europa op te volgen. Hij uitte daarnaast zijn zorgen over de Turkse kritiek op rapporten van de Venetië-commissie, een adviesorgaan van de Raad van Europa. Koenders deed dat vrijdag tijdens een bijeenkomst van het Comité van Ministers van de Raad van Europa op Cyprus.

‘Ook is het goed als Turkije het rapport van het Comité ter preventie van foltering nu openbaar maakt', zegt Koenders. Waarnemers van het Comité, een ander adviesorgaan van de Raad van Europa, hebben vorig jaar Turkse gevangenissen bezocht om te onderzoeken of de mensenrechten er worden nageleefd. Ankara heeft tot nu toe geen toestemming gegeven om de bevindingen van de waarnemers openbaar te maken. 'Juist in de Raad van Europa dienen we elkaar aan te spreken op wederzijdse verplichtingen.'

Koenders heeft vrijdag voor zijn collega’s een stevig pleidooi gehouden voor het belangrijke werk van de Raad van Europa, en specifiek de adviesorganen. Ook roemde hij de mensenrechtencommissaris en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Koenders: ‘De Raad van Europa is de organisatie bij uitstek die onafhankelijke expertise kan leveren. Het is van cruciaal belang dat lidstaten aanbevelingen van de Raad respecteren en implementeren.’ Volgens Koenders geldt dat niet alleen voor Turkije, maar ook voor een land als Polen. De minister heeft bovendien zijn zorgen geuit over de positie van LGBTI's in Rusland en het belang van directe bescherming benadrukt.

De minister maakt zich vrijdag ook sterk voor de Cybercrime Conventie van de Raad van Europa. Koenders spoort landen die zich nog niet aangesloten hebben bij het cybercrimeverdrag om dit zo snel mogelijk te doen. Concrete aanleiding hiervoor is het WannaCry ransomwarevirus dat afgelopen week organisaties en individuen over de hele wereld heeft getroffen. Koenders: ‘Criminaliteit en terrorisme zijn steeds meer grensoverschrijdende problemen, zeker in het digitale domein. De snelle verspreiding van WannaCry ransomware maakte dat het afgelopen weekend pijnlijk duidelijk. Behalve het weerbaar maken van gebruikers en het neerslaan van een cyberaanval is het opsporen en vervolgen van de daders ook belangrijk. Dat kan alleen als internationale samenwerking tussen opsporingsdiensten goed geregeld is’.

In de Cybercrime Conventie van de Raad van Europa zijn in 2001 afspraken gemaakt over internationale samenwerking tussen justitiediensten en over het harmoniseren van regelgeving op gebied van strafbaarstelling en bevoegdheden van politie en justitie in het kader van opsporing en vervolging. Inmiddels hebben 55 landen het verdrag geratificeerd of zijn toegetreden, waaronder ook landen in Noord-Amerika, Azië, Australië en Afrika. 12 landen zijn in een proces van toetreding. 'Het verdrag wordt nu al wereldwijd gesteund en de invloed is groot. Verdere uitbreiding van het aantal toetreders zal de aanpak van cybercrime wereldwijd enorm veel verder helpen’, zegt Koenders. De Raad van Europa biedt ook hulp voor het naleven van de Cybercrime Conventie en Nederland levert daaraan ook een bijdrage.