Toespraak minister Schultz van Haegen bij persbijeenkomst Deltaprogramma 2018

“We hebben de zwakke schakels in de kust versterkt. We hebben onze rivieren de ruimte gegeven. Maar regen? Gewoon, regen, het water dat ook de laatste weken weer met bakken uit de lucht komt? Of hitte? Waardoor in 2003 in Nederland 1.400 mensen meer overleden dan normaal? We moeten eerlijk zijn: dat hebben we nog niet goed geregeld. Daarom ben ik ontzettend blij dat we vandaag een nieuw hoofdstuk toevoegen. De trilogie van het Deltaprogramma is compleet!”

Dat zegt minister Schultz dinsdag 19 september bij de persconferentie over het Deltaprogramma 2018.

Dank, Wim. Dank voor het Deltaprogramma 2018 en dank voor het 1e Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Ja, dames en heren, natuurgeweld. Het is lang geleden dat Nederland zo werd getroffen. De ravage op Sint Maarten, de noodhulp en de wederopbouw van het eiland vragen van het kabinet dagelijkse aandacht.

De sprong naar het thema van vandaag, hier in Sociëteit de Witte, is een grote. De situatie hier is op geen enkele manier vergelijkbaar. In Nederland hebben we het over hevige regens en ondergelopen tunnels en kelders. Kromgetrokken parket, schade voor de landbouw. Maar ook hier wordt het weer extremer.

Neem afgelopen zomer. In de derde week van juni hadden we een hittegolf. We hebben bruggen met water besproeid om te zorgen dat ze bleven werken. Klanten van Vitens kregen bruin water uit de kraan. De droogte was volgens boeren ‘noodweer voor het gewas’. Nog geen week later, op 28 juni, viel in 1 dag zoveel regen als normaal in 1 maand. De maand juli was in het noordoosten van ons land niet eerder zo nat. Dit is de stationstunnel onder Hollands Spoor afgelopen juni. Deze jongeman vindt een droog alternatief om aan de overkant te komen. Op 35 dagen van de zomer was in delen van het land code geel van kracht.

Wat ik maar wil zeggen: het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie komt geen minuut te vroeg. Klimaatverandering heeft ook voor Nederland grote gevolgen. Dan hebben we het ook over de stijging van de zeespiegel en het vele water dat vanuit de rivieren op ons afkomt. Ook dat regelen we goed in het Deltaprogramma.

Dat werk doen we al jaren. Wat zeg ik: eeuwen. We hebben de zwakke schakels in de kust versterkt. We hebben onze rivieren de ruimte gegeven. Daar zijn we goed in; dat kunnen we als geen ander. Daar is wereldwijd belangstelling voor.

Maar regen? Gewoon, regen, het water dat ook de laatste weken weer met bakken uit de lucht komt? Of hitte? Waardoor in 2003 in Nederland 1.400 mensen meer overleden dan normaal? We moeten eerlijk zijn: dat hebben we nog niet goed geregeld.

Daarom ben ik ontzettend blij dat we vandaag een nieuw hoofdstuk toevoegen. De trilogie van het Deltaprogramma is compleet!

  1. We hebben een plan hoe we Nederland tot 2050 veilig houden voor overstromingen.
  2. We hebben een plan hoe we onze voorraad zoetwater op peil houden.
  3. En we hebben sinds vandaag een plan hoe we Nederland klimaatbestendig gaan inrichten.

Wat dat betreft ben ik blij dat ik hier vandaag nog sta. Want ik kan trots zijn op de verdiensten van de afgelopen jaren… de Hondsbossche en Pettemer Zeewering… de parkeergarage in de duin bij Katwijk… de extra lus in de Waal bij Nijmegen… Maar het plaatje was niet compleet.

Dat is het overigens na vandaag ook niet. Want het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is een plan. Een eerste stap. Maar wel een stap waarmee de vrijblijvendheid eraf gaat. Een stap waarmee 388 gemeenten in Nederland stresstesten gaan doen, elke 6 jaar. Waarmee we niet alleen doelen en werkwijzen formuleren, maar we juist ook monitoren op de uitvoering. Een plan waar tienduizenden mensen mee aan de slag moeten. Van rioleurs tot plantsoenendienst. Van geograaf tot architect.

Het is nodig. Want we zijn goed bezig met lokale pilots en experimenten. We hebben koplopers als Amsterdam, Breda, Dordrecht, Rotterdam, Zwolle. Maar het peloton lijkt niet te volgen. In het huidige tempo gaat het niet hard genoeg. In het huidige tempo haalt het klimaat ons in en worden natte voeten, schade aan huizen en gewas en doden door hittestress regelmaat.

Twee weken geleden ontving ik de heer Kofi Annan op de Afsluitdijk. De voormalig Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede. Eén van zijn boodschappen was dat iedereen in zijn eigen omgeving iets kan doen. Dat geldt misschien niet direct voor het bouwen van een dijk. Maar het geldt zeker voor de klimaatbestendige inrichting van ons land.

Iedereen kan wat doen en iedereen moet wat doen. En dat maakt het meteen ook ingewikkelder. Want we hebben geen blauwdruk, geen nationale planning, zoals bij de dijken. Wat in Amsterdam werkt, kun je niet zomaar kopiëren in Beneden-Leeuwen. Voor ruimtelijke adaptatie is meer kennis nodig, meer samenwerking.

Ook de timing is belangrijk. Voor klimaatadaptatie alleen breek je de straat niet open. Je moet erbij zijn als de straat opengaat voor nieuwe kabels. Je moet erbij zijn als er een nieuw pand wordt gebouwd of opgeknapt. Voor je het weet, is de bouwplaats weer dicht en ben je decennia verder.

Daarom wil ik hier ook de nieuwe Omgevingswet noemen. Want de wet biedt zeker ook op dit gebied een enorme kans. Bij het maken van een Omgevingsvisie zitten alle betrokkenen immers vanaf het begin aan tafel. Dáár kunnen we, juist ook voor klimaatadaptatie, spijkers met koppen slaan!

Het allerbelangrijkste, dames en heren, is betrokkenheid. Alleen als bestuurders, bedrijven én burgers meedoen, bouwen we klimaatbestendige wijken. Zoals Brasserhout in Den Haag. Alleen dan leggen we groene daken aan, of op zijn minst groene tuinen. Alleen dan doet de Intratuin niet de tegels in de aanbieding, maar de graszoden.

Ik wens alle betrokkenen ontzettend veel succes met de uitvoering. Wim en zijn team wil ik bedanken voor de samenwerking van de afgelopen jaren. We hebben mooie dingen gedaan en we zijn op de goede weg.

Dank u wel.