Transfer Intervention Procedure verbetert patiëntoverdracht

Plotseling zegt de arts van het ziekenhuis: ‘Morgen mag u weer naar huis.’ Het is een herkenbare situatie voor veel patiënten. Veel mensen kunnen zich na de opname goed redden. Voor kwetsbare patiënten is dat vaak anders. Voor hen is het essentieel dat zijzelf en hun zorgverleners weten wat er moet gebeuren om hen goed te laten herstellen. Een gestructureerde en gestandaardiseerde overdracht kan daarbij helpen.

Probleem: continuïteit van zorg niet gewaarborgd door matige overdracht

Een goede overdracht tussen de arts, apotheker of verpleegkundige in het ziekenhuis aan zorgverleners uit de eerstelijns gezondheidszorg is heel belangrijk om de continuïteit van de zorg te waarborgen. Als dat niet gebeurt, kunnen patiënten complicaties krijgen. Dan moeten ze vaak opnieuw in het ziekenhuis worden opgenomen.

Promovenda Rosanne van Seben (AMC) onderzocht de patiëntoverdracht in acht ziekenhuizen naar aanleiding van een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg. Uit onderzoek blijkt onder meer dat meer dan de helft van de vermijdbare complicaties die na een ziekenhuisverblijf optreden, te wijten zijn aan slechte communicatie tussen ziekenhuis en zorgverleners uit de eerstelijns gezondheidszorg.

‘Vaak kregen zorgverleners pas na 2 weken een brief van de specialist. Die moeten ze eigenlijk binnen 24 uur krijgen. Waarom zo snel? Stel dat je op vrijdag uit het ziekenhuis komt, er gaat iets mis in het weekend en je hebt hulp nodig. Dan weet je huisarts niet wat er in het ziekenhuis is gebeurd en wat hij of zij moet doen. Wel of geen huisbezoek bijvoorbeeld.

Daarnaast was de informatie ook wel eens incompleet. 7 tot 12 % van de patiënten wordt ongepland binnen 30 dagen na ontslag heropgenomen. Bij kwetsbare ouderen is dit zelfs 20 %. Mogelijk is dit het gevolg van een slechte overdracht, waardoor bijvoorbeeld medicatiefouten worden gemaakt na ontslag.’

Oplossing: werkinstructie voor goede patiëntoverdracht

Van Seben ontwikkelde samen met collega-onderzoekers Kim Verhaegh, prof. Bianca Buurman en prof. Suzanne Geerlings een Transfer Intervention Procedure, ofwel een werkinstructie om de patiëntoverdracht te verbeteren. Deze instructie bevat veel praktische acties, die verpleegkundigen en artsen voor en tijdens de opname kunnen nemen en op de dag van ontslag. Zo helpt het om de ontslagprocedure en de inhoud van de overdracht te standaardiseren, en het ontslag al tijdens de opname in te plannen.

Artsen en verpleegkundigen zouden minstens 48 uur voor het ontslag moeten beginnen met het opstellen van de ontslagbrief, en deze binnen 24 uur na ontslag verzenden. Daarin moet ook expliciet zijn vermeld met welke medicatie de patiënt moet stoppen en beginnen.

Verder is het goed om de patiënt meer te betrekken bij zijn ontslag. Bijvoorbeeld door een ontslaggesprek te voeren en een brief mee te geven waarin in begrijpelijke taal staat wat er in het ziekenhuis is gebeurd en wat de patiënt thuis moet doen. Voor kwetsbare patiënten is extra intensieve begeleiding nodig. Artsen en verpleegkundigen in het ziekenhuis kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat een wijkverpleegkundige de coördinatie van de zorg coördineert en de patiënt volgt tijdens ziekenhuisopname en na het ontslag.

Resultaten: eerder ontslagbrief en andere verbeteringen

De 8 ziekenhuizen zijn volop aan de slag gegaan met de invoering van deze acties. ‘De ontslagprocedure is niet meer ad hoc, zoals voorheen het geval was. Er wordt nu structureler gewerkt. Huisartsen en andere zorgverleners ontvangen de ontslagbrief nu sneller.
Ziekenhuizen hebben bijvoorbeeld nog wel moeite om binnen 48 uur na opname te starten met het organiseren van de nazorg, omdat het soms moeilijk is een plek voor ouderen te vinden in een verpleeghuis.

Onderzoek ook hoe de patiënt kan worden betrokken bij de overdracht.

Verder zijn wij nu aan het onderzoeken hoe de patiënt het beste kan worden betrokken bij zijn of haar overdracht. Het liefst geven we schriftelijke informatie mee, bijvoorbeeld in de vorm van een patiëntbrief. Daarin wordt in begrijpelijk taal uitgelegd wat er tijdens de opname is gebeurd. Zo’n extra brief schrijven kost een arts-assistent alleen relatief veel tijd. De patiënt nabellen kan bijvoorbeeld ook een optie zijn.’

Advies voor andere ziekenhuizen

Van Seben benadrukt dat het belangrijk is om de aandacht voor de patiëntoverdracht hoog op de agenda te houden. ‘De aandacht ervoor wil nog wel eens verslappen, als je het onderwerp niet bespreekt. Mijn advies is dan ook om de overdracht te blijven meten en controleren en het onderwerp standaard op de agenda van overleggen te noteren. Ook zou patiëntoverdracht meer aandacht moeten krijgen in de opleiding en inwerkprogramma.’

Meer informatie

Contactgegevens

Rosanne van Seben
E-mail: r.vanseben@amc.uva.nl
 

Geplaatst op: 4 december 2017
Laatst gewijzigd op: 15 augustus 2018